SKL 3 les 1 circuit

Het 'circuit'
-evolutiespel (abstractie)
- mens als computer  (patroonherkenning)
- hagelslagrobot (algoritme)

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
MediawijsheidHBOStudiejaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Het 'circuit'
-evolutiespel (abstractie)
- mens als computer  (patroonherkenning)
- hagelslagrobot (algoritme)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ronde 1 - evolutiespel
Abstractie van een stroommodel

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bacterie: loop gehurkt en waggelend rond en zeg ‘blubberb’


Vis: loop rond als een vis en zeg ‘blub blub’

Dino: loop stampend en briesend rond 

Aap: loop rond als een aap en roep ‘oeh oeh’ 

Oermens: loop zwaaiend met je armen rond en grom

Schaar wint 
van papier




Steen wint 
van schaar




Papier wint 
van steen

Het spel

Slide 3 - Tekstslide

De groep speelt het spel net zo lang totdat er één persoon een oermens is. 
Evolutiespel
Er zijn vijf levels:
Een bacterie, een vis, een dino, een aap en een oermens. (Loop samen met de leerlingen de levels door en doe de bewegingen voor, laat de leerlingen de bewegingen nadoen.) We beginnen met z’n allen in level 1. We lopen door de klas als bacterie. Als je iemand tegenkomt, speel je samen het spel ‘steen papier schaar’. (Vraag of dit spel bekend is bij de leerlingen. Zo niet, leg het spel nog even uit.) Heb je gewonnen? Dan ga je een stap omhoog in de evolutie. Heb je verloren? Dan ga je (indien mogelijk) een stap terug in de evolutie. Vervolgens loop je alle twee verder (nu in je nieuwe karakter). Degene die als eerste een oermens is, heeft gewonnen!

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evolutiespel
 Evolutie bestaat uit een aantal stappen en er moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan voordat er evolutie plaats kan vinden. Om dit inzichtelijk te maken, kunnen we een stroomdiagram gebruiken. Een stroomdiagram is een diagram met blokjes en lijnen die duidelijk maakt hoe een proces verloopt. Er zijn verschillende soorten blokken in
een stroomdiagram: een rondje staat voor start of eind, een rechthoek staat voor een taak of een activiteit en een ruitje staat voor een keuze. De blokken worden met lijnen aan elkaar
verbonden.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een stroomdiagram

Slide 6 - Tekstslide

Nog een paar voorbeelden van mogelijkheden die je kan toepassen. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bouw je eigen stroommodel
Doe dit naar aanleiding van het evolutiespel. 
- geef vorm
- gebruik kleur
- maak een foto van het eindproduct

Er worden veel stroommodelen gemaakt om het denkproces van de mens inzichtelijk te maken. 

Slide 8 - Tekstslide

https://api.lessonup.com/v1/media/DanZpX5KSu2DjRfNj

Verschillende stroomdiagrammen

Slide 9 - Tekstslide

hier enkele voorbeelden. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plaats hier jouw stroommodel

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je eigen 
stroomdiagram

Slide 12 - Tekstslide

Er worden veel stroommodelen gemaakt om het denkproces van de mens inzichtelijk te maken. Hier een voorbeeld uit de covidperiode. 
Stroomdiagrammen door programmeurs

Slide 13 - Tekstslide

Programmeurs zijn veelal ook bezig om stroommodellen voor de computer te ontwikkelen om het systeem de juiste keuzes te laten maken. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Link

mocht je meer over deze les willen weten ga dan naar de volgende link
Ronde 2 - mens als robot
Patroonherkenning 
Het houdt het vinden van gelijkenissen en/of patronen in bij kleine, ontleedde problemen, wat ons helpt om complexere problemen efficiënter op te lossen. 
overeenkomsten mens en computer

Slide 16 - Tekstslide

Het houdt het vinden van gelijkenissen en/of patronen in bij kleine, ontleedde problemen, wat ons helpt om complexere problemen efficiënter op te lossen.
 Een computer is net een mens?!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak de juiste paren
Maak de koppeling tussen het computeronderdeel en het mensonderdeel. Benoem met elkaar de overeenkomst.

Slide 18 - Tekstslide

De docent deelt de enveloppen uit met daarin de kaartjes. De studenten gaan de juiste paren maken en benoemen waarom die bij elkaar horen. 
Dan volgen nu de antwoorden:

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Als je naar het menselijk lichaam kijkt, zie je alleen de
huid. Alle onderdelen zoals je hart, longen en hersenen zie je
niet van de buitenkant. Zo is het ook bij de computerkast, de
onderdelen zijn “verstopt

Slide 21 - Tekstslide

 Een computer heeft net als een mens voeding nodig
om iets te kunnen doen. De voeding van de mens is alleen heel
anders dan de voeding van een computer. De voeding van een
computer is eigenlijk de kabel die van het stopcontact naar
de achterkant van de computerkast gaat. Het blokje wat je op
het scherm ziet [wijs naar het scherm] zit vastgemaakt aan
de computerkast. Ook heeft de voeding draden die worden
aangesloten op het moederbord.

Slide 22 - Tekstslide

 De processor is eigenlijk het hart van de computer.
Zonder een processor kan de computer niet werken. De
processor zorgt er namelijk voor dat alle andere onderdelen
kunnen werken. Dit noem je aansturen. Een processor is
eigenlijk heel de tijd bezig met rekenen en het aansturen zodat
jij kunt computeren. 

Slide 23 - Tekstslide

 Als je de computerkast open maakt zie je een grote
groene plaat met allemaal zilveren stipjes en dingen er op. Dit
is het moederbord. Op het moederbord worden alle andere
onderdelen aangesloten. Zonder het moederbord zouden alle
computeronderdelen los in de kast liggen en niet met elkaar
kunnen werken. Dit kun je een beetje vergelijken met je skelet.
Als je geen ribben had, dan zouden je organen door je lijf
vliegen bij alles wat je doet. Ze zouden misschien in de knoop
komen en dan kunnen ze niet meer zo goed samenwerken

Slide 24 - Tekstslide

Een computer heeft ook twee soorten hersenen. Een
harde schijf zorgt dat bijvoorbeeld je werktstuk opgeslagen
blijft. Dat is dus eigenlijk het langetermijngeheugen. Je
werkstuk blijft opgeslagen, zelfs als de computer uit
staat. Net zoals lopen nog opgeslagen blijft staan in jullie
langetermijngeheugen als jullie slapen.
Het kortetermijngeheugen van een computer heet het intern
geheugen.

Slide 25 - Tekstslide

We hebben nu al een paar dingen geleerd van de
computer, maar we hebben het nog niet gehad over het
computerscherm. Zonder scherm kun je niet zien wat je aan
het doen bent. Daarvoor is de videokaart. De videokaart is
een kaart die op het moederbord aangesloten wordt. Aan
de achterkant heeft hij een aansluiting voor de kabel van het
scherm. Zonder de videokaart kunnen we dus niet zien wat er
gebeurt. 

Slide 26 - Tekstslide

Om te kunnen internetten heb je op je telefoon of tablet
wifi nodig. Met je computer kun je vaak ook verbinden met
je wifi netwerk. Maar niet alle computers hebben wifi. Deze
computers hebben dan een netwerkkaart. De netwerkkaart
wordt aangesloten op het moederbord en wordt zo in
de computerkast gezet dat je er aan de achterkant een
internetkabel in kunt doen. Met een netwerkkaart verbind je
jouw computer met de rest van de wereld. Alsof je een grote
kring van mensen hebt die elkaars handen vast houden. 

Slide 27 - Link

mocht je meer over deze les willen weten ga dan naar de volgende link
Ronde 3 - de hagelslagrobot
Algoritme
Heel precies stappenplan, een reeds instructies die wanneer stap voor stap in de juiste volgorde wordt uitgevoerd tot een voorafgesteld doel leidt.
Schrijf een algoritme voor een robot en voer uit. 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Wij gaan nu ook een robot programmeren. We gaan een robot een boterham met hagelslag
laten maken. Jullie gaan precies op schrijven welke stappen hij hiervoor moet nemen. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

stappen
  • Schrijf de stappen op om een boterham met hagelslag te maken.
  • Gebruik alleen de genoemde woorden.
  • Klopt het programma? Controleer.
  • Zo niet... debug jouw programma (haal de fouten er uit).
  • Test uit op de hagelslagrobot (medestudent)


Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

gebruik alleen deze woorden!!

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Link

https://www.lessonup.com/nl/channel/futurenl/series/509ed9706731b2ae88e13ca2

Je hebt de lessen bekeken van de Digi-doeners. Welke vind je leuk om te gaan geven?

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke les ga je geven?

Slide 35 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies