Les 5: IBO 11 - woensdag 17 mei 2023

IBO 11: Dienstverlenende werkzaamheden
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
DienstverleningMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

IBO 11: Dienstverlenende werkzaamheden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VANDAAG
  • Check-in
  • De vorige les......
  • Praktijkopdrachten 10
  • Van deze beroepsopdracht leer ik.....
  • Kerntaak en werkprocessen
  • Leerdoelen
  • Leskaarten B11.1 en B11.2
  • Leskaarten V11.8

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 31
• Maak een drietal.
• Kijk naar de materialen die de docent bij zich heeft.
• Ruim het materiaal op de juiste manier op en film jezelf daarbij.
• Laat het filmpje aan een ander groepje zien en vraag om tops en tips.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 32
Praktijk opdracht materialen zoeken

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Praktijkopdrachten 39 en 40

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

IBO B10 - Toetstijd

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

IBO V10 - Toetstijd

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Van deze beroepsopdracht leer je...
De assistent dienstverlening verleent uiteenlopende diensten op een werklocatie ter ondersteuning van werken en wonen. Hij kan bijvoorbeeld periodiek onderhoud uitvoeren aan het interieur en/ of sanitair op een werkplek of een woning, kleine mankementen verhelpen aan gebruiksvoorwerpen en hulpmiddelen, eenvoudige facilitaire taken uitvoeren, assisteren in de bediening in een instelling, kapsalon of horecagelegenheid of een collega ondersteunen bij het organiseren van eenvoudige evenementen. Hij vermijdt het om schade of overlast te veroorzaken of beperkt het anders zoveel mogelijk.

In het kwalificatiedossier staat dit bij het werkproces ‘Voert ondersteunende dienstverlenende taken uit in werk-woon- en leefomgeving’.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van deze beroepsopdracht leer je...
Je leert hoe je zelf werkt tijdens dienstverlenende werkzaamheden. In beroepsopdracht B11 heb je hier al een goed begin mee gemaakt.


Je hebt geleerd over:
Uiteenlopende diensten uit te voeren op een werklocatie ter ondersteuning van werken en wonen. Hij kan bijvoorbeeld periodiek onderhoud uitvoeren aan het interieur en/of sanitair op een werkplek of een woning, kleine mankementen verhelpen aan gebruiksvoorwerpen en hulpmiddelen, eenvoudige facilitaire taken uitvoeren, assisteren in de bediening in een instelling, kapsalon of horecagelegenheid of een collega ondersteunen bij het organiseren van eenvoudige evenementen. Hij vermijdt het om schade of overlast te veroorzaken of beperkt het anders zoveel mogelijk.

In beroepsopdracht 11V gaan we zelf aan de slag. Je maakt een werkplan en organiseert activiteiten en voert dienstverlenende werkzaamheden uit.


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkprocessen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weten, kunnen, gedrag
  Wat moet ik weten? 

  Wat moet ik kunnen?

           Welk gedrag hoort daarbij?


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiden - uitvoeren - afronden
Het is belangrijk dat je je werk in een bepaalde volgorde doet. 

Eerst bereid je je werk voor. Dan ga je je werk uitvoeren. En aan het einde rond je je werk goed af.

Tijdens de proeve van bekwaamheid worden jullie ook beoordeeld op deze drie stappen. 

Slide 13 - Tekstslide

Binnen het kwalificatiedossier wordt er gewerkt met de stappen: voorbereiden- uitvoeren en afronden. Hoe zien deze stappen er voor deze opdracht uit? (Even kort).... Hier op letten! Bij voorbereiding hoort ook het maken van een werkplanning.
Leerdoelen B-leskaarten:

  • Ik benoem zes verschillende dienstverlenende taken;
  • Ik voer minimaal twee verschillende dienstverlenende 
  • taken uit; 
  • Ik werk secuur;
  • Ik voer klein onderhoud uit;
  • Ik voer klussen volgens de instructie uit.


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen V-leskaarten: 
1. Ik voer de verschillende dienstverlenende taken op stage uit;
2. Ik voer de verschillende dienstverlenende taken op stage juist uit, omdat ik er rekening mee hou hoe vaak en wanneer deze uitgevoerd moeten worden.
3. Ik maak een eigen periodieke planning voor de taken op mijn stageplek; 
4. Ik handel juist bij onverwachtse situaties bij dienstverlenende taken, omdat ik deze altijd met mijn leidinggevende bespreek;
5. Ik voer de verschillende dienstverlenende taken op stage juist uit, 
omdat ik secuur luister.


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke dienstverlenende
taken heb jij op stage?

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke dienstverlenende activiteiten zijn er?
Dienstverlening in het huishouden: Je zorgt voor onderhoud van het interieur en sanitair. Zorg ervoor dat er zo min mogelijk micro-organismen zijn. Dat zorgt dat de mensen die er wonen of verblijven niet ziek worden. Niemand woont of werkt graag in een vuile omgeving. Daarom heb jij een belangrijke taak.


Dienstverlening in een bedrijf: Soms gaan dingen kapot. Je moet een lamp vervangen. Een schilderij ophangen. Dan is het handig dat je daar verstand van hebt. Ook leer je hoe je materialen klaarzet voordat je begint met een klus.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden van dienstverlenende taken:
• Klein onderhoud:
• Periodieke planning:
• Dagelijkse planning:
• Voorraad beheer:
• Drank/ eten serveren:
• Activiteit organiseren.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

V-studenten
Maak de opdrachten 28 tot en met 36.
Vul de woordenlijst in.

Let op: lees de teksten bij de opdrachten goed door!

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klein onderhoud
Op je werk moet je soms kleine reparaties uitvoeren. Vaak kun je kleine problemen ook zelf oplossen. Maar als het te ingewikkeld is dan haal je er een professional bij.

 

Voorbeelden:
• De batterij van de klok vervangen
• De lamp werkt niet, je moet de lamp vervangen
• Koffiezetapparaat moet ontkalkt worden
• Kopieerapparaat geeft een storing, je moet papier bijvullen

Gereedschappen
Onderhoud en storingen verhelpen doe je met goed gereedschap. Je kiest voor iedere klus passen gereedschap.


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een nijptang is een metalen stuk gereedschap om spijkers uit hout te trekken. De tang kan ook gebruikt worden om dunne draad, spijkers en dergelijke door te knippen.
Met een hamer sla je spijkers in hout of metaal.
Een steeksleutel is een stuk handgereedschap waarmee men moeren en bouten kan aan- of losdraaien.
Hamer met spijkers
Steeksleutel
Nijptang

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een combinatietang kan worden gebruikt voor zowel het verbuigen van voorwerpen als het knippen van ijzerdraad en dunnen oppervlakten.
Over het algemeen gebruikt men een waterpomptang om een ronde aansluiting mee te omvatten en aan te draaien
Een rolmaat is een meetgereedschap dat kan worden gebruikt om objecten en producten tot op een millimeter nauwkeurig op te meten
Waterpomptang
Combinatietang
Rolmaat

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Planning en instructie
Ga je een klus uitvoeren? Dan werk je volgens een planning. Je voorkomt daarmee dat je fouten maakt. Of dat je heel lang bezig bent.

Een planning maken:
• Schrijf de werkzaamheden in de goede volgorde
• Schrijf op hoelang doe je over een handeling, dit doe je minuten of uren
• Tel alle tijden bij elkaar op

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je werkt volgens instructie
Als je klussen uitvoert, werk je volgens de instructie die hoort bij die klus. In een instructie staat stap voor stap wat je moet doen. Volg je de stappen goed? Dan is de kans dat het lukt het grootst. Soms heb je geen instructie bij een storing of een onderhoudsklus. Dan kun je op internet naar een instructie zoeken. 

Een goede instructie herken je aan:
• uitleg waar de instructie voor bedoeld is, vaak met het merk en apparaat nummers erbij vermeld
• een stappenplan
• duidelijke afbeeldingen waarop je kunt zien hoe je moet handelen
• veiligheidswaarschuwingen
• een telefoonnummer of internetadres waar je om meer informatie kunt vragen
• uitleg in goed Nederlands.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B- studenten
Werk samen met een andere student. 
Maak leskaart B11.1 + B11.2
Opdracht 6 hoeft niet!

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespreken opdrachten
Opdracht 31
Opdracht 32
Opdracht 34


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Secuur werken
Je werkt altijd secuur en je luistert goed naar instructies. Als je ze niet goed gehoord of begrepen hebt, dan vraag je het nog eens na. Ook bij het uitvoeren van klein onderhoud is het belangrijk dat je de instructie goed leest.






Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen behaald?
1. Ik benoem zes verschillende dienstverlenende taken;
2. Ik voer minimaal twee verschillende dienstverlenende taken uit;
3. Ik werk secuur;
4. Ik voer klein onderhoud uit;
5. Ik voer klussen volgens de instructie uit.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen behaald?
1. Ik voer de verschillende dienstverlenende taken op stage uit;
2. Ik voer de verschillende dienstverlenende taken op stage juist uit, omdat ik er rekening mee hou hoe vaak en wanneer deze uitgevoerd moeten worden.
3. Ik maak een eigen periodieke planning voor de taken op mijn stageplek; 
4. Ik handel juist bij onverwachtse situaties bij dienstverlenende taken, omdat ik deze altijd met mijn leidinggevende bespreek;
5. Ik voer de verschillende dienstverlenende taken op stage juist uit, 
omdat ik secuur luister.

WELKE TOETSVRAGEN KUN JIJ HIERBIJ BEDENKEN?


Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk cijfer geef jij deze les?
0100

Slide 30 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor zou het
cijfer 1 punt hoger worden?

Slide 31 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies