Hoofdstuk 4 Paragraaf 1

Hoe heet het register waar een onderneming zich moet inschrijven?
A
Verkoopregister
B
Kamer van Koophandel register
C
Handelsregister
D
Belastingregister
1 / 12
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Hoe heet het register waar een onderneming zich moet inschrijven?
A
Verkoopregister
B
Kamer van Koophandel register
C
Handelsregister
D
Belastingregister

Slide 1 - Quizvraag

Bij welke ondernemingsvorm wordt een bedrijf geleid door minimaal twee eigenaren die in geval van schulden aansprakelijk zijn met hun privévermogen?
A
NV
B
Eenmanszaak
C
BV
D
VOF

Slide 2 - Quizvraag

Bij welke ondernemingsvorm is de directeur in loondienst?
A
Eenmanszaak
B
VOF
C
ZZP'er
D
NV

Slide 3 - Quizvraag

Welke ondernemingsvorm geeft aandelen uit die vrij verhandelbaar zijn?
A
NV
B
BV
C
Eenmanszaak
D
VOF

Slide 4 - Quizvraag

Welke ondernemingsvorm is een rechtspersoon?
A
ZZP'er
B
NV
C
VOF
D
Eenmanszaak

Slide 5 - Quizvraag

Start van een eigen bedrijf

Financieel plan

  • I investeringsbegroting

                                             wat heb je nodig?

  • II resultatenbegroting

                                             wat ga je verdienen?

  • III financieringsplan

                                             waar betaal je alles van?

Slide 6 - Tekstslide

I: Investeringsbegroting

Overzicht van de verwachte uitgaven (voor investeringen)

om een bedrijf te kunnen starten.

Bijvoorbeeld: * gebouw * transportmiddelen

* inventaris

* voorraad goederen

* banksaldo

*kassaldo 

Slide 7 - Tekstslide

II: Resultatenbegroting
Een overzicht van alle verwachte kosten en opbrengsten.

Slide 8 - Tekstslide

Resultatenbegroting


Omzet

Inkoopwaarde

------------------  --

Brutowinst

Bedrijfskosten

------------------  --

Nettowinst

* Omzet = afzet x verkoopprijs

* Afzet = aantal stuks

* Omzet = verkoopopbrengst

* Voorbeelden van bedrijfskosten: huurkosten, vervoerskosten, reclamekosten etc.

* Negatieve nettowinst noemen we een nettoverlies.

Slide 9 - Tekstslide

III: Financieringsplan
Het plan dat uitlegt hoe de onderneming aan zijn geld komt om te kunnen starten.

Slide 10 - Tekstslide


Financieringsplan


Eigen vermogen

Vreemd vermogen

* lening bank

* lening ouders

---------------------  +

Totale financieringsbehoefte

Slide 11 - Tekstslide

De investeringsbegroting en het  financieringsplan moeten aan elkaar gelijk zijn. Waarom?

Slide 12 - Tekstslide