Woordenboek

Wörterbuch
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wörterbuch

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van deze les...
  • Weet je hoe een woordenboek kan helpen bij het maken van een leestoets
  • Weet je hoe je een woordenboek zo effectief mogelijk kan gebruiken

Slide 2 - Tekstslide

lijst van afkortingen
 Bestudeer vóór het eerste gebruik zorgvuldig de lijst van afkortingen en bijzondere tekens voor in het woordenboek en het grammaticale overzicht achterin. 

Slide 3 - Tekstslide

Wat volgt er na een •

Slide 4 - Open vraag

Wat betekent de afkorting RECR.

Slide 5 - Open vraag

Wat betekent de afkorting MIN.

Slide 6 - Open vraag

Hoeveel tijd kost het opzoeken van een woordje gemiddeld?
A
15 seconden
B
30 seconden
C
60 seconden
D
90 seconden

Slide 7 - Quizvraag

Zoek niet alles op!
Soms is het niet belangrijk dat je precies weet wat een woord betekent. In de opsomming ‘giraffen, olifanten, krokodillen en xxx’ weet jij dat xxx ook een exotisch dier moet zijn, meestal is dat voldoende. 

Slide 8 - Tekstslide

spreek het uit
Spreek het woord in gedachten uit. Soms ‘hoor’ je dan dat het op het Nederlands (of een andere taal) lijkt. Bijvoorbeeld: het Duitse woord ‘Flut’ spreek je uit als...

Slide 9 - Tekstslide

Wat betekent het Duitse woord ‘Flut’?

Slide 10 - Open vraag

Volgorde
Alle woorden staan op alfabetische volgorde. Je kijkt altijd eerst naar de eerste letter, dan naar de tweede enz.
De letters met Umlaut (ä, ö en ü) staan op dezelfde plek als dezelfde letter zonder Umlaut; de ‘β’ staat bij ss. 

Slide 11 - Tekstslide

Samengestelde woorden
  Het Duits kent veel samengestelde woorden. Soms moet je dan de delen apart opzoeken.

Slide 12 - Tekstslide

Zelfstandige naamwoorden
Zoek van Zelfstandige naamwoorden altijd het 
ENKVELVOUD
op

Slide 13 - Tekstslide

Werkwoorden
Zoek van werkwoorden altijd het 
HELE WERKWOORD
op

Slide 14 - Tekstslide

Wat betekent Sondermüll?

Slide 15 - Open vraag

Wat betekent Vorverkaufsstelle?

Slide 16 - Open vraag

Wat betekent Feinstaubplakette?

Slide 17 - Open vraag

Oefenen met een tekst

Slide 18 - Tekstslide

Oefenen met een tekst

Slide 19 - Tekstslide

Wat betekent:
"Ernähung" (intro)

Slide 20 - Open vraag

Wat betekent:
"Entscheidung" (Absatz 1)

Slide 21 - Open vraag

Wat betekent:
"Lasagne mit Hackfleisch" (Absatz 2)

Slide 22 - Open vraag

Wat betekent:
"Inhaltsstoffe" (Absatz 3)

Slide 23 - Open vraag

Wat betekent:
"Geschmacksverstärker" (Absatz 4)

Slide 24 - Open vraag

Wat betekent:
"Mehrheitsverhältnisse" (Absatz 5)

Slide 25 - Open vraag

Wat betekent:
"gekippt" (Absatz 5)

Slide 26 - Open vraag

Wat betekent:
"Süßkartoffeltorte" (Absatz 6)

Slide 27 - Open vraag

Maak nu de vragen 
bij deze tekst

Slide 28 - Tekstslide

Frage 29

Slide 29 - Tekstslide

Frage 30

Slide 30 - Tekstslide

Frage 31

Slide 31 - Tekstslide

Frage 32

Slide 32 - Tekstslide

Frage 33

Slide 33 - Tekstslide

Frage 34

Slide 34 - Tekstslide

Aan het einde van deze les...
  • Weet je hoe een woordenboek kan helpen bij het maken van een leestoets
  • Weet je hoe je een woordenboek zo effectief mogelijk kan gebruiken

Slide 35 - Tekstslide

Ende

Slide 36 - Tekstslide