Schrijven les 1

Welkom 3HD

Pak je spullen erbij en wacht rustig de start van de les af
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom 3HD

Pak je spullen erbij en wacht rustig de start van de les af

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Terugblik
Lesdoelen
Uitleg
Zelfstandig werken
Lesdoelen controleren
Lezen



Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Je leert hoe je:
- een onderwerp uitwerkt tot een plot

- levensechte personages verzint en een perspectief kiest voor je verhaal

Slide 3 - Tekstslide

Plot (verhaallijn)
Een verhaal is geen verhaal zonder goede structuur. 

Deze structuur wordt bij veel boeken en films opgebouwd volgens dezelfde 7 stappen.

Het begin (stap 1) bestaat uit een hoofdpersoon met een doel, wens of probleem.

Slide 4 - Tekstslide

Plot (verhaallijn)
Een plot kan je samenvatten in 1 zin, een premisse. 
Een premisse is de kleinst mogelijke formulering waarin je de ontwikkeling van een verhaal, van begin, tot middenstuk, tot einde, kunt samenvatten.
Voorbeeld:
"Een jonge leeuw moet de uitdagingen van verraad overwinnen om zijn rechtmatige plaats als koning te heroveren.'

Slide 5 - Tekstslide

Werken met je buur (10 min)
Lees de theorie nog eens door en
maak samen opdracht 1, 5 & 6

Schrijfvaardigheid (par. 24) blz. 98 t/m 101

Slide 6 - Tekstslide

Personages & Perspectief
Wie is het personage in jouw verhaal favoriete verhaal?

Vanuit welk perspectief wordt dit verhaal verteld? 

Slide 7 - Tekstslide

Personages & Perspectief
Een verhaal bevat meestal personages. Een schrijver laat dit personage tot leven komen met het beschrijven van gevoelens, gedachten, voorkeuren, gewoontes en de persoonlijkheid.

Een perspectief bepaalt hoe een verhaal wordt gepresenteerd en dus hoe het wordt ervaren. Zo kan de schrijver invloed uitoefenen op de lezer en op het gevoel bij het verhaal.

Slide 8 - Tekstslide

Personages & Perspectief
Er zijn verschillende perspectieven die allemaal uniek zijn:
1. Ik-perspectief: Wordt verteld vanuit de eerste persoon. Je komt alle gedachten en acties van deze persoon te weten.
2. Hij/zij-perspectief (personaal): Wordt verteld vanuit de derde persoon. Beperkt tot de ervaringen van specifieke personages.
3. Auctoriaal (alwetend) perspectief: Een verteller die alles weet en volledige kennis heeft van personages en gebeurtenissen.

Slide 9 - Tekstslide

Personages & Perspectief
Het vertellen van verhalen lijkt zo heel ingekaderd. Dat is absoluut niet waar. Een mooi voorbeeld hiervan is het meervoudig perspectief.

Binnen het bijvoorbeeld het ik-perspectief kan je een meervoudig perspectief tegenkomen. Er worden in verschillende hoofdstukken andere personages behandeld.

Slide 10 - Tekstslide

Zelfstandig werken (10 min)
Lees de theorie nog eens door en
maak opdracht 3, 4, 6 (par. 25; blz. 102 t/m 105)
&
maak opdracht 3, 4 & 7 (par. 26; blz. 106 t/m 109)

Slide 11 - Tekstslide

Controleren lesdoelen
Je hebt geleerd hoe je:
- een onderwerp uitwerkt tot een plot

- levensechte personages verzint en een perspectief kiest voor je verhaal

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk voor na de vakantie
  • opdracht 1, 5 & 6 (par. 24; blz. 98 t/m 101)

  • opdracht 3, 4, 6 (par. 25; blz. 102 t/m 105)

  • opdracht 3, 4 & 7 (par. 26; blz. 106 t/m 109)

Slide 13 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 14 - Tekstslide

Wat hebben we gedaan vandaag?

Slide 15 - Tekstslide