werkwoorden vervoegen

werkwoorden vervoegen
zwakke werkwoorden
- stam op d/t

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

werkwoorden vervoegen
zwakke werkwoorden
- stam op d/t

Slide 1 - Tekstslide

werkwoord zoals wohnen

Slide 2 - Tekstslide

Du [wohnen] in einer Etagenwohnung.
A
wohne
B
wohnst
C
wohnt
D
wohnen

Slide 3 - Quizvraag

werkwoorden met stam op d/t

Slide 4 - Tekstslide

Du [warten] bei der Bushaltestelle.
A
warte
B
wartest
C
wartst
D
warten

Slide 5 - Quizvraag

Welke stappen volg jij om het werkwoord in onderstaande zin te vervoegen? Schrijf de stappen op.

1. Er [warten] auf seine Mutter.

Slide 6 - Open vraag

Sabine [tanzen] auf einer Party.

Slide 7 - Open vraag

Ich [arbeiten] im Supermarkt.

Slide 8 - Open vraag

Ihr [skaten] jeden Mittwoch im Park.

Slide 9 - Open vraag

[Mieten] du eine Ferienwohnung?

Slide 10 - Open vraag

Wir [laufen] nach Hause.

Slide 11 - Open vraag

Meine Schwester [faulenzen] den ganzen Abend.

Slide 12 - Open vraag

Ik weet hoe ik een werkwoord moet vervoegen.
0100

Slide 13 - Poll