BK1A 7.3 spelling 09-04-25

09-04-'25
NIKS 
op tafel!
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

09-04-'25
NIKS 
op tafel!

Slide 1 - Tekstslide

Welkom 1A
Wat gaan we doen deze les?
  • 10 Minuten voorlezen.
  • Blok 7, Learnbeat.
leerdoel:
Vier stijlregels 
voor schrijven toepassen.
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Wat is hier mis mee?

Slide 3 - Tekstslide

Wat is hier mis mee?

Slide 4 - Tekstslide

Wat is hier mis mee?

Slide 5 - Tekstslide

7.3 formuleren
Stijlregels
1) Gebruik hoofdletters en leestekens.
2) Gebruik geen afkortingen.
3) Maak hele zinnen > met onderwerp en persoonsvorm. 
     Volgende week tennissen? = geen hele zin.
     Ga je volgende week met me tennissen? = hele zin.
4) Spreek je publiek op de juiste manier aan >
    formeel (beleefd) of informeel (vriendschappelijk).
Learnbeat 7.3 - B, D. Bekijk de theorie! Klaar? Nakijken. 
timer
15:00
  • regels
  • muziek aan mag met oortjes / koptelefoon 
  • overleggen mag
  • vragen > vinger

Slide 6 - Tekstslide

Afsluiting
  • Vragen over Learnbeat?
  • Woensdag maken we 7.2 af.
  • Donderdag: verder met  schrijfopdracht over hobby 
  • Lesboek B meenemen.
leerdoel:

Vier stijlregels 
voor schrijven toepassen.

Slide 7 - Tekstslide

Hele werkwoorden
Werkwoorden (ww) werken. Ze doen iets. 
  • Lopen. Denken. Verdienen. 

Vindproef > Zet er ik / jij / wij voor. Klopt dat?
  • Ik loop. Jij denkt. Wij verdienden.
Let op ww over het weer: daar kan alleen het voor.
  • Onweren > het onweert. Sneeuwen > het sneeuwt.

leerdoel:
ww. herkennen

Slide 8 - Tekstslide

Werkwoordsvorm 1 = de pv
Persoonsvorm (pv) = enige ww. dat zich aanpast.
  • aan de persoon die het doet
  • aan de tijd: tegenwoordige tijd of verleden tijd.
Ik loop de trap af. 
  • andere persoon = Wij lopen de trap af. 
  • andere tijd = Ik liep de trap af.
Vindproef > Zet de zin in een andere tijd. Het woord dat verandert = pv. Tijdproef.

Samen oefenen: Learnbeat 4.1 F opdracht 3

leerdoel:
pv. herkennen

Slide 9 - Tekstslide

Werkwoordsvorm 2 = vdw
Voltooid deelwoord (vdw) = ww. dat aangeeft 
dat iets voltooid is = het is gebeurd. Staat altijd in 
een zin met de hulpww. hebben / worden / zijn.
  • Jan heeft het brood gebakken.
  • Bestellingen worden door hem bezorgd.
  • De broden zijn al snel allemaal verkocht.

Vindproef > Een vdw. begint vaak met ge... / be.../ ver...

Samen oefenen: Learnbeat 4.1 F opdracht 5

leerdoel:
vdw. herkennen

Slide 10 - Tekstslide

Alle werkwoorden samen
Werkwoordelijk gezegde (wwg) = alle ww. in 
een zin. Vormen samen de kern van de zin >
kort gezegd.
  • Jan heeft het brood gebakken.
Splitsbaar ww = ww staat in twee delen in de zin. 
  • De docent geeft het huiswerk op
Wwg met 'te' en 'aan te':
  • Zij zit een spannend boek te lezen.
Samen oefenen: Learnbeat 4.1 F opdracht 7

leerdoel:
wwg. herkennen

Slide 11 - Tekstslide

Mijn (huis)regels
1) Tijdens mijn instructie, luistert iedereen.
     Ik geef per onderdeel aan wat ik verwacht: 
  • zelf werken in stilte
  • samenwerken 

2) Blijf van elkaar en elkaars spullen af. 

3) Na 2 waarschuwingen neem ik maatregelen.

4) Water drinken en gebruik oortjes / koptelefoon = toegestaan. 
5) Laat je plek netjes achter = stoel aanschuiven; tafel en vloer leeg.
doel
verwachting duidelijk maken



Slide 12 - Tekstslide