6.2 Veroveraars lang

deel 1
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

deel 1

Slide 1 - Tekstslide

Waarom gingen de Nederlanders zelf naar Azië?
A
Om geld te verdienen
B
Omdat ze dat leuk vonden
C
Om meer landen te ontdekken
D
Om een handelsroute naar Indië te vinden

Slide 2 - Quizvraag

Welke Nederlander kwam als eerst aan in Oost-Indië?
A
Cornelis Houtman
B
Willem Barentsz
C
Vasco da Gama

Slide 3 - Quizvraag

Hoe werd het ontdekte gebied, Amerika nu, genoemd?
A
Amerigo
B
West-Indië
C
Indonesië
D
Noord- Amerika

Slide 4 - Quizvraag

Een van de grootste indianenvolken is de...?
A
Azteken
B
Indonesiërs
C
Egyptenaren
D
Cubanen

Slide 5 - Quizvraag

Waar kwam Columbus vandaan ?
A
Spanje
B
Portugal
C
Italië
D
Zwitserland

Slide 6 - Quizvraag

Op zoek naar goud

De Spaanse koning was erg geïnteresseerd in de geruchten over het goud en de rijkdommen van de inheemse bevolkingen.  

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

De Azteken verloren van de Spanje

meer antwoorden mogelijk
A
De Azteken waren in de minderheid
B
De Spanjaarden hadden wapens
C
De Azteken werden sneller ziek

Slide 14 - Quizvraag

welke veroveraar stuurde de Spaanse koning naar West- Indië?
A
Columbus
B
Cornelis
C
Cortes
D
Willem Barentsz

Slide 15 - Quizvraag

De inheemse bevolking was niet sterk genoeg om al het zware werk te doen voor de Europeanen, hoe kwam dit?
A
de Europeanen namen ziektes met zich mee
B
ze hadden het te druk met hun eigen werk
C
ze wilden niet meewerken
D
ze vonden dat de Europeanen zelf moesten werken

Slide 16 - Quizvraag

Waarom was de Spaanse koning geïnteresseerd in 'West-Indië'?
A
door de geruchten dat er veel goud en rijkdom was
B
door de kruiden die er waren
C
doordat andere landen er ook heengingen
D
door het lekkere weer

Slide 17 - Quizvraag

De inheemse bevolking was niet sterk genoeg om al het zware werk te doen voor de Europeanen, hoe kwam dit?
A
de Europeanen namen ziektes met zich mee
B
ze hadden het te druk met hun eigen werk
C
ze wilden niet meewerken
D
ze vonden dat de Europeanen zelf moesten werken

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Driehoekshandel

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Op het vorige plaatje zag je een wereldkaart met rode streepjes
A
Dat waren belangrijke landen
B
Dat waren zeehavens
C
Daar woonde koningen
D
Dat waren Nederlandse kolonien.

Slide 22 - Quizvraag

Slaven
  • West-Afrika

  • Op de slavenmarkt aan de kust in West-Afrika werden ze gekeurd en geruild.

Slide 23 - Tekstslide

Waarom slavernij?


  • Veel plantages lagen in Zuid-Amerika en waren bezit van Europeanen

  • Plantageproducten, zoals koffie, tabak, katoen en suiker, zijn erg populair in Europa

  • Om de producten te verbouwen waren veel landarbeiders nodig.

  • De oorspronkelijke bewoners van dit gebied waren volgens de Europeanen 'ongeschikt' voor deze arbeid...of al uitgemoord in de eeuwen ervoor...



Slide 24 - Tekstslide

Plantages lagen in
A
Europa
B
Afrika
C
Amerika
D
Azie

Slide 25 - Quizvraag

Slaven werden opgevangen in
A
Nederland
B
Spanje
C
Afrika
D
Amerika

Slide 26 - Quizvraag

Op de plantages

  • De slaven moesten hard werken onder vreselijke omstandigheden
  • Regelmatig werden ze mishandeld.
  • Ze werden soms gebrandmerkt.  Hiermee kon iedereen zien wie de eigenaar van de tot slaaf gemaakte was.








Een halsklem en handboeien waarmee de slaven gevangen worden gehouden.

Slide 27 - Tekstslide

Hoe wist je waar een slaaf werkte
A
Hij had een ring om zijn vinger
B
Hij had een band om zijn nek
C
Dat kon je niet zien
D
Hij had een brandmerk

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video

Wat is de goede volgorde?
1.
2.
3.
4.
5.
De Spanjaarden bouwen plantages.

De Spanjaarden halen slaven uit Afrika.

Azteken moeten op de plantages werken.

Azteken sterven door Europese ziektes.

Cortes verovert het land van de Azteken

Slide 32 - Sleepvraag

Welke goederen haalden de Europeanen niet van de plantages?
A
katoen
B
rijst
C
tabak
D
koffiebonen

Slide 33 - Quizvraag

Suriname
Curaçao
New York/ Nieuw Amsterdam
Afrika
Nederland

Slide 34 - Sleepvraag

wat is een kolonie?
A
Land dat onder dwang van een ander land bestuurd wordt
B
een land waar slaven heen werden gebracht
C
een land waar de slaven werden gekocht
D
land dat andere landen veroverde

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Video

Wat gebeurde er met de slaven op de plantages?
A
ze kregen ene bijnaam
B
ze werden gebrandmerkt
C
ze kregen een hele lage loon
D
ze werden niet betaald

Slide 37 - Quizvraag

wat voor invloed hadden de Europeanen op de inheemse bevolkingen?
A
ze moesten hun taal verplicht spreken
B
ze moesten christelijk worden
C
ze kregen Europese namen
D
ze moesten Europees eten maken

Slide 38 - Quizvraag

Aan de slag
STAP 1
STAP 2
KLAAR ?
Huiswerk! 
Maken:
  • BK: bladzijde 54- 55-56
  • KGT: bladzijde 59-60-61

Hoe?
  • Alleen
  • Vraag? Steek je vinger op
Extra oefenen!
BK: bladzijde 57
KGT: bladzijde 62-63

Hoe? 
  • Alleen 
  • Vraag? Steek je vinger op
Goed zo! 
Laat het zien aan de docent.  

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide