Thuiswerkles Verzorginggstaat

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Thuiswerkles vezorgingsstaat

Deze les is bedoeld als huiswerk. Hierin vind je opdrachten terug over het besproken onderdeel verzorgingsstaat. Als je deze LessonUp helemaal doorlopen hebt hetb je je huiswerk gemaakt. Dit moet af zijn voor de volgende les. Je hebt je boek nodig bij deze opdrachten. De bladzijdenummers staan aangegeven bij de opdrachten.

In de volgende slide vindt je een videouitleg! Hierna beginnen de opdrachten.

Succes!

Lees blz. 73

Leg in eigen woorden uit wat een verzorgingsstaat is.

Lees blz. 74 en 75, hier gaan de volgende vragen over!

Welzijn en welvaart zijn niet hetzelfde.
A: Leg uit wat het verschil is tussen welvaart en welzijn.
B: Welke van de twee vind jij het belangrijkste. Leg uit waarom.

Deze vraag gaat over het welzijnsdilemma
A: Leg het begrip bestaanszekerheid uit.
B: Leg het begrip eigen verantwoordelijkheid uit.
C: Leg het verschil tussen beide begrippen uit.
D: Leg uit waarom hier sprake is van een dilemma.

Kijk naar het schema op blz. 74 en lees de tekst op blz. 75 nog een keer. Welk type verzorgingsstaat uit het schema heeft jou voorkeur. Leg uit waarom met minstens twee argumenten.

Lees de verdiepingsstof op blz. 76 & 77
De situatie in de VS is anders.
A: Welk type verzorgingsstaat is dit. Leg uit.
B: Geef 5 verschillen tussen de VS en Nederland.

Lees blz. 78 & 79

Deze vraag gaat over het ontstaan van de verzorgingsstaat.
A: Leg uit wat een nachtwakersstaat is.
B: Leg kort uit hoe en waarom de verzorgingsstaat tot stand is gekomen.

Deze vraag gaat over de peilers van de verzorgingsstaat.
Leg voor de drie peilers van de verzorgingstaat uit waarom deze belangrijk zijn.

In het boek staat dat de verzorgingstaat zorgt voor rechten en plichten. Leg uit wat dat betekent.

Premier Rutte wil van een klassieke verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving. Leg uit welke keus hierin gemaakt wordt in het welkzijnsdilemma. Geef ook aan wat de voor en nadelen zijn en wat jou eigen mening is over deze keuze.

Lees de veriepingsstof op blz. 80 & 81

Lees blz. 82 & 83

In Nederland maken politieke partijen ook een keuze in het welzijnsdilemma. Gebruik de begrippen uit het boek!
A: Leg de keuze van een partij met een links menbeeld uit.
B: Leg de keuze van een partij met een rechts mensbeeld uit.

Ga in je boek of op internet op zoek naar de volgende partijen: PvdA, FvD, en 50plus.
Leg met voorbeelde uit welke keuze deze politieke partijen maken in het welzijnsdilemma.

A: Leg in eigen woorden uit wat sociale ongelijkheid is.
B: In je boek staan drie vormen omschreven waarin sociale ongelijkheid kan plaatsvinden. Leg per omschreven situatie uit wat er precies ongelijk verdeeld is met een voorbeeld.

Leg de begrippen maatschappelijke ladder en sociale mobiliteit uit.

Kijk nog een keer naar de verdiepingsstof op blz. 76 en 77
In welk type verzorgingsstaat denk je dat de sociale mobiliteit het grootste is? Leg uit.