• Wat is LessonUp
  • Zoeken
  • Kanalen
‹Terug naar zoeken

Week 7

Week 7
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Week 7

Slide 1 - Tekstslide

Les 1

Slide 2 - Tekstslide

Lees SO
Klaar?
Pak je leesboek of ga de woordjes leren in je All Right boek.
timer
40:00

Slide 3 - Tekstslide

Morgen gaan we lezen.
Neem dus je leesboek mee.

Slide 4 - Tekstslide

Les 2

Slide 5 - Tekstslide

Lezen
timer
15:00

Slide 6 - Tekstslide

Doelen van de les
Aan het einde van de les hebben we de present simple + vragend en ontkennend herhaald.
Aan het einde van de les hebben we de Plural en Demonstrative pronouns herhaald
Aan het einde van de les hebben we de klok herhaald.

Slide 7 - Tekstslide

Plural (Meervoud)

Slide 8 - Tekstslide

Welke regel hoort hierbij?
parent

Slide 9 - Open vraag

Welke regel hoort hierbij?
watch

Slide 10 - Open vraag

Welke regel hoort hierbij?
lady

Slide 11 - Open vraag

Welke regel hoort hierbij?
tornado

Slide 12 - Open vraag

Welke regel hoort hierbij?
leaf

Slide 13 - Open vraag

Welke regel hoort hierbij?
cliff

Slide 14 - Open vraag

Welke regel hoort hierbij?
child

Slide 15 - Open vraag

Plural

De meeste vormen eindigen in het meervoud op -s. Dus plak een -s achter het woord.

parent - parents
star - stars
friend - friends
Plural

Eindigen op -sis klank: 
-es erachter. 

watch - watches
dish - dishes

Slide 16 - Tekstslide

Plural

eindigt woord op medeklinker + -y: 
De -y verandert in -ies.

lady - ladies
story - stories
Plural

Eindigt woord op medeklinker + -o:
 Plak -es erachter.

potato - potatoes
tornado - tornadoes

Slide 17 - Tekstslide

Plural

Eindigt woord op -f (klank):
 De -f verandert in -ves. 

life - lives
leaf - leaves
Plural

Eindigt woord op ff:
alleen s erachter.

cliff- cliffs
handcuff- handcuffs

Slide 18 - Tekstslide

Plural

Onregelmatig. (leer deze!)

child - children
foot - feet
mouse - mice
sheep - sheep
tooth - teeth

Slide 19 - Tekstslide

Demonstrative pronouns

Slide 20 - Tekstslide

Demonstrative pronouns

Slide 21 - Tekstslide

Kies de juiste demonstrative pronoun
........... jackets over there are blue.
A
This
B
that
C
these
D
those

Slide 22 - Quizvraag

Kies de juiste demonstrative pronoun:

Where did you buy ... skirt you're wearing?
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 23 - Quizvraag

Kies de juiste demonstrative pronoun:

Hello Nienke, are ... nice dogs yours?
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 24 - Quizvraag

Kies de juiste demonstrative pronoun.
Can you give me ...... glass over there?
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 25 - Quizvraag

Kies de juiste demonstrative pronoun:

Look at ... horses in that field!
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 26 - Quizvraag

Welke twee demonstrative pronouns passen het best?

.... is my mother's ring.
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 27 - Quizvraag

Present simple

Slide 28 - Tekstslide

What is the Present Simple?

Slide 29 - Woordweb

Present simple
Gebruik je bij: regelmatig of bij feiten 
Signaalwoorden - (sometimes/often/usually/every day) 

SHIT + s : staat SHIT (she/he/it) in de zin, dan doe je + s bij het werkwoord. 

She eats  an apple every day.
I eat an apple every day. 


Slide 30 - Tekstslide

Present simple

Slide 31 - Tekstslide

Present simple
Now, at the moment
Never, always, often
am/are/is + verb + -ing
Habits, facts
I walk, he walks

Slide 32 - Sleepvraag

Fill in the correct form of the present simple
Jane ......... to school every day.
A
cycle
B
cycles

Slide 33 - Quizvraag

Fill in the correct form of the present simple
"I ... football every Saturday"
A
play
B
plays

Slide 34 - Quizvraag

Present simple
We often ........... (to talk) about our holiday.
A
talk
B
talks

Slide 35 - Quizvraag

vragende zinnen
In het Engels worden zinnen vragend gemaakt door er een woordje bij te halen: Do voor I, You, We, They
                                            Does voor He, She, It
Do of does komt vooraan de zin te staan
bv You like dogs. => Do you like dogs?
LET OP
       She reads a lot. => Does she read a lot?

Slide 36 - Tekstslide

Ontkennende zinnen (not)
In het Engels worden zinnen ontkennend gemaakt door do not (don't) of does not (doesn't) voor het werkwoord te plaatsen.
ook hier de regel: do not voor I, You, We, They
                                     does not voor He, She, It
bv You like dogs. => You do not (don't) like dogs.
LET OP
She reads a lot => She does not (doesnt) read a lot.

Slide 37 - Tekstslide

Make questions
We have a nice car.

Slide 38 - Open vraag

Jane works in a supermarket.

Slide 39 - Open vraag

I do my homework in the evenings.

Slide 40 - Open vraag

Ontkennend maken.
They like swimming.

Slide 41 - Open vraag

Their dog barks a lot.

Slide 42 - Open vraag

Slide 43 - Tekstslide

Meer lessen zoals deze

Week 5

December 2024 - Les met 39 slides
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Present simple/ vragende voornaamwoorden/persoonlijke voornaamwoorden

December 2024 - Les met 47 slides
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Present Simple Q & N

June 2022 - Les met 38 slides
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Week 6

December 2024 - Les met 20 slides
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Week 3

November 2024 - Les met 14 slides
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

AR1_HaVw_Unit2_Demonstratives

February 2021 - Les met 33 slides
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Week 5 O17 les 1 Present simple Impact F. Unit 2 p. 46-49

January 2023 - Les met 51 slides
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Week 2

November 2024 - Les met 24 slides
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1
LessonUp
Algemene voorwaardenPrivacy StatementCookie StatementContact
Nederlands

Onze cookies

Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.

Bewerk instellingen