Paragraaf 1.4 snelheid op een bepaald moment en vgem

1.4 Momentane snelheid
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1.4 Momentane snelheid

Slide 1 - Tekstslide

Deze Les
- De gemiddelde snelheid.
 - Bepalen van de snelheid van een voertuig die niet met met een constante snelheid rijdt.
- Herkennen van dit soort situaties (vraagstelling) en tekenen van raaklijnen.

Slide 2 - Tekstslide

Gemiddelde Snelheid

In de gevallen waar de snelheid niet constant verloopt gebruiken we:



Waarin:

             = de gemiddelde snelheid in: m/s

             = afgelegde afstand tussen twee posities x2 - x1 in: m

             = gepasseerde tijd tussen twee tijdstippen t2 - t1 tijdens het afleggen 

                 van de afstand Δx in: s


vgem
Δx
Δt
vgem=ΔtΔx

Slide 3 - Tekstslide

Gemiddelde snelheid

Deze formule geldt dus alleen ---------->

voor situaties  waarbij de verplaatsing

niet constant  toeneemt of afneemt

tussen x2 en x1. 


vgem=ΔtΔx

Vb: op de figuur hieronder zie je dat de afstand niet gelijkmatig toeneemt per seconde.

Slide 4 - Tekstslide

Snelheid op moment bepalen

Stel we willen de snelheid op tijdstip A weten (t = 1,65 seconden), hoe doen we dat?


Waarom is het fout om de afstand bij A

 (ongeveer 1,9 m)te delen door 1,65 seconden?

Wat reken je dan dus eigenlijk uit?


We willen de snelheid op t=1,65 s weten. 

We willen dus weten hoe steil de lijn loopt


v=ΔtΔx

Slide 5 - Tekstslide

BELANGRIJK
  • S-T DIAGRAM: HOE STEILER HOE SNELLER

  • WISKUNDUNDIG NOEM JE STEILHEID DE HELLING.

  • DE HELLING VAN DE RAAKLIJN IS DUS DE SNELHEID.

  • LET GOED OP BIJ HET VOLGENDE FILMPJE.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

De raaklijn
- Teken de raaklijn voldoende groot
- Als het kan door één van de assen (zei rechtsonder)
- Gebruik altijd je geo.

Werkblad zijn je 
aantekeningen BEWAREN.

Slide 8 - Tekstslide

Vraag 1: Bepaal de snelheid op tijdstip t = 2,0 s

Slide 9 - Tekstslide

Uitwerking vraag 1

Slide 10 - Open vraag

Vraag 2: Bepaal de snelheid op tijdstip t = 5,0 s

Slide 11 - Tekstslide

Uitwerking vraag 2

Slide 12 - Open vraag

Vraag 3: Bepaal de beginsnelheid, de eindsnelheid en de snelheid op tijdstip t = 3,0 s.  

Slide 13 - Tekstslide

Uitwerking vraag 3

Slide 14 - Open vraag

Les 2

Slide 15 - Tekstslide

Planning en leerdoelen.
- We maken het werkblad af alleen 3 nog.
- Grafiek 3: raaklijn op: 0 seconden, 3 seconden en 6 seconden.
- Nieuw KeCo opdracht.

Leerdoelen vorige (en deze) les.
- Verschil gemiddelde snelheid en momentane snelheid?
- Hoe bepaal je de momentane snelheid ook alweer?
- Hoe herken je een situatie waarin je de momentane snelheid moet bepalen?




Slide 16 - Tekstslide

Vraag 3: Bepaal de beginsnelheid (t = 0 s), de eindsnelheid (t = 6,0 s) en de snelheid op tijdstip t = 3,0 s.  

Slide 17 - Tekstslide

- Reflectie op de doelen.

- Verschil gemiddelde snelheid en momentane snelheid?
- Hoe bepaal je de momentane snelheid ?
- Hoe herken je een situatie waarin je de momentane snelheid moet bepalen?



Slide 18 - Tekstslide

Snelheid

We kennen de formule voor de snelheid:


Waarin:

             = de snelheid in: m/s

             = afgelegde afstand tussen twee posities x2 - x1 in: m

             = gepasseerde tijd tussen twee tijdstippen t2 - t1 tijdens het afleggen 

                 van de afstand Δx in: s


v
Δx
Δt
v=ΔtΔx

Slide 19 - Tekstslide

Snelheid



Deze formule geldt alleen voor situaties

waarbij de verplaatsing constant
toeneemt of afneemt tussen x2 en x1.


v=ΔtΔx
Leg uit, hoe kun je zien dat v constant is

Slide 20 - Tekstslide