oefentoets

oefentoets
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

oefentoets

Slide 1 - Tekstslide

1. andere naam voor scharreleconomie

Slide 2 - Open vraag

2.mondiaal-nationaal-.........-lokaal
Welk schaalniveau ontbreekt?

Slide 3 - Open vraag

3.De beroepsbevolking in een land....
A
groep mensen die betaald werk heeft of werkloos is
B
groep mensen met een baan
C
alle mensen met een beroep

Slide 4 - Quizvraag

4.wat hoort bij semiperiferie
A
tertiaire sector is belangrijk
B
steeds groter deel van de bevolking werkt in secundaire sector
C
de productiviteit is laag
D
meeste mensen werken in primaire sector

Slide 5 - Quizvraag

5. wat hoort niet bij welzijn
A
alfabetiseringsgraad
B
levensverwachting
C
formele sector
D
koopkracht

Slide 6 - Quizvraag

6. formele sector: zelfvoorzienende landbouw
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

7. formele sector: wil je mij zwart uitbetalen?
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

8. primaire sector beroep: aardbeien plukker
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

9. primair sector beroep: kapper
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

10. ik bouw websites, ik werk in de .... sector
A
tertiaire
B
secundaire
C
primaire

Slide 11 - Quizvraag

11. ik vul vakken bij de AH, ik werk in de .... sector
A
tertiaire
B
secundaire
C
primaire

Slide 12 - Quizvraag

12. In arme landen is de tegenstelling tussen arm en rijk
A
vaak erg groot
B
meestal vrij klein
C
gemiddeld

Slide 13 - Quizvraag

13. Hoe groter het verschil tussen arm en rijk, hoe beter het land is ontwikkeld.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

14. Bevolkingsgroei is verschillend tussen arme en rijke landen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

15. De ongelijkheid tussen arm en rijk is een vorm van..?
A
regionale ongelijkheid
B
sociale ongelijkheid

Slide 16 - Quizvraag

16. De verschillen tussen arm en rijk zijn in dit land klein
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Levensverwachting zegt iets over of een land arm of rijk is?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Werken in een arm/rijk land

Slide 19 - Tekstslide

Werken in een arm/rijk land

Slide 20 - Tekstslide

Onderwijs in rijk/arm land

Slide 21 - Tekstslide

Onderwijs in arm/rijk land

Slide 22 - Tekstslide

Wat is het grote verschil bij werk en onderwijs in arme en rijke landen?

Slide 23 - Open vraag

Armoedegrens
Hoeveel geld is er dagelijks nodig om te kunnen eten, een dak boven je hoofd te hebben en kleren aan je lijf

Dit is afhankelijk van de koopkracht per land

Slide 24 - Tekstslide

Hoeveel betaal je voor een big mac in de volgende landen:
Zwitserland
Nederland
India
3,45
1,60
6,51

Slide 25 - Sleepvraag

Koopkracht
In arme landen hebben mensen minder te besteden, máár het leven is er ook goedkoper. 
De armoedegrens ligt dus bij arme landen lager dan in rijke landen.

Slide 26 - Tekstslide

Koopkracht
- Wie kent voorbeelden van verschil in koopkracht op vakanties?
- Hebben we regionaal ook verschil in koopkracht?
https://www.rtvdrenthe.nl/nieuws/140810/drentse-koopkracht-stijgt-het-hardst-in-assen-en-hoogeveen


Slide 27 - Tekstslide

Kijk naar de wereldkaart
Noem 3 gebieden waar je denkt dat er veel armoede is en 3 gebieden waar veel rijkdom is.

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Tekstslide

Maar....
armoede neemt wereldwijd
af

Slide 30 - Tekstslide

Leg uit hoe de koopkracht verschilt tussen arme en rijke landen

Slide 31 - Open vraag

De armoedegrens is
A
Genoeg geld om naar school te kunnen
B
Genoeg geld om te kunnen eten
C
Genoeg geld voor voedsel, kleding en onderdak
D
5 $ per dag

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Tekstslide