PGO 037A Foutje verkeerd getankt

PGO 037A Foutje verkeerd getankt
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
AutotechniekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

PGO 037A Foutje verkeerd getankt

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

De voorzitter
De voorzitter pakt de onderdelen en vraagt aan de mede studenten wat het is.
Ook gaat hij/zij vragen of de studenten weten hoe die onderdelen werken.

Slide 3 - Tekstslide

inloggen in de les

Slide 4 - Tekstslide

Brandstof soorten
Welke brandstof soorten ken je?
Hoe kan je dit herkennen?
Welke voordelen hebben welke brandstoffen?
Op welke manier werken deze systemen?

Slide 5 - Tekstslide

Vraag: 1
* Welke brandstof soorten worden er in de motorvoertuigen toegepast? 
* Actie: Benoem de brandstof soorten die jij kent. En hoe herken je dit aan de motor?

Slide 6 - Tekstslide

Vraag 2
*Wat kan er gebeuren als je de verkeerde brandstof tankt?
* Welke problemen kan je krijgen/ verwachten als je verschillende brandstoffen bij elkaar tankt? En hoe kan dit ver komen worden?

Slide 7 - Tekstslide

Vraag: 3
*Welke  onderdelen hebben regelmatig onderhoud  nodig in het brandstof systeem?
* Ga na wat je bij je stage aan onderhoud aan de verschillende systemen moet doen. Is dit bij alle brandstofsystemen hetzelfde, of zitten hier verschillen in? Denk ook aan de Verschillende locaties, en of bevestigingen.

Slide 8 - Tekstslide

Vraag: 4
*Welke onderdelen worden er in een brandstof systeem toegepast?
*Maak van 3 verschillende brandstof systemen een beschrijving van begin tot eind een schema met onderdelen met evt een afbeelding

Slide 9 - Tekstslide

vraag: 5
*Waarop moet men letten i.v.m. de veiligheid bij een brandstofsysteem?
*Noem van 3 systemen welke onderdelen je controleert en hoe wordt dit gedaan en wanneer? 
* Als je bepaalde werkzaamheden moet doen zijn er dan dingen waar je rekening mee moet houden?

Slide 10 - Tekstslide

verdelen van de groepen
We verdelen de klas in groepjes van 2.

Slide 11 - Tekstslide

ik zie jullie om 16.00u in lokaal 328
OLC

Slide 12 - Tekstslide

de terug koppeling
Wat hebben jullie ervan gemaakt?

Slide 13 - Tekstslide

Vraag: 1
Benzine 
Diesel
LPG

Slide 14 - Tekstslide

Vraag: 2
Het is mogelijk dat men een dieselvoertuig met benzine vol tankt. De vulopening van een diesel
geeft deze mogelijkheid omdat deze groter is dan bij een benzine-uitvoering. Het gevolg is dat de
mechanische delen in het dieselsysteem schade oplopen doordat de benzine te schraal is om de
bewegende delen te smeren. Daarnaast zal de ontbranding ongecontroleerd zijn waardoor de
motor niet zal lopen.
Als men toch diesel in een benzine tank weet te krijgen zal de motor slecht gaan lopen. Doordat
de diesel vettiger is dan benzine bestaat de kans dat bougies vet slaan. Als de motor wel loopt zal
er veel rook ontstaan omdat de ontbrandingstemperatuur te laag is om diesel volledig te laten
ontbranden.

Slide 15 - Tekstslide

Vraag: 3
De filters moeten periodiek vervangen of gereinigd worden. Dit is mogelijk bij de betreffende
onderhoudsbeurten. Andere onderdelen hebben geen onderhoud nodig en worden pas vervangen
indien er zich problemen of storingen voordoen of op advies van de fabrikant. 

Slide 16 - Tekstslide

Vraag: 4
Benzine inspuitsysteem.
1. Brandstoftank (opslag van de brandstof).
2. Tweewegbeveiligingsklep.
3. Benzine-afscheider.
4. Kantelbeveiligingsklep (bij kantelen van het voertuig voorkomen dat er benzine uit de tank
loopt).
5. Driewegklep (voor het regelen van de stroom benzinedamp en het beluchten van de tank).
6. Actief koolfilter (het opnemen van benzinedampen en weer afstaan bij beluchting).
7. Magneetklep (afsluiten voor de stroom benzinedampen).
8. Regeleenheid (bepalen van het aansturen van de diverse actuatoren).

Slide 17 - Tekstslide

Vraag: 4
Dieselsysteem
 Hogedrukleiding: Leiding welke de pomp verbindt met de drukgalerij.
1. Hogedrukpomp: Pomp welke de druk opbouwt tot de benodigde werkdruk.
2. Drukregelklep: Drukregeling in de pomp.
3. ECU.: Regeleenheid voor het berekenen en aansturen van de injectoren.
4. Motor toerentalsensor: Sensor voor het meten van het motortoerental.
5. Nokkenas positiesensor: Sensor welke de stand van de nokkenas aangeeft.
6. Gaspedaal positiesensor: Sensor welke de stand van het gaspedaal aangeeft.
7. Turbodruksensor: Sensor welke de turbodruk aangeeft.
8. Luchttemperatuursensor: Sensor welke de luchttemperatuur meet en doorgeeft.
9. Koelwater temperatuursensor: Sensor welke de koelwatertemperatuur meet en doorgeeft.
Ontwikkelaar: A. Mol / J. van Kuijk PGO-TV-uon: 37a-MV / 2
Ontwikkeldatum:4 oktober 2006 / 21 juni 2007 Pag. 4 van 3
PGO-037a-MV_Foutje verkeerd getankt (PAT)_tutor
10. Luchtmassameter: Sensor welke de massa meet van de binnenstromende lucht.
11. Injectoren: Inspuiten van de brandstof in de verbrandingskamer.
12. Raildrukregelaar: Drukregelaar voor het regelen van de druk in de brandstof galerij.
13. Common Rail: Hogedruk accumulator.
14. Raildruk sensor: Sensor welke de werkelijke druk in de galerij meet 

Slide 18 - Tekstslide

Vraag: 4
9. Koelwater temperatuursensor: Sensor welke de koelwatertemperatuur meet en doorgeeft.
Ontwikkelaar: A. Mol / J. van Kuijk PGO-TV-uon: 37a-MV / 2
Ontwikkeldatum:4 oktober 2006 / 21 juni 2007 Pag. 4 van 3
PGO-037a-MV_Foutje verkeerd getankt (PAT)_tutor
10. Luchtmassameter: Sensor welke de massa meet van de binnenstromende lucht.
11. Injectoren: Inspuiten van de brandstof in de verbrandingskamer.
12. Raildrukregelaar: Drukregelaar voor het regelen van de druk in de brandstof galerij.
13. Common Rail: Hogedruk accumulator.
14. Raildruk sensor: Sensor welke de werkelijke druk in de galerij meet

Slide 19 - Tekstslide

Vraag: 4
1. Microprocessor: Het berekenen van de hoeveelheid in te spuiten gas en aansturen van de
injector.
2. Brandstofkeuzeschakelaar: Schakelaar voor het instellen van de brandstofkeuze.
3. Diagnoseconnector: Aansluiting voor het koppelen en meten met diagnose apparatuur.
4. MAP-sensor: Sensor voor het meten van de druk in het inlaatspruitstuk.
5. Verdamperregelaar: Verdampen van het vloeibare gas en het regelen van de druk.
6. Gasafsluiter: Afsluiter voor het afsluiten van de gasdoorgang.
7. Gaspedaalsensor: Sensor voor het aangeven van de stand van het gaspedaal.
8. Injector: Component voor het inspuiten van het gas in het inlaatspruitstuk.
9. Lambdasensor: Meten van de hoeveelheid zuurstof in de uitlaatgassen.
10. Toerentalsensor: Meten van het toerental van de motor/krukas.
11. LPG-tank: Reservoir voor het opslaan van het vloeibare gas.

Slide 20 - Tekstslide

Vraag: 4
9. Lambdasensor: Meten van de hoeveelheid zuurstof in de uitlaatgassen.
10. Toerentalsensor: Meten van het toerental van de motor/krukas.
11. LPG-tank: Reservoir voor het opslaan van het vloeibare gas.

Slide 21 - Tekstslide

Vraag: 5
Brandstoffen zijn zeer gevaarlijk als de brandstof luchtverhouding optimaal is.
Er is dan brand- en zelfs explosiegevaar. Daarom is het heel belangrijk dat men eventuele
lekkages voorkomt.
Bij laswerkzaamheden aan voertuigen moeten de juiste maatregelen getroffen worden om brand te
voorkomen.
Denk hierbij aan het afschermen van de brandstofleidingen of eventueel de te lassen componenten
demonteren alvorens men gaat lassen, en blusmiddelen binnen handbereik.

Slide 22 - Tekstslide

Einde van de presentatie
Conclusie:
Feedback:
Was de verkregen informatie toereikend?

Slide 23 - Tekstslide

Wat vonden jullie ervan?
Tips?
Tops?
Tot de volgende keer!!

Slide 24 - Tekstslide