Op Berenjacht - Les voor kinderen van 8 jaar oud

Op Berenjacht - Les voor kinderen van 8 jaar oud

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je uitleggen wat 'We're going on a bear hunt' is en wat je tijdens de jacht tegenkomt.

Leg kort uit wat de leerdoelen zijn van deze les.

Wat weet jij al over 'We're going on a bear hunt'?

Het verhaal

Het verhaal gaat over een familie die op zoek gaat naar een beer. Ze komen verschillende obstakels tegen zoals een rivier, bos en sneeuwstorm.

Vertel kort wat het verhaal inhoudt en laat eventueel de voorkant van het boek zien.

Interactief moment

Laten we zelf op berenjacht gaan! We zullen verschillende obstakels moeten overwinnen om de beer te vinden. Wie durft er mee?

Bereid een korte activiteit voor waarbij de kinderen zelf op berenjacht gaan. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een speurtocht.

De personages

De familie in het verhaal bestaat uit een vader, moeder, dochter, zoon en baby. Ze hebben allemaal een taak tijdens de jacht.

Laat de kinderen kort kennismaken met de personages en vraag of ze bijvoorbeeld weten wat de taak van de baby is.

Herhaling

We hebben nu geleerd wat 'We're going on a bear hunt' is en wie de personages zijn. Wie kan er vertellen wat we allemaal zijn tegengekomen tijdens de jacht?

Herhaal kort wat er tot nu toe is besproken en vraag de kinderen om het verhaal samen te vatten.

Een berenjacht maken

Laten we zelf een berenjacht maken! We kunnen bijvoorbeeld een tekening maken van onze eigen jacht en de obstakels die we tegenkomen.

Bereid een creatieve activiteit voor waarbij de kinderen hun eigen berenjacht kunnen maken.

Het einde van het verhaal

Uiteindelijk vinden ze de beer en moeten ze snel terugrennen naar huis. Gelukkig is het gezin veilig thuisgekomen.

Vertel kort hoe het verhaal afloopt en vraag of de kinderen het einde hadden verwacht.

Afsluiting

We hebben geleerd wat 'We're going on a bear hunt' is en wie de personages zijn. We hebben zelf een berenjacht gemaakt en het verhaal afgerond. Wie vond het leuk om op berenjacht te gaan?

Rond de les af door te vragen wat de kinderen van de les vonden en of ze nog vragen hebben.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.