9.2-1 Bloeddruk 5V 2223

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 9.2: Bloeddruk
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 9.2: Bloeddruk

Slide 1 - Tekstslide

Vragen over het huiswerk?

Slide 2 - Tekstslide

Doel 9.2
Je leert hoe de bloeddruk tijdens de hartcyclus varieert in de onderdelen van het hart en in de bloedvaten




Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Een patiënt met een vernauwing in het bovenste deel van de rechter kransslagader krijgt een bypass vanuit de linker borstwandslagader. Hoe loopt de verbinding van deze bypass?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Een patiënt met een vernauwing in het bovenste deel van de rechter kransslagader krijgt een bypass vanuit de linker borstwandslagader. Hoe loopt de verbinding van deze bypass?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Bloeddruk - hart

Slide 10 - Tekstslide

Bloeddruk - hart

Slide 11 - Tekstslide

Bloeddruk - slagaders
Bij de systole van de kamers wordt per cyclus ongeveer 70 mL bloed de slagaders in geperst (in rust).
De slagaders rekken uit, dit gaat eerst makkelijk, daarna steeds moeilijker.
Bij het sluiten van de slagaderkleppen stijgt de bloeddruk eventjes weer.

Slide 12 - Tekstslide

Bloeddruk - slagaders
Systolische druk (bovendruk):
De bloeddruk die ontstaat in de slagaders tijdens het samentrekken van de linkerkamer.

Met een bloeddrukmeter te meten in kPa of mmHg.
16 kPa = 120 mmHg

Slide 13 - Tekstslide

Bloeddruk - slagaders
Diastolysche druk (onderdruk):
De bloeddruk in de slagaders tijdens de diastole, zonder hart-pomp-kracht dus.

Met een bloeddrukmeter te meten in kPa of mmHg.

Slide 14 - Tekstslide

Bloeddruk - meten
Systolische druk
Diastolische druk
Er stroomt alleen bloed als het hart pompt
Er stroomt de hele tijd bloed, ook als het hart niet pompt 

Slide 15 - Tekstslide

Bloeddruk - andere bloedvaten

Slide 16 - Tekstslide

Bloeddruk - aandoeningen

Slide 17 - Tekstslide

Atherosclerose (aderverkalking)
Vetafzetting gebeurt als gevolg van een teveel aan slechte cholesterol (H10).

Slide 18 - Tekstslide

Doel 9.2
Je hebt geleerd hoe de bloeddruk tijdens de hartcyclus varieert in de onderdelen van het hart en in de bloedvaten




Slide 19 - Tekstslide

Begrippen 9.2
bloeddruk, systolische druk, diastolische druk, atherosclerose, cholesterol.


Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk
In de online methode.
Leerweg B.
9.2: alle vragen


Slide 21 - Tekstslide