HC Britse rijk- oefentoets

oefentoets HC Britse Rijk 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

oefentoets HC Britse Rijk 

Slide 1 - Tekstslide

Begrippen en volgordevragen 

Slide 2 - Tekstslide

Hoe heet de groep kolonisten die om geloofsredenen naar Amerika trekt?
A
Founding Fathers
B
Knickerbockers
C
Pilgrim Fathers
D
Tea Party

Slide 3 - Quizvraag

Hoe noem je een kolonie die vooral gericht is op handel, nijverheid en landbouw.
A
Factorij
B
Vestigingskolonie
C
Plantagekolonie
D
Winstkolonie

Slide 4 - Quizvraag

Hoe worden afschaffers van de slavernij genoemd?
A
Eliministen
B
Slavisten
C
Romanticisten
D
Abolitionisten

Slide 5 - Quizvraag

Waar streeft het Indian National Congress bij oprichting naar?
A
Lagere belasting
B
Een eigen staat
C
Democratie
D
Emancipatie

Slide 6 - Quizvraag

Met welke wet is er sprake van stemrechtuitbreiding in Groot-Brittannië?
A
Factory Acts
B
Wiping Bill
C
Expansionary Bill
D
Reform Bill

Slide 7 - Quizvraag

Chronologieronde
Je krijgt straks twee gebeurtenissen te zien. Kies steeds voor de gebeurtenis die eerder was. 

Slide 8 - Tekstslide

Wat gebeurde eerder?
A
Ontdekking vaarroute naar Amerika
B
Ontdekking vaarroute naar India

Slide 9 - Quizvraag

Wat gebeurde eerder
A
Uitvinding Spinning Jenny
B
Reform Bill

Slide 10 - Quizvraag

Wat gebeurde eerder?
A
Amerikaanse Burgeroorlog
B
Amerikaanse revolutie

Slide 11 - Quizvraag

Wat gebeurde eerder?
A
India onder Direct Rule
B
De afschaffing van slavernij

Slide 12 - Quizvraag

De staatsgodsdienst in Engeland
A
Katholieke Kerk
B
Lutheraanse Kerk
C
Calvinistische Kerk
D
Anglicaanse Kerk

Slide 13 - Quizvraag

Juist of Onjuist?

Slide 14 - Tekstslide

De Founding Fathers worden gezien als de grondleggers van de democratie in Amerika
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Door indianenstammen in Amerika zijn voor een groot gedeelte door de Europese ziektes verdwenen
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Vanaf 1600 veroverde de EIC grote gedeeltes van India om te handelen en besturen
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Door het weren van textiel uit India werd er meer katoen geproduceerd in Engeland
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

De industriële revolutie in Engeland startte ongeveer halverwege de 19e eeuw
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Bedenk een reden waarom de Indiase kolonie ook belangrijk was voor de industrie in Engeland

Slide 21 - Open vraag

Wat is een plantage- economie?
A
Een economie die afhankelijk is van de opbrengsten van plantages.
B
Een economie die afhankelijk is van de opbrengsten van koloniën.
C
Een economie die afhankelijk is van de opbrengsten van slaven.
D
Een economie die afhankelijk is van de opbrengsten van landbouw.

Slide 22 - Quizvraag

Oprichting van Indian National Congres heeft te maken met het kenmerkend aspect
A
Modern Imperialisme
B
Opkomst van het abolitionisme
C
Opkomst van politiek maatschappelijk stromingen zoals liberalisme en nationalisme
D
Voortschrijdende democratisering

Slide 23 - Quizvraag

Met welk kenmerkend aspect heeft de Reform Bill te maken?
A
Discussies over de sociale kwestie
B
Opkomst politiek maatschappelijke stromingen
C
Voortschrijdende democratisering
D
Moderne vorm van imperialisme

Slide 24 - Quizvraag

Met welk kenmerkend aspect heeft de Factory act te maken?

A
Discussies over de sociale kwestie
B
Opkomst van politiek maatschappelijke stromingen
C
Voortschrijdende democratisering
D
Moderne vorm van imperialisme

Slide 25 - Quizvraag

Het denken van de schotse filosoof Adam Smith met zijn vrije markteconomie is een voorbeeld van;
A
Communisme
B
Mercantilisme
C
Liberalisme
D
Socialisme

Slide 26 - Quizvraag

Wat is geen oorzaak van het ontstaan van Modern Imperialisme

A
Grote vraag naar grondstoffen
B
Nationalisme
C
Westerse superioriteit
D
Nederlands-Indie

Slide 27 - Quizvraag

Koppel de begrippen uit paragraaf 1 van HC Britse Rijk aan de kenmerkende aspecten
KA: protestantse reformatie
KA: Plantage-kolonieën en trans-Atlantische slavenhandel
KA: Rationeel optimisme en 'verlicht denken'
KA: De democratische revoluties
Pilgrim Fathers
Vestigingskoloniën
Plantage-economieën
Driehoekshandel
Royal African company
Trias politica
Volkssoevereiniteit
Natuurlijke rechten
Federale staat
Abolitionisme

Slide 28 - Sleepvraag