Unit 3

English
T3
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

English
T3

Slide 1 - Tekstslide

Planning
1. Introduction
2. Practical stuff
3. Unit 3
4. Grammar Recap
5. Practise Grammar
6. Unit 3.1 Check

Slide 2 - Tekstslide

Introduction
- Mevr. Doldersum
- Dedemsvaart
- Vechtdal Hardenberg

Slide 3 - Tekstslide

Practical Stuff
Teams:
- Camera aan bij begin van de les
- Volgende les via Teams aangemaakt

LessonUp:
- Niet meedoen met LessonUp = afwezig

Huiswerk:
- In magister?
- Online

Slide 4 - Tekstslide

Unit 3.1

Slide 5 - Tekstslide

Unit 3.1
Ik ken de woordjes van Lesson 1
A
0-25%
B
25-50%
C
50-75%
D
75-100%

Slide 6 - Quizvraag

Unit 3.1
Ik begrijp het verschil tussen may & might.
A
0-25%
B
25-50%
C
50-75%
D
75-100%

Slide 7 - Quizvraag

Weet je 50% zeker dat iets gaat gebeuren, gebruik je...
A
may + hele werkwoord
B
might + hele werkwoord

Slide 8 - Quizvraag

Mag ik nu gaan?
.... I ..... (to go) now?

Slide 9 - Open vraag

Zou ik de minister wat mogen vragen?
.... I ..... (to ask) the Minister a question, please??

Slide 10 - Open vraag

Unit 3.1
Ik ken de regels van de past continuous.
A
0-25%
B
25-50%
C
50-75%
D
75-100%

Slide 11 - Quizvraag

Unit 3.1
Ik kan de past continuous toepassen.
A
0-25%
B
25-50%
C
50-75%
D
75-100%

Slide 12 - Quizvraag

Vertaal:
Ik was aan eten gisteren.

Slide 13 - Open vraag

Recap may & might

Slide 14 - Tekstslide

May + hele werkwoord

- misschien; mag/ mogen
- formeel
- 50% kans

Jake is late, he may be ill
May I go to the toilet, please?
Might + hele werkwoord

- heel misschien; mag/ mogen
- heel formeel
- 30% kans

She might not be able to visit.
Might I ask you a question, mister President?

Slide 15 - Tekstslide

Practice May vs. Might
- Unit 3.1, opdr. 7 (p. 91)

May vs. Might duidelijk?
Huiswerk: 
Mk: Unit 3.2
Lr: Unit 3 lesson 2
timer
15:00

Slide 16 - Tekstslide

Recap past continuous

Slide 17 - Tekstslide

Past Continuous = was/were + ww + ing

- verleden tijd
- was in het verleden aan de gang
- in NL: 'ik was aan het ....' 

+ They were cleaning the house.
- They weren't cleaning the house.
? Were they cleaning the house?

Slide 18 - Tekstslide

Past Continuous = was/were + ww + ing

Was of were?

I was
You were
He/she/it was
We were
You were
They were

Slide 19 - Tekstslide

Maak de past continuous
I ____ ______ (play) a game

Slide 20 - Open vraag

Maak de past continuous
They ____ ______ (walk) through the city.

Slide 21 - Open vraag

Practice Past Continuous
- Unit 3.1, opdr. 8 (p. 92)

Grammatica duidelijk?
Huiswerk: 
Mk: Unit 3.2
Lr: Unit 3 lesson 2
timer
1:00

Slide 22 - Tekstslide

Unit 3.1

Slide 23 - Tekstslide

Unit 3.1
Ik ken de woordjes van Lesson 1
A
0-25%
B
25-50%
C
50-75%
D
75-100%

Slide 24 - Quizvraag

Close
Impatient
Judge (to)
Loneliness
Stroke (to)
Tail
Wag (to)

dichtbij
ongeduldig
kwispelen
oordelen
staart
eenzaamheid
aaien

Slide 25 - Sleepvraag

Unit 3.1
Ik begrijp het verschil tussen may & might.
A
0-25%
B
25-50%
C
50-75%
D
75-100%

Slide 26 - Quizvraag

Unit 3.1
Ik ken de regels van de past continuous.
A
0-25%
B
25-50%
C
50-75%
D
75-100%

Slide 27 - Quizvraag

Unit 3.1
Ik kan de past continuous toepassen.
A
0-25%
B
25-50%
C
50-75%
D
75-100%

Slide 28 - Quizvraag

Practice grammar/homework
Online oefenen (past continuous)
- Unit 3.1, opdr. 7 +8 (p. 92)

Huiswerk
Mk: Unit 3.2
Lr: Unit 3 lesson 2

Slide 29 - Tekstslide