2.8 Het Nederlandse landschap ontstaat (les 1 Laag NL)

Paragraaf 2.8: Het Nederlandse landschap ontstaat

Wat heb je deze les nodig?
- Tekstboek (blz. 42 + 43)
- Aantekeningenschrift  + pen 
- Opdrachtenboek (E-books)
Ga naar de website van LessonUp en vul de code in!
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 2.8: Het Nederlandse landschap ontstaat

Wat heb je deze les nodig?
- Tekstboek (blz. 42 + 43)
- Aantekeningenschrift  + pen 
- Opdrachtenboek (E-books)
Ga naar de website van LessonUp en vul de code in!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
1. Aanmelden les via LessonUp (code = 
2. Starten aantekening 2.8
--> Laag Nederland
--> Duinzand, veen en zeeklei
3. Aan de slag!

Let op! Dik gedrukt = Aantekening

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 2.8
1. Aan het einde van paragraaf 2.8 kun je uitleggen wat het verschil is tussen hoog en laag Nederland;
2. Aan het einde van paragraaf 2.8 weet je welke grondsoorten in Laag Nederland zijn afgezet;
3. Aan het einde van paragraaf 2.8 kun je in eigen woorden uitleggen hoe Laag Nederland boven de zee is blijven uitsteken.

Slide 3 - Tekstslide

Laag NL is land onder NAP     = Normaal Amsterdams Pijl

Hoog NL is land 1 meter boven NAP
= Normaal Amsterdams pijl

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Wat denken jullie? Ligt het Cambium College onder of boven NAP?
A
Onder NAP
B
Boven NAP

Slide 6 - Quizvraag

Laag Nederland
Landschap Laag Nederland: afgelopen 10.000 jaar gevormd
--> Temperatuur en zeespiegel stegen


Slide 7 - Tekstslide

Laag Nederland
Tijdens de zeespiegelstijging zijn in laag Nederland nieuwe grondsoorten afgezet.

Grondsoorten afgezet in Laag Nederland:
1. = duinzand
2. = zeeklei
3. = veen


Slide 8 - Tekstslide

Laag Nederland
De grondsoorten in Laag Nederland zijn onder verschillende omstandigheden afgezet:

1. = duinzand --> wind en zee
2. = zeeklei --> stilstaand zeewater achter duinen (in waddengebieden)
3. = veen --> dode plantenresten hoopten op in moerasachtige gebieden

Afzetten van deze grondsoorten zorgde ervoor dat laag NL boven de zee bleef uitsteken!

Slide 9 - Tekstslide

Welke grondsoort is niet afgezet in Laag Nederland?
A
Rivierklei
B
Veen
C
Zeeklei
D
Duinzand

Slide 10 - Quizvraag

Vragen?

Slide 11 - Tekstslide

Vul de goede woorden in:
Zeeklei ontstond in 1. ... achter de duinen en veen in 2. ...
A
1. = kleigebieden 2. = rivierbeddingen
B
1. = rivierbeddingen 2. = kleigebieden
C
1. = de Waddenzee 2. = moerassen
D
1. = moerassen 2. = de Waddenzee

Slide 12 - Quizvraag

Leerdoelen 2.8
1. Aan het einde van paragraaf 2.8 kun je uitleggen wat het verschil is tussen hoog en laag Nederland;
2. Aan het einde van paragraaf 2.8 weet je welke grondsoorten in Nederland zijn afgezet;
3. Aan het einde van paragraaf 2.8 kun je in eigen woorden uitleggen hoe Laag Nederland boven de zee is blijven uitsteken.

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag!
1. Lees voordat je begint aan de opdrachten paragraaf 2.8
2. Bij paragraaf 2.8 maak je de volgende opdrachten uit het opdrachtenboek:  1 t/m 4  (blz. 34 + 35 opdrachtenboek)
3. Klaar? Lever je werk in via Classroom

Let op! De atlasopdrachten kun je ook maken met behulp van het internet!

Slide 14 - Tekstslide