Les 9 - Voedingsleer

Voedingsleer - les 9
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Voedingsleer - les 9

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weekplanning
Week 1: Gezonde voeding
Week 2: Spijsverteringskanaal
Week 3: Bouw en de vertering van voedingsstoffen + allergenen, intoleraties en PDS
Week 4: Herhaling + toets deel 1 (donderdag vervalt de les)
Week 5: Koolhydraten (maandag vervalt de les)  (ALMELO: eiwitten)
Week 6: Koolhydraten  eiwitten en vocht (ALMELO Vocht en vet en vitamines)
Week 7: Vetten, vitaminen en mineralen  (ALMELO Vitamine en mineralen) (dinsdag ALMELO vervalt)
Week 8: Toets deel 2

2 toetsen + opdracht 'Hoe gezond eet ik?' = eindcijfer 

Slide 2 - Tekstslide

Vermelden welke lessen uitvallen
Lesplanning
  • Allergenen
  • Prikkelbaardarmsyndroom

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Jij kunt beschrijven wat het prikkelbare darm syndroom inhoudt
  • Jij kunt het verschil tussen een allergie en intolerantie toelichten
  • Jij kent verschillende soorten allergieën
  • Jij kent verschillende soorten voedselallergenen
  • Jij weet op welke manier een allergische reactie optreedt en op welke manier men hierop moet reageren

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ben je allergisch? Zo ja, voor wat?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Allergenen
Eiwitten die allergische reacties opwekken

Voedselallergenen
Inhalatieallergenen
Contactallergenen
Zoek op:
  • op welke manier komen de verschillende allergenen het lichaam binnen?
  • Noem een aantal voorbeelden.

Slide 6 - Tekstslide

Voedselallergenen:  zij komen het lichaam binnen via eten.
Men kan allergisch zijn voor veel verschillende eiwitten in het voedsel. Hiervan zijn 14 vastgestelde allergenen die het meest voorkomen en dus altijd dikgedrukt of in een ander lettertype  vermeld moeten worden op het etiket. 

Inhalatieallergenen: Zij komen het lichaam binnen via inademing. Voorbeelden zijn: stuifmeelpollen of uitwerpselen van huisstofmijt.

Contactallergenen: zij komen het lichaam binnen via contact met de huid. Voorbeelden zijn: bestanddelen van cosmetica.

Vastgestelde ingrediëntenlijst
  • Ingrediënten die overgevoeligheidsreacties veroorzaken extra duidelijk op etiket 
  • 14 allergenen 
  • Ook hiervan afgeleide stoffen moeten worden vermeld

Slide 7 - Tekstslide

Verschillende producten meenemen en de klas laten kijken welke allergenen er in de verschillende producten zitten en hoe deze op het etiket staan vermeld.

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vindt onderzoek naar allergeniciteit plaats?

Slide 9 - Open vraag

Bij het onderzoeken van de allergeniciteit van een stof wordt bepaald of mensen er allergisch voor kunnen zijn of kunnen worden. Dat onderzoek wordt vooral gedaan met nieuwe producten die op de markt komen, zoals sommige tropische vruchten of genetisch gemodificeerde producten.
Sommige voedingsmiddelen die als niet-allergeen uit een onderzoek kwamen, veroorzaken toch allergische reacties. Dat komt doordat sommige mensen anders reageren op de stof dan proefpersonen.
Verschijnselen allergie
  • jeuk of vlekjes op de (hele) huid, allergisch eczeem  
  • gezwollen oogleden  
  • gezwollen oogwit  
  • tranende ogen  
  • kriebel in de neus  
  • tintelingen van de tong  
  • niezen  
  • loopneus  
  • hoesten, piepen of benauwdheid kunnen wijzen op een allergie 
  • overgeven, diarree, buikklachten 
  • dikke keel, benauwdheid
  • anyfylactische shock (welke kan leiden tot de dood)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Intolerantie


  • Niet-allergische reactie 
  • Afweersysteem speelt geen of onbelangrijke rol 
  • Bijvoorbeeld tekort aan bepaald enzym of stoffen die al in voeding aanwezig zijn 
  • Triggers
Allergie 

  • Heel heftige reactie op bepaalde eiwitten 
  • Eiwitten worden allergenen genoemd 
  • Antistoffen worden gevormd en er komt histamine vrij 
  • Histamine: allergische klachten

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Coeliakie
  • Glutenintolerantie 
  • Darmvlokken gaan kapot bij regelmatige aanraking met gluten 
  • Op den duur ernstige beschadigingen (geen darmvlokken) 
  • Verminderde opname voedingsstoffen 
  • Tekort aan vitaminen en mineralen + gewicht afname

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prikkelbaar darmsyndroom (PDS)


  • Chronische aandoening
  • Buikkrampen
  • Functionele buikklachten
  • FODMAP

Slide 15 - Tekstslide

Het Prikkelbare Darm Syndroom (PDS) of Irritable Bowel Syndrome (IBS) is een verstoring van de functie van het maag-darmkanaal, met name van de dikke darm. Het is een veel voorkomende chronische darmaandoening. Deze kenmerkt zich door buikpijn, buikkrampen, problemen met de ontlasting, een opgezette buik of winderigheid door gasvorming. Mensen met PDS ervaren vaak diarree of juist verstopping. Een poeppatroon waarbij diarree en verstopping elkaar afwisselen komt ook voor. Pijn in de buik staat op de voorgrond bij PDS. 

PDS behoort tot de zogenaamde functionele buikklachten of functionele maag-darmklachten. Dit betekent dat er klachten zijn, zonder duidelijk aantoonbare onderliggende ziekte. Wanneer de huisarts denkt aan PDS doet hij of zij een onderzoek. Als dit onderzoek geen zichtbare afwijkingen aan de darmen laat zien, maar de typische PDS-klachten wel aanhouden, stelt de arts de diagnose PDS
 
Mogelijke oorzaken van PDS zijn - verstoring in communicatie tussen hersenen en darmen, beschadiging van de darmwand, erfelijke aanleg: 

Mogelijke behandelingen:
medicijnen, therapieën, speciaal voedingsadvies (FODMAP) 
https://www.mlds.nl/chronische-ziekten/pds-prikkelbare-darm-syndroom/behandeling-van-het-prikkelbare-darmsyndroom-pds/

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Maak individueel een voorlichtingsfolder over allergieën en intoleranties:
  • Het verschil tussen een voedselallergie en een voedselintolerantie
  • De manier waarop het lichaam reageert bij een voedselallergie en voedselintolerantie. Let op dat je dit duidelijk weergeeft in stappen. Neem hierbij ook mee op welke manier het lichaam reageert op het stofje histamine.
  • De manier waarop mensen worden getest op allergieën en intoleranties, daarbij de verschillende soorten allergieën meenemend.
Let op: dit telt voor  10% mee voor je eindcijfer voor voedingslees

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Jij kunt beschrijven wat het prikkelbare darm syndroom inhoudt
  • Jij kunt het verschil tussen een allergie en intolerantie toelichten
  • Jij kent verschillende soorten allergieën
  • Jij kent verschillende soorten voedselallergenen
  • Jij weet op welke manier een allergische reactie optreedt en op welke manier men hierop moet reageren

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies