Geschiedenis introductie

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Geschiedenis

Introductie

Wat gebruik je dit jaar?

-Feniks

- Leesboek / werkboek

- Aantekeningen schrift

magister:

- Huiswerk

- Toetsen

- opdrachten

Teams

- Berichten

Email:

[e-mail]

Leerdoel

Aan het eind van deze les: 

• Weet je waarom geschiedenis een belangrijk vak is.
  
• Kun je uitleggen wat je bij het vak geschiedenis leert. 
• Weet je wat je komend jaar kan verwachten.

Wat kun je verwachten?

TW1: Koloniale relatie Nederland en Indonesië  

TW2: Culturele en mentale ontwikkelingen in Nederland na 1945

TW3: Conflict tussen Israël en de Arabische wereld

TW4: De Koude Oorlog

Wat is geschiedenis volgens jou?

'Geschiedenis is niet belangrijk, het is allemaal toch al gebeurd'

1. Hier ben ik het mee eens
2. Hier ben ik het niet mee eens

Waarom Geschiedenis?

• Geschiedenis leert je wat mensen in het verleden deden en waarom ze dat deden.
  
• Geschiedenis gaat je laten inzien waarom de wereld is zoals hij nu is.
  
• Geschiedenis helpt je om gebeurtenissen van nu te begrijpen. 
  
• Geschiedenis leert je allerlei algemene vaardigheden aan.
  
• Geschiedenis combineert allerlei andere vakken tot één vak.
• Geschiedenis gaat over jezelf; over je familie; over waar jij vandaan komt en waar jouw voorouders vandaan komen

Wat weten jullie al van geschiedenis?

Wie had de meeste macht in het oude Egypte?

1. Koning
2. Farao
3. Keizer
4. Volk

Wat betekent democratie?

1. Een koning regeert
2. Het volk regeert
3. Een tiran regeert
4. Een kleine groep rijken regeert

Wie ontdekte Amerika?

1. Vasco da Gama
2. Ferdinand Magellaan
3. Christoffel Columbus
4. Marco Polo

Wie is de man op de achtergrond ?

1. Lodewijk XIV
2. Alexander I
3. Robespierre
4. Napoleon

Wat is industrialisatie?

1. Het verdwijnen van landbouw en het ontstaan van steden.
2. Het ontstaan van industrie (fabrieken) in een gebied waar eerst vooral landbouw was.
3. Een speciale dans.
4. Mensen die in fabrieken werken.

De Eerste Wereldoorlog duurde van...

1. 1914 - 1918
2. 1914 - 1917
3. 1939 - 1945
4. 1940 - 1945

Wie is de man op de achtergrond?

1. Winston Churchill
2. Benito Mussolini
3. Adolf Hitler
4. Josef Stalin

Wat betekent de Koude Oorlog?

1. Een oorlog gevoerd in een koude periode
2. Een oorlog waarin veel actie ondernomen wordt
3. Een oorlog waarin weinig actie ondernomen wordt
4. Een oorlog in de winter.

Welke gebeurtenis zie je op de achtergrond?