2.1 Verlichte ideeën over een betere samenleving

 Verlichte ideeën over een betere samenleving
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

 Verlichte ideeën over een betere samenleving

Slide 1 - Tekstslide

 Wat is Verlichting? > 'Durf te denken' (Kant, 1724-1804)
  • Belangrijk bij het ontstaan van de Verlichting: Wetenschappelijke vooruitgang, door
  •  1. Humanisme > hernieuwde belangstelling voor de klassieke wetenschap +
  •      ander mindset: individu en leven op aarde belangrijk (ipv God en hiernamaals)
  •  2. Ontdekkingsreizen > meer kennis over de wereld en de mens 
  • 3. Ambachtelijke vooruitgang   

  • In de 17e eeuw discussies over onderzoeksmethodes:
  • 1. kennis op grond van zintuiglijke waarneming:empirisme
  • Maar, 'in hoeverre zijn onze zintuigen te vertrouwen?' 
  • René Descartes (1596 - 1650), grondlegger rationalisme
  • Wat zien we hier? >>>>



Slide 2 - Tekstslide

HC 2.1: De Verlichting (1650 -1900)
  • Hoofdvraag: Welke ideeën ontstonden tijdens de Verlichting over een meer rechtvaardigde  samenleving (1650 - 1789)?
  • Kenmerkende aspecten:
  • 23. Het streven van vorsten naar absolute macht
  • 26. Wetenschappelijke revolutie
  • 27. Rationeel optimisme en 'verlicht denken' dat werd toegepast op alle terreinen van de   samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
  • 28. Voortbestaan van 'ancien régime' met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse, verlichte wijze vorm geven (verlicht absolutisme)

Slide 3 - Tekstslide

Empirisme versus rationalisme:
2 benaderingen van wetenschap bedrijven

  • Rationalismekennis op grond van logisch en verstandelijk redeneren want,
  •  - zintuiglijke waarneming is subjectief en dus niet te vertrouwen (Descartes) >
  •  - via aangeboren zekere ideeën ('Je pende, donc je suis') en redeneren tot kennis komen.
  •  Empirisme = kennis opdoen dmv waarneming. (John Locke)
  • Gevolg van het ontstaan van het 'Verlichte denken':
  • - rationeel optimisme > vooruitgangsdenken
  • - verstand en rede ipv traditie, bijgeloof en dogma's > 'durf te denken'
  • allerlei zaken in de samenleving worden ter discussie gesteld o.a:
  •  geloof, bestuur en sociaaleconomische verhoudingen


Slide 4 - Tekstslide

Wat zie je?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wetenschappelijke revolutie: Newton belangrijk (1643-1727):
  • combineerde rationalisme en empirisme:
  • experimenten en logica combineren 
  • één van de grootste wetenschappers:
  •  zwaartekracht > natuurwetten
  •  hemellichamen draaien om de zon
  •  'wit licht is een samenstelling van kleuren'
  •  Newton was ook:
  •  alchemist, op zoek naar:
  •  'the philosophers stone' >
  •  eeuwig leven / goud

Slide 7 - Tekstslide

Diderot en d'Alembert:
  • kennis is essentieel voor ontwikkeling >
  •  Encyclopédie (1751 - 1772) > 
  • met kennis kan de mens:
  •  de natuur en samenleving begrijpen >
  •  redelijk denkende wezens >
  •  gelukkiger mens 
  •  In 1759 verboden in Frankrijk

Slide 8 - Tekstslide

Enkele belangrijke Verlichte denkers:
  •    John Locke                         Montesquieu                           Rousseau                        Adam Smith  














Slide 9 - Tekstslide

0

Slide 10 - Video

John Locke (1632-1704): 

  • Mens is een 'tabula rasa' =
  • een onbeschreven blad > gelijkheidsideaal
  • Mens heeft natuurrechten:
  • recht op leven, vrijheid en bezit >
  • ter bescherming vormt men een 
  • 'politieke gemeenschap' (staat)
  • kan macht in handen geven van een parlement of een koning; afspraken in:
  • 'sociaal contract', maar: 
  • volk heeft 'recht op verzet'

Slide 11 - Tekstslide

HC 2.1: De Verlichting (1650 -1900)
  • Hoofdvraag: Welke ideeën ontstonden tijdens de Verlichting over een meer rechtvaardigde  samenleving (1650 - 1789)?
  • Kenmerkende aspecten:
  • 23. Het streven van vorsten naar absolute macht
  • 26. Wetenschappelijke revolutie
  • 27. Rationeel optimisme en 'verlicht denken' dat werd toegepast op alle terreinen van de   samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
  • 28. Voortbestaan van 'ancien régime' met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse, verlichte wijze vorm geven (verlicht absolutisme)

Slide 12 - Tekstslide

Montesquieu: Trias Politica

Slide 13 - Tekstslide

Log in op Lessonup 
In de video werd een gezegd dat de 'Trias Politica' een belangrijke rol speelde in de discussies over de Amerikaanse grondwet.
Beargumenteer waarom de volgende stelling onjuist is:

Slide 14 - Tekstslide

Stelling: de 'Trias Politica' is in Nederland geheel overgenomen

Slide 15 - Woordweb

HC 2.1: De Verlichting (1650 -1900)
  • Hoofdvraag: Welke ideeën ontstonden tijdens de Verlichting over een meer rechtvaardigde  samenleving (1650 - 1789)?
  • Kenmerkende aspecten:
  • 23. Het streven van vorsten naar absolute macht
  • 26. Wetenschappelijke revolutie
  • 27. Rationeel optimisme en 'verlicht denken' dat werd toegepast op alle terreinen van de   samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
  • 28. Voortbestaan van 'ancien régime' met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse, verlichte wijze vorm geven (verlicht absolutisme)

Slide 16 - Tekstslide

Kritiek op de ordening in de samenleving
  • Verlichte denkers tegen de standenmaatschappij:
  • ipv erfelijke rechten en religieuze ideeën: natuurrechten o.a
  • recht op vrijheid, leven en bezit
  • 'Droit Divin' werd verworpen
  • pas eind 18e eeuw idee van universele vrijheid / volledige gelijkheid >
  • minder gericht op de ratio,
  • meer vanuit het gevoel > romantiek >
  • Rousseau

Slide 17 - Tekstslide

0

Slide 18 - Video

Rousseau (1712-1778): 
  •  radicaal filosoof: theorie gericht op
  •  - gehele volk (ipv bourgeoisie)
  •  - afwijzen gezag > Edele wilde' > 
  •  - tegen slavernij
  •  -'permanente volkssoevereiniteit' >
  •  - directe democratie
  •  - 'contract social' 
  •  - algemene  wil
  • inspirator Franse Revolutie, vooral   Robespierre

Slide 19 - Tekstslide

Verspreiding van de idealen van de Verlichting:
  • 'salons' en koffiehuizen
  • 'Encyclopédie'
  • briefwisselingen en boeken 
  • Natuurkundige genootschappen

  • Tijdschriften

Slide 20 - Tekstslide

0

Slide 21 - Video

Verlicht absolutisme:
I. Frederik II de Grote van Pruisen
  • poging van vorsten om:
  • absolutisme te continuëren en:
  • verlicht denken te implementeren.
  • o.a. Frederik II de Grote van Pruisen (1712/1740 - 1786):
  • - 'eerste dienaar van de staat'
  • - Voltaire aan het hof 
  • - afschaffen lijfstraffen
  • - verbeteren onderwijs
  • - introductie aardappel
  • - droogleggen moerassen
  • - godsdienstige verdraagzaamheid 
  • 'Niets door het volk, alles voor het volk'
  • wel bleef lijfeigenschap bestaan

Slide 22 - Tekstslide

II. Keizer Josef II van Oostenrijk
(1741/1765 - 1790)
  • broer van Marie-Antoinette
  • streefde naar centralisatie maar:
  • lijfeigenschap afgeschaft
  • kerk ondergeschikt gemaakt aan de staat o.a:
  • seminaries opgegaan in staatsscholen
  • bedevaartsplaatsen gesloten
  • aantal feestdagen teruggebracht > bijnaam:
  • 'keizer-koster'
  • godsdienstvrijheid (1781)
  • burgerlijk huwelijk ingevoerd
  • aantal kermissen beperkt
  • rechtspraak hervormd (1787)

Slide 23 - Tekstslide

III. Catharina de Grote van Rusland
(1729/1762 - 1796)
  • Duitse prinses, gehuwd met Peter III (incapabel)
  • intellectueel (Voltaire: de ster van het noorden'))
  • door een staatsgreep aan de macht 
  • begin Russische 'Gouden Eeuw':
  • successen tegen Zweden en Osmanen (Krim!)
  • Trias Politica ingevoerd
  • onderwijs bevorderd, Smolny-instituut
  • vaccinatie tegen pokken
  • toch: lijfeigenschap bleef en geen kritiek mogelijk
  • Franse Revolutie was een schok  >
  • vrijheid van meningsuiting ingetrokken

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Extra:
documentaire over hoe Catharina de weg naar de troon vond.

Slide 26 - Tekstslide

0

Slide 27 - Video

Verspreiding idealen van de Verlichting, belangrijk:
  • Opkomst tijdschriften (spectators)
  • Koffiehuizen
  • Salons
  • Verenigingen zoals:
  • - natuurkundige genootschappen
  • - Maatschappij tot Nut van 't Algemeen
  • Reacties regeringen: censuur
  • weinig efeectief door:
  • - briefwisselingen
  • - persvrijheid in Republiek, bevorderd door: 
  • grotere tolerantie en:
  • afwezigheid central gezag

Slide 28 - Tekstslide