H1 - Opbouw van een dier

v1b
timer
5:00
Pak je:
  • chromebook
  • etui
  • aantekeningenschrift
  • agenda
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

v1b
timer
5:00
Pak je:
  • chromebook
  • etui
  • aantekeningenschrift
  • agenda

Slide 1 - Tekstslide

Regels

Regels in de klas:
  • Ik luister naar de docent en klasgenoten.
  • Ik heb elke les mijn spullen op orde.
  • Ik heb een actieve werkhouding.
  • Ik ga respectvol om met elkaar en met spullen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Lesprogramma

  • Theorie: Opbouw dier
  • Opdrachten maken
  • Werkstuk Insectenhotel
  • Afsluiting 

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan uitleggen dat een organisme is opgebouwd van klein naar groot: molecuul → cel → weefsel → orgaan → orgaanstelsel → organisme.
  • Ik benoem de onderdelen en functies van een dierlijke cel.
  • Ik kan organismen verdelen in vier rijken: dieren, planten, schimmels en bacteriën.
  • Ik benoem dat organen uit meerdere typen cellen bestaan die samenwerken.




Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag!

  • Wat: Lees de tekst van H1 - Theoriekaart: Opbouw dier - en maak de spelletjes die erbij horen.
  • Hoe: De theoriekaart kun je vinden op de website (online boek). 
  • Hulp: Je werkt ZELFSTANDIG, in STILTE, GEEN vragen!
  • Tijd: 10 min
  • Uitkomst: Opdrachten zijn af tot zover mogelijk.
  • Klaar?: Doorlezen theoriekaart spijsverteringsstelsel.


timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

Van klein naar groot
  1. Molecuul = Kleinste deeltje waaruit alles is opgebouwd.
  2. Cel = Bouwsteen van elk organisme. 

  3. Weefsel = Groep cellen met dezelfde taak. 

  4. Orgaan = Deel van een organisme met een eigen taak. 

  5. Orgaanstelsel = Groep organen die samenwerken om een bepaalde taak uit te voeren. 

  6. Organisme = Een levend wezen.




     

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

4 rijken
Organismen kun je verdelen in vier verschillende groepen (rijken).

Dit hangt af van de opbouw van de cellen. 

Er zijn overeenkomsten en verschillen tussen de cellen.





Slide 13 - Tekstslide


Wat zijn de verschillen en overeenkomsten?
Plantencel
Dierlijke cel

Slide 14 - Tekstslide

Plantencel
Dierlijke cel

Slide 15 - Tekstslide

Organen

Orgaan = Deel van een organisme met een eigen taak. 


Een orgaan bestaat uit meerdere weefsels die samenwerken.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Schrijf kort in je aantekeningenschrift op wat de functie is van elk orgaanstelsel. 
timer
5:00

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag!

  • Wat: Maak H1 - Theoriekaart: Opbouw dier - vraag 1 t/m 8.
  • Hoe: De opdrachten staan in het werkboek. Informatie kun je vinden op de website (online boek). 
  • Hulp: Je werkt ZELFSTANDIG, FLUISTERTOON!
  • Tijd: 15 min
  • Uitkomst: Opdrachten zijn af tot zover mogelijk.
  • Klaar?: Afmaken vraag 9 t/m 13. 


timer
15:00

Slide 19 - Tekstslide

Terugblik leerdoelen
  • Ik kan uitleggen dat een organisme is opgebouwd van klein naar groot: molecuul → cel → weefsel → orgaan → orgaanstelsel → organisme.
  • Ik benoem de onderdelen en functies van een dierlijke cel.
  • Ik kan organismen verdelen in vier rijken: dieren, planten, schimmels en bacteriën.
  • Ik benoem dat organen uit meerdere typen cellen bestaan die samenwerken.




Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk
Schrijf op in je EF-agenda: Vrijdag 28 november
  • Afmaken H1 - Theoriekaart: Opbouw dier - vraag 1 t/m 8.
  • Maken Theoriekaart: Voorbereiding microscopie - vraag 9 t/m 13.

Slide 21 - Tekstslide