Voeding en duurzaamheid

Voeding
Burgerschap, voeding en duurzaamheid
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Voeding
Burgerschap, voeding en duurzaamheid

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je vertellen over hoe jij met de keuze over voedsel omgaat?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat bedoelen we met
duurzaam als het gaat om
voeding?
Wat bedoelen we met duurzaam bij duurzame voeding?
A
Voeding die veel geld kost.
B
Voeding die lang goed blijft.
C
Voeding die minder belastend is voor het milieu .
D
Voeding die gezond is,

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verschil biologisch en duurzaam
Bij biologisch geproduceerde voeding staat het welzijn van dieren én de kwaliteit van de landbouwgrond voorop.
Maar biologisch voedsel is niet perse duurzaam.
Duurzaamheid wordt gemeten aan de hand van de impact die iets heeft op de aarde, zoals bijvoorbeeld de impact van CO2-uitstoot en energieverbruik. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Een scharrelkip die biologische eieren legt, heeft meer tijd, voedsel en ruimte om de eieren te produceren en te leggen. Dit is beter voor de kip, maar niet altijd voor het milieu. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan welk keurmerk kun je zien dat vlees afkomstig is van dieren met betere leefomstandigheden?
A
Max Havelaar
B
Demeter
C
Beter leven
D
Eco

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het als een product een fairtrade keurmerk heeft?
A
Er wordt geen gebruik gemaakt van kunstmatige kleur- en smaakstoffen.
B
Duurzame vis voorkomt overbevissing en verkleint de impact op natuur en milieu
C
Een eerlijke betaling en goede arbeidsomstandigheden voor de boer.
D
De producten groeien in de volle grond en onverwarmde kassen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit waarom het beter is voor het milieu om voor streekproducten te kiezen.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Fairtrade?
A
Eerlijke handel: de boer krijgt een eerlijke prijs voor het product.
B
Eerlijk spel: iedereen houdt zich aan de spelregels.
C
Producten die kleinschalig worden verbouwd, kleine akkers en kleine stallen.
D
Producten die zijn verbouwd zonder het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen of kunstmest.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

EKO keurmerk heeft als doel
A
natuurlijke en milieuvriendelijke producten
B
kwalitatief goede en veilige producten
C
producten die onder eerlijke voorwaarden zijn geproduceerd
D
zo goedkoop mogelijke producten

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat het UTZ keurmerk o.a. voor?
A
Goede prijs voor de boer, en duurzaam
B
Goede prijs voor de consument en duurzaam
C
Ecologisch
D
Niet op dieren getest.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Link

Link naar NPO programma van Jennifer Hoffman 'Gefileerd'. Er zijn meerdere afleveringen, dit is de aflevering over fastfood. 
vervolg
'genaaid' van Jennifer Hoffman

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies