Geologie van IJsland

     Geologie van IJsland 

  • Ontstaan en vorming van IJsland
  • Tektoniek in IJsland 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

     Geologie van IJsland 

  • Ontstaan en vorming van IJsland
  • Tektoniek in IJsland 

Slide 1 - Tekstslide

Tektoniek 

Slide 2 - Tekstslide

  Divergentie

Slide 3 - Tekstslide

Uitleg divergente zones 

Slide 4 - Tekstslide

Hotspots 

Slide 5 - Tekstslide

Waar bestaat steen (gestolde lava) uit? 

 

Verschillende soorten mineralen 

Ieder met hun eigen dichtheid, smeltpunt en kleur

Slide 6 - Tekstslide

   Meest voorkomende mineralen in de aardkorst 

  • Kwarts 
  • Kaliveldspaat 
  • Plagioklaas            
  • Pryoxeen 
  • Biotiet
  • Amfibool
  • Olivijn 

Slide 7 - Tekstslide

Chemische verschillen 

Slide 8 - Tekstslide

Twee hoofdgroepen magma/lava 

Slide 9 - Tekstslide

Bowen reactie 
Theorie die stelt dat de samenstelling van magma verandert door verschillende stollingspunten 


Slide 10 - Tekstslide

Stratovulkaan 
  • Steile hellingen
  • Explosieve uitbarstingen 
  • Taaie en stroperige magma 
  • Ontstaan bij subductiezones 

Slide 11 - Tekstslide

Stratovulkaan 
  • Felsisch magma (rijk aan SiO2) 
  • Iets lagere temperatuur dan mafisch magma
  • Magma is rijk aan gassen (SiO2) 
  • Hoge viscositeit (stroperige magma) 
  • Explosieve uitbarstingen  

Slide 12 - Tekstslide

  Schildvulkaan 
  • Flauwe hellingen 
  • Dunne en vloeibare magma 
  • Ontstaan vaak bij divergente breuklijnen en bij hotspots  

Slide 13 - Tekstslide

Schildvulkaan 
  • Mafisch magma (laag gehalte SiO2) 
  • Hogere temperatuur dan felsisch magma
  • Weinig gassen (SiO2) in de magma 
  • Effusieve uitbarsting (rustig)  

Slide 14 - Tekstslide

Viscositeit 
De dikte (stroperigheid) van de lava. 
Hoge viscositeit -> dikke, stroperige lava
Lage viscositeit -> dunne vloeibare lava 

Slide 15 - Tekstslide

    Viscositeit wordt bepaald door
  • Temperatuur (hoe hoger de temperatuur, hoe lager de viscositeit) 

  • Percentage SiO2 (hoe hoger het percentage hoe hoger de viscositeit)

Slide 16 - Tekstslide

Einde les 
Vergeet niet de enquête in te vullen! 

Slide 17 - Tekstslide