BS 1.6 Biotechniek 3VZ

Noem iets wat we eten, waar schimmels bij gebruikt zijn om het te maken?
1 / 14
volgende
Slide 1: Open vraag
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Noem iets wat we eten, waar schimmels bij gebruikt zijn om het te maken?

Slide 1 - Open vraag

Het toevoegen van gist in brood om het luchtig te maken is:
A
klassieke biotechnologie
B
geen biotechnologie
C
recombinant-DNA-techniek
D
moderne biotechnologie

Slide 2 - Quizvraag

Klassieke biotechnologie
'Het gebruik van schimmels'

  • Schimmelkaas
  • Penciline of antibiotica 

Slide 3 - Tekstslide

Noem iets wat we eten, waar bacteriën bij gebruikt zijn om het te maken?

Slide 4 - Open vraag

Klassieke biotechnologie
'Het gebruik van bacteriën'
  • Yoghurt
  • Zuurkool
  • Afvalwater schoonmaken

Slide 5 - Tekstslide

Op welke manier wordt er gebruik gemaakt van klassieke biotechnologie bij het zuiveren van afvalwater?

Slide 6 - Open vraag

Moderne biotechnologie
Organismen krijgen nieuwe eigenschappen doordat hun DNA wordt veranderd. ==> Genetische modificatie

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat kan met moderne biotechnologie
Voedsel als medicijn ==> toevoeging vitamine A aan rijst, door een gen in een rijstplant toe te voegen.
Supervoedsel maken ==> Superzalmen, door een gen in een zalm in te brengen, waardoor de zalm veel groter wordt. 
Wasmiddel ==> Genetische gemodificeerde enzymen, die vlekken uit de kleren wassen door een lage temperatuur. 

Slide 9 - Tekstslide

Nadelen moderne biotechnolgie
  • Aan DNA sleutelen is onnatuurlijk
  • Door het inbouwen van DNA van mensen in een ander soort kunnen nieuwe ziekten ontstaan.
  • Nieuwe diersoorten kunnen ontsnappen en in de natuur voortplanten ==> uitkomsten zijn onbekend. 
  • Onbekend wat de gevolgen zijn van genetisch veranderde organismen. 

Slide 10 - Tekstslide

BS 1.6 Biotechniek 

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen wat biotechniek is. 
2. Je kunt het verschil uitleggen tussen klassieke biotechniek en moderne biotechniek. 
3. Je kan toepassingen van schimmels benoemen. 
4. Je kan toepassingen van bacteriën benoemen. 
5. Je kunt uitleggen wat moderne biotechnologie is (genetische modificatie). 

Slide 12 - Tekstslide

Maakwerk
Werkboek blz. 41 en 42

Slide 13 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 14 - Woordweb