10.2 Bloeddruk

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 10.2: Bloeddruk
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 10.2: Bloeddruk

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen voor 10.2
4. Je kunt het verloop van de bloeddruk in de verschillende bloedvaten uitleggen.
5. Je kunt uitleggen hoe je de bloeddruk meet en wat de uitkomst betekent.

Slide 2 - Tekstslide

de bloeddruk op verschillende punten

welke tabel in Binas?


Slide 3 - Tekstslide

Bloeddruk - hart

Slide 4 - Tekstslide

Bloeddruk - hart

Slide 5 - Tekstslide

extra opdracht
maak de opdracht op het stencil

Slide 6 - Tekstslide

Bloeddruk - slagaders
Bij de systole van de kamers wordt per cyclus ongeveer 80 mL bloed de slagaders in geperst (in rust).
De slagaders rekken uit, dit gaat eerst makkelijk, daarna steeds moeilijker.
Bij het sluiten van de slagaderkleppen stijgt de bloeddruk eventjes weer. Hoe komt dat?

Slide 7 - Tekstslide

Bloeddruk - slagaders
Systolische druk (bovendruk):
De bloeddruk die ontstaat in de slagaders tijdens het samentrekken van de linkerkamer.

Met een bloeddrukmeter te meten in kPa of mmHg.
16 kPa = 120 mmHg

Slide 8 - Tekstslide

Bloeddruk - slagaders
Diastolysche druk (onderdruk):
De bloeddruk in de slagaders tijdens de diastole, zonder hart-pomp-kracht dus.

Met een bloeddrukmeter te meten in kPa of mmHg.

Slide 9 - Tekstslide

Bloeddruk - meten
Systolische druk
Diastolische druk
Er stroomt alleen bloed als het hart pompt
Er stroomt de hele tijd bloed, ook als het hart niet pompt 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Nu en huiswerk
-Meet je bloeddruk

-Lees 10.2 en maak opdracht 14 t/m 16, 18 en 19

Slide 12 - Tekstslide