Past tenses

Grammar - Past Tenses
Past Simple & Continuous
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Grammar - Past Tenses
Past Simple & Continuous

Slide 1 - Tekstslide

Past simple
Aangeven dat iets in het verleden plaatsvond / gebeurde.

Werkwoord + ed of irregular (onregelmatig)

I walked for hours yesterday.
I made a shocking discovery.

Slide 2 - Tekstslide

Past continuous
Aangeven dat iets op een bepaald moment in het verleden aan de gang was.

Verleden tijd to be (was/were) + ing

He was looking down the hill.
They were searching all night long.

Slide 3 - Tekstslide

Past simple + continuous
Combinatie: geeft aan dat er iets gebeurde (simple) terwijl er iets anders aan de gang was (continuous).

He broke his leg when he was skiing
I was looking around when I saw him standing there.

Slide 4 - Tekstslide

Past simple or Past continuous?

I was having a shower.
A
Past simple
B
Past continuous

Slide 5 - Quizvraag

Dus..... Maak maar af:
De past continuous duurt ......
en de past simple duurt.....
A
KORT LANG
B
LANG KORT

Slide 6 - Quizvraag

When I _______ at the party, everyone _______. (past simple/continuous)
A
arrived, was dancing
B
had arrived, was dancing
C
arrived, danced
D
had arrived, danced

Slide 7 - Quizvraag

Past simple of past continuous:

She ________ when the shark _______ her.
A
surfed; attacked
B
was surfing; attacked
C
surfed; was attacking
D
was surfing; was attacking

Slide 8 - Quizvraag

Past Simple vs Past Continuous:

Hoe zet je een werkwoord in de Past Simple vorm?
A
werkwoord + (e)d
B
werkwoord + ing
C
werkword + was/were +ing
D
werkwoord + t

Slide 9 - Quizvraag

Past simple or Past continuous?

She played the piano.
A
Present Simple
B
Past Simple

Slide 10 - Quizvraag

Past Simple / Past Continuous

She ... (feel) pretty sick yesterday
A
Past Continuous
B
Past Simple

Slide 11 - Quizvraag

past simple/past continuous

You ... (study) when she called.
A
Present Perfect
B
Past Simple
C
Past Continuous
D
Present simple

Slide 12 - Quizvraag

In een zin met de past continuous EN de past simple, onderbreekt de .............. de .................... .
A
past simple de past continuous
B
past continuous de past simple

Slide 13 - Quizvraag