3B Spelling 2.8

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
neMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
-Start Lezen (10 minuten)
- Cijfers PTA 

- Opdracht 1 sollicitatiedossier
- Af; 3 vacatures inclusief vragen.

timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

1.  Schrijf de persoonsvorm tegenwoordige tijd
2. Schrijf de persoonsvorm in de verleden tijd 
3 Schrijf het voltooid deelwoord op. 
4 Schrijf de persoonsvorm tegenwoordige tijd, verleden tijd of het voltooid deelwoord op. 
 5 Schrijf de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord op. (5 pnt)
6 Schrijf de juiste spelling van het voltooid deelwoord als bijvoeglijk
 naamwoord op.







Slide 4 - Tekstslide

7 Schrijf de samenstelling op. Gebruik een tussenletter waar dat nodig is.
8 Schrijf de samenstelling op met of zonder koppelteken. 
9 Schrijf de woorden in het meervoud. 
10 Schrijf de woorden op met een trema als dit nodig is.
11 Schrijf de zin over. Zet op de goede plaatsen een hoofdletter, punt of komma. 







Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Persoonsvormen zoeken
Mijn vader verft onze woonkamer in de meest lelijke kleuren.
Hij houdt van een vorlijk huis.
Het gebeurt zomaar.
Dan heeft hij weer een nieuwe kleur gesmeerd.

Slide 10 - Tekstslide

Persoonsvormen zoeken
Mijn vader verft onze woonkamer in de meest lelijke kleuren.
Hij houdt van een vorlijk huis.
Het gebeurt zomaar.
Dan heeft hij weer een nieuwe kleur gesmeerd.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
- is geen persoonsvorm;
- begint vaak met ge-, be-, of ver-;
In de zin staat een persoonsvorm met de vorm hebben, zijn of worden.

Ik heb de kip gebakken.
Zij hebben de mensen uit het water gered.

Slide 14 - Tekstslide

Op tafel: het blad
Maak het blad: voor- en achterkant;
Lever het blad in als je het af hebt.

Je mag oortjes in.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Persoonsvormen zoeken
Mijn vader verft onze woonkamer in de meest lelijke kleuren.
Hij houdt van een vorlijk huis.
Het gebeurt zomaar.
Dan heeft hij weer een nieuwe kleur gesmeerd.

Slide 17 - Tekstslide

persoonsvorm tt en vt

Slide 18 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
- is geen persoonsvorm;
- begint vaak met ge-, be-, of ver-;
In de zin staat een persoonsvorm met de vorm hebben, zijn of worden.

Ik heb de kip gebakken.
Zij hebben de mensen uit het water gered.

Slide 19 - Tekstslide

Maar, hoe schrijf je DIE dan?
Het kan eindigen op:
-en:  gebakken
-t:      betrapt
-d:     gered

Maak het woord langer, dan hoor je het.

Slide 20 - Tekstslide

voltooid deelwoord

Slide 21 - Tekstslide

Spelling 4.8 blz. 110
Opdracht 1
-

Opdracht 2
Opdracht 3
-
Opdracht 4
-
- zinnen maken met de bijvoeglijk naamwoorden;

- De leertekst
- Hoe schrijf je stoffelijk bijvoeglijk naamwoorden?
- oefenen: hoe moet je ze schrijven

Slide 22 - Tekstslide