Impulsgeleiding

Bs 5 Impulsgeleiding
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Bs 5 Impulsgeleiding

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Leerdoelen
 Je kunt beschrijven hoe impulsgeleiding plaatsvindt.
Je kunt beschrijven hoe impulsoverdracht plaatsvindt.

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je nog?
1. Behoort een zenuwcel die verbonden is met een speekselklier tot het animale of autonome zenuwstelsel?
2. Welk deel van je autonome zenuwstelsel is actief?
- Als je hardloopt?
- Als je slaapt?
3. Je krijgt medicijnen die het orthosympatische deel van het autonome zenuwstelsel remmen.
- Wat gebeurt er met speekselafgifte?
- En hartslagfrequentie?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Voorkennis
  • Zenuwstelsel ontvangt, verwerkt en verstuurt informatie
  •  informatie wordt verstuurt via impulsen
  • zenuwstelsel bestaat uit: CZS en perifere zenuwstelsel
  • in het celmembraan zitten transporteiwitten
  • Cafeïne, alcohol en drugs beïnvloeden de overdracht van impulsen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

- communicatie tussen cellen door impulsgeleiding en neurotransmitters
- geen impuls --> 

Slide 8 - Tekstslide

Zenuwcel
(neuron)
Zenuwcel bestaat uit:
1. Dendriet
2. Cellichaam
3. Celkern
4. Axon
5. Myelineschede
6. Synaps

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Impuls
Impulsen zijn elektrische signalen: ladingsverschil.

Binnenkant cel tov buitenkant is -70mV (rustpotentiaal).

Slide 12 - Tekstslide

Thema 6 regeling en waarnemen
Paragraaf 4

Slide 16 - Tekstslide

Impulsgeleiding
Myelineschedes zorgen voor sprongsgewijze impulsgeleiding.

Alleen op de open stukken
actiepotentiaal.

Slide 17 - Tekstslide

Zelf werken
Lees basisstof 5
Maak opdracht 54, 55, 59, 61

Slide 18 - Tekstslide