f: 'fehlt' een droge periode ontbreekt, heel het jaar neerslag.
s: 'sommertrocken', droge periode in de zomer
w: 'wintertrocken', doge periode in de winter
BS: Steppeklimaat (een periode met neerslag)
BW: Woestijnklimaat (altijd droog)
EF: Warmste maand onder 0 °C
EH: Hooggebergteklimaat
ET: Toendraklimaat