1.3 lezen Talent

Doelen:
  1. ik weet wat leesstrategieën zijn
  2. ik weet wat tekstdoelen zijn
  3. Ik kan een tekstverband en een signaalwoord koppelen
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2,3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Doelen:
  1. ik weet wat leesstrategieën zijn
  2. ik weet wat tekstdoelen zijn
  3. Ik kan een tekstverband en een signaalwoord koppelen

Slide 1 - Tekstslide

Leesstrategieën
Verkennend lezen
Nauwkeurig lezen
Zoekend lezen
Studerend lezen

Slide 2 - Tekstslide

Je wilt snel weten waar de tekst over gaat.
A
nauwkeurig lezen
B
verkennend lezen
C
studerend lezen
D
zoekend lezen

Slide 3 - Quizvraag

Een tekst helemaal lezen om hem te begrijpen
A
zoekend lezen
B
verkennend lezen
C
nauwkeurig lezen
D
studerend lezen

Slide 4 - Quizvraag

Hoe duur is een treinkaartje naar Parijs?
A
verkennend lezen
B
nauwkeurig lezen
C
zoekend lezen
D
studerend lezen

Slide 5 - Quizvraag

Tekstdoel
Is de bedoeling die de schrijver heeft met zijn tekst.

Slide 6 - Tekstslide

Tekstdoelen

Slide 7 - Tekstslide

Tekstdoelen

Slide 8 - Tekstslide

Wat zijn voorbeelden van tekstdoelen?
A
artikel, tijdschrift, krant
B
informeren, amuseren, activeren, overtuigen
C
nauwkeurig lezen, zoekend lezen etc.

Slide 9 - Quizvraag

Een nieuwsbericht is een ...
A
informatieve tekst
B
betogende tekst
C
activerende tekst
D
amuserende tekst

Slide 10 - Quizvraag

De boeken van 'Harry Potter' bevatten...
A
informatieve tekst
B
overtuigende tekst
C
activerende tekst
D
amuserende tekst

Slide 11 - Quizvraag

Deze tekst is een ...
A
Amuserende tekst
B
Overtuigende tekst
C
Informerende tekst
D
Activerende tekst

Slide 12 - Quizvraag

Deze tekst is een ...
A
Amuserende tekst
B
Overtuigende tekst
C
Informerende tekst
D
Activerende tekst

Slide 13 - Quizvraag

Een advertentie van Coca Cola is een:
A
amuserende tekst
B
informatieve tekst
C
overtuigende tekst
D
activerende tekst

Slide 14 - Quizvraag

Wat geef je in een recensie?
A
In een recensie geef je alleen je mening.
B
In een recensie schrijf je alleen op wat je niet goed vindt.
C
In een recensie zeg je helemaal niks.
D
In een recensie geef je je menig en argumenten.

Slide 15 - Quizvraag

Je leest een recensie over een film.
Wat is het tekstdoel?
A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 16 - Quizvraag

TEKSTVERBANDEN

Slide 17 - Tekstslide

Uitleg signaalwoorden, weet je nog?

Aan signaalwoorden herken je een tekstverband

-  opsomming        allereerst, ook, bovendien, tot slot ....

-  tegenstelling     maar, daarentegen,echter, toch, in tegendeel

-   reden                     want, omdat, daarom, venwege, immers...

-  conclusie             dus, kortom

-  voorbeeld             bijvoorbeeld, zoals, zo, ter illustratie...

-  oorzaak en gevolg  doordat, hierdoor, met als gevolg

Slide 18 - Tekstslide

Tekstverbanden

Slide 19 - Tekstslide

Daarna
A
oorzaak/gevolg
B
tijdsvolgorde
C
tegenstelling
D
opsomming

Slide 20 - Quizvraag

maar
A
opsomming
B
vergelijking
C
tegenstelling
D
conclusie

Slide 21 - Quizvraag

DAAROM
A
opsomming
B
argument
C
tijd
D
voorbeeld

Slide 22 - Quizvraag

DUS
A
tijd
B
conclusie
C
vergelijking
D
opsomming

Slide 23 - Quizvraag

ZOALS
A
opsomming
B
oorzaak/gevolg
C
tijd
D
voorbeeld

Slide 24 - Quizvraag

DOORDAT
A
opsomming
B
oorzaak/gevolg
C
tijd
D
voorbeeld

Slide 25 - Quizvraag

'En' hoort bij het tekstverband:
A
Conclusie
B
Opsomming
C
Tegenstelling
D
Voorbeeld

Slide 26 - Quizvraag

'Omdat' hoort bij het verband...
A
tegenstelling
B
voorbeeld
C
opsomming
D
reden

Slide 27 - Quizvraag

Zoals is een signaalwoord voor opsomming
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Welk signaalwoord hoort bij:

Opsomming
A
verder
B
eerst
C
bovendien
D
daardoor

Slide 29 - Quizvraag

Waar vind je de kernzin in een alinea?
A
De kernzin is altijd de eerste zin van een alinea
B
De kernzin kan overal in een alinea staan.
C
De kernzin staat altijd aan het einde van een tekst
D
Vaak is de kernzin de eerste zin, maar hij kan ook elders staan.

Slide 30 - Quizvraag

Aan de slag:
Zorg dat alles van paragraaf 1.3 af en nagekeken is. 
Oefen met Test jezelf online. 
Toets is vrijdag 15-9
werk rustig,  werk voor jezelf
timer
20:00

Slide 31 - Tekstslide

Evalueren

leesstrategie?
tekstdoel?
tekstverband, signaalwoord?
Vragen?

Slide 32 - Tekstslide

Fijne dag!

Slide 33 - Tekstslide