BK1H 10.5 Schrijfopdracht Hobby2 07-04-25

07-04-'25
op de tafel: 
Lesboek B

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

07-04-'25
op de tafel: 
Lesboek B

Slide 1 - Tekstslide

Welkom 1H
Wat gaan we doen deze les?
  • Werken aan schrijfopdracht 2.
  • Tekst schrijven over hobby.
  • Inleveren: maandag 14 april.
leerdoel:
Schrijfplan maken.

Slide 2 - Tekstslide

10.5 tekst schrijven
Lesboek B: bladzijde 108 / 109, opdracht 16
  1. Jouw hobby vul je in bij Schrijfplan, nummer 1. Kies doel + publiek. Lengte = 100 wrd. of meer.
  2. Maak bij 16.b woordweb / mindmap hobby.
  3. Kies 3 woorden uit je web: dit worden de deelonderwerpen van je Schrijfplan > zet je bij nr. 2. 
  4. Vul in: 'in het kort wat ik ga schrijven'. 
  5. Hoe ga je jouw tekst beginnen? > invullen bij 'Inleiding'.
  6. Hoe ga je jouw tekst afsluiten? > invullen bij 'Slot'.
  7. Bedenk een passende titel. Schrijf die op bij nr. 3.
regels
  • muziek aan mag      met oortjes /         koptelefoon 
  • overleggen mag
  • vragen > vinger
Klaar? Schrijf je eerste versie bij opdr. 17 (pag. 111)

Slide 3 - Tekstslide

Schrijfplan: bladzijde 109
(16 a)
Mindmap: bladzijde 109
(16 b)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

1: inleiding > jouw hobby
(vraag of voorbeeld)
2: middenstuk > drie allinea's, over drie deelonderwerpen mindmap
3: slot > waarom is jouw hobby zo leuk?
4: titel erboven
5: afbeelding erbij
timer
8:00

Slide 6 - Tekstslide

Afsluiting
  • Leerdoelen?
  • Tekst Hobby. Afmaken en inleveren op maandag 14 april of eerder mag natuurlijk ook ....
leerdoelen:
Schrijfplan maken.
Tekst schrijven.

Slide 7 - Tekstslide

Hele werkwoorden
Werkwoorden (ww) werken. Ze doen iets. 
  • Lopen. Denken. Verdienen. 

Vindproef > Zet er ik / jij / wij voor. Klopt dat?
  • Ik loop. Jij denkt. Wij verdienden.
Let op ww over het weer: daar kan alleen het voor.
  • Onweren > het onweert. Sneeuwen > het sneeuwt.

leerdoel:
ww. herkennen

Slide 8 - Tekstslide

Werkwoordsvorm 1 = de pv
Persoonsvorm (pv) = enige ww. dat zich aanpast.
  • aan de persoon die het doet
  • aan de tijd: tegenwoordige tijd of verleden tijd.
Ik loop de trap af. 
  • andere persoon = Wij lopen de trap af. 
  • andere tijd = Ik liep de trap af.
Vindproef > Zet de zin in een andere tijd. Het woord dat verandert = pv. Tijdproef.

Samen oefenen: Learnbeat 4.1 F opdracht 3

leerdoel:
pv. herkennen

Slide 9 - Tekstslide

Werkwoordsvorm 2 = vdw
Voltooid deelwoord (vdw) = ww. dat aangeeft 
dat iets voltooid is = het is gebeurd. Staat altijd in 
een zin met de hulpww. hebben / worden / zijn.
  • Jan heeft het brood gebakken.
  • Bestellingen worden door hem bezorgd.
  • De broden zijn al snel allemaal verkocht.

Vindproef > Een vdw. begint vaak met ge... / be.../ ver...

Samen oefenen: Learnbeat 4.1 F opdracht 5

leerdoel:
vdw. herkennen

Slide 10 - Tekstslide

Alle werkwoorden samen
Werkwoordelijk gezegde (wwg) = alle ww. in 
een zin. Vormen samen de kern van de zin >
kort gezegd.
  • Jan heeft het brood gebakken.
Splitsbaar ww = ww staat in twee delen in de zin. 
  • De docent geeft het huiswerk op
Wwg met 'te' en 'aan te':
  • Zij zit een spannend boek te lezen.
Samen oefenen: Learnbeat 4.1 F opdracht 7

leerdoel:
wwg. herkennen

Slide 11 - Tekstslide

Mijn (huis)regels
1) Tijdens mijn instructie, luistert iedereen.
     Ik geef per onderdeel aan wat ik verwacht: 
  • zelf werken in stilte
  • samenwerken 

2) Blijf van elkaar en elkaars spullen af. 

3) Na 2 waarschuwingen neem ik maatregelen.

4) Water drinken en gebruik oortjes / koptelefoon = toegestaan. 
5) Laat je plek netjes achter = stoel aanschuiven; tafel en vloer leeg.
doel
verwachting duidelijk maken



Slide 12 - Tekstslide