BS 1.6 Biotechniek

BS 1.6 Biotechniek 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

BS 1.6 Biotechniek 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen wat biotechniek is. 
2. Je kunt het verschil uitleggen tussen klassieke biotechniek en moderne biotechniek. 
3. Je kan toepassingen van schimmels benoemen. 
4. Je kan toepassingen van bacteriën benoemen. 
5. Je kunt uitleggen wat moderne biotechnologie is (genetische modificatie). 

Slide 2 - Tekstslide

Biotechniek 
Is een verzamelnaam voor technieken waarbij organismen worden gebruikt om producten te maken voor de mens 

Slide 3 - Tekstslide

Noem iets wat we eten, waar schimmels bij gebruikt zijn om het te maken?

Slide 4 - Open vraag

Het gebruik van schimmels,
zoals gist.
Gist = een 1-cellige schimmel die leeft van suikers (glucose) in het meel.
Gist scheidt koolstofdioxide en alcohol uit ==> het deeg wordt luchtig. De alcohol verdampt in de oven. 

Klassieke biotechnologie
'Het gebruik van schimmels'

Slide 5 - Tekstslide

Het toevoegen van gist in brood om het luchtig te maken is:
A
klassieke biotechnologie
B
geen biotechnologie
C
recombinant-DNA-techniek
D
moderne biotechnologie

Slide 6 - Quizvraag

Klassieke biotechnologie
'Het gebruik van schimmels'

  • Schimmelkaas
  • Penciline of antibiotica 

Slide 7 - Tekstslide

Noem iets wat we eten, waar bacteriën bij gebruikt zijn om het te maken?

Slide 8 - Open vraag

Klassieke biotechnologie
'Het gebruik van bacteriën'
  • Yoghurt
  • Zuurkool
  • Afvalwater schoonmaken

Slide 9 - Tekstslide

Op welke manier wordt er gebruik gemaakt van klassieke biotechnologie bij het zuiveren van afvalwater?

Slide 10 - Open vraag

Moderne biotechnologie
Organismen krijgen nieuwe eigenschappen doordat hun DNA wordt veranderd. ==> Genetische modificatie

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wat kan met moderne biotechnologie
Voedsel als medicijn ==> toevoeging vitamine A aan rijst, door een gen in een rijstplant toe te voegen.
Supervoedsel maken ==> Superzalmen, door een gen in een zalm in te brengen, waardoor de zalm veel groter wordt. 
Wasmiddel ==> Genetische gemodificeerde enzymen, die vlekken uit de kleren wassen door een lage temperatuur. 

Slide 14 - Tekstslide

Nadelen moderne biotechnolgie
  • Aan DNA sleutelen is onnatuurlijk
  • Door het inbouwen van DNA van mensen in een ander soort kunnen nieuwe ziekten ontstaan.
  • Nieuwe diersoorten kunnen ontsnappen en in de natuur voortplanten ==> uitkomsten zijn onbekend. 
  • Onbekend wat de gevolgen zijn van genetisch veranderde organismen. 

Slide 15 - Tekstslide

BS 1.6 Biotechniek 

Slide 16 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen wat biotechniek is. 
2. Je kunt het verschil uitleggen tussen klassieke biotechniek en moderne biotechniek. 
3. Je kan toepassingen van schimmels benoemen. 
4. Je kan toepassingen van bacteriën benoemen. 
5. Je kunt uitleggen wat moderne biotechnologie is (genetische modificatie). 

Slide 17 - Tekstslide

Maakwerk
Werkboek blz. 58 t/m 61

Slide 18 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 19 - Woordweb