3.3 zeestromen en klimaatgebieden

3.3 Zeestromen en klimaatgebieden


H3 Klimaat en landschap
Domein aarde
H4
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.3 Zeestromen en klimaatgebieden


H3 Klimaat en landschap
Domein aarde
H4

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
  • Je kent de klimaatclassificatie van Köppen. 
  • Je weet het verschil tussen warme en koude zeestromen en wat die aandrijft. 
  • Je begrijpt de invloed van gebergtes, land en zee op klimaten. 
  • Je begrijpt de wijze waarop zonne-energie de atmosferische circulatie en oceanische circulatie aandrijft. 
  • Je begrijpt het verband tussen de luchtcirculatie en de zeestromen aan de ene kant en het vóórkomen van klimaatgebieden aan de andere kant. 
  • Je kunt klimaatgrafieken analyseren en het heersende klimaat met behulp van de atlas verklaren.

Slide 2 - Tekstslide

Zeestromen

Slide 3 - Tekstslide

Wat valt je op?

Slide 4 - Tekstslide

Oceanische circulatie
aangedreven door de atmosferische circulatie

  • Warme zeestroom: van evenaar naar polen
  • Koude zeestroom: van polen richting evenaar

Slide 5 - Tekstslide

Wat valt op aan het water bij woestijnen?

Slide 6 - Tekstslide

Wat valt op aan het water bij Antarctica?

Slide 7 - Tekstslide

Herverdeling warmte
Atmosferische en oceanische circulatie

Atmosferische circulatie logisch
Maar hoe werkt dit met de oceanische circulatie?
(DVD oceanen 40.40)

Slide 8 - Tekstslide

Zowel zeestromen als windstromen hebben op het noordelijk halfrond een afwijking naar links
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

          Aangeven welke invloed atmosferische circulatie en zeestromen hebben op klimaat- en landschapsgebieden
  • Warme zeestroom: zorgt voor warmte, regen en ijsvrijehavens tot aan Moermansk toe

  • Koude zeestroom: zorgt voor extra koud klimaat. In subtropen: voorkomen woestijnen; koude zeewater koelt de lucht erboven af, waardoor deze weinig vocht kan vasthouden.

Slide 12 - Tekstslide

Zeestromen

  • Zeestromen volgen de overheersende windrichting! (althans aan de oppervlakte)
  • Warme zeestromen (vanuit een warm gebied
  • Koude zeestromen (vanuit een koud gebied)

Slide 13 - Tekstslide

Oceanische circulatie: zeestromen

Slide 14 - Tekstslide

Thermohaliene circulatie

Slide 15 - Tekstslide

Thermohaliene circulatie
Thermo = temperatuur
Haliene = zoutgehalte

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

Klimaatgebieden

Slide 19 - Tekstslide

Wat is een klimaatgebied?

Slide 20 - Tekstslide

Klimaatgebied:
Groot gebied met hetzelfde klimaat (vaak aan de hand van Köppen)

Slide 21 - Tekstslide

Maar...
niet alleen beïnvloed door breedteligging.

Ook door:
  • Atmosferische circulatie
  • Oceanische circulatie
  • Reliëf
  • Land-zee verdeling

Slide 22 - Tekstslide

Hoe werkt de klimaatclassificatie van Köppen?

Slide 23 - Tekstslide

Klimaattypes
A: 
B: 
C:
D:
E:

Slide 24 - Tekstslide

Klimaattypes
A: Tropisch ->
B: Droog ->
C: Zee ->
D: Land ->
E: Polair ->

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Oefening klimaatgrafieken


Geef per grafiek aan welk klimaat erbij hoort volgens Köppen

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

opdracht 4

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

opdracht 10

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

antwoorden 
  1. Cf
  2. EF
  3. Aw/Am
  4. Cs
  5. Af

6. BW
7. Df
9. Dw
10. As
11. ET

Slide 38 - Tekstslide