H1.3

Welkom
3 MAVO ||  2025-2026


Hoofdstuk 1
Hoe groot is jouw welvaart


1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
3 MAVO ||  2025-2026


Hoofdstuk 1
Hoe groot is jouw welvaart


Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Herhalen
  • Nakijken
  • Lesdoelen
  • Theorie
  • Aan de slag
  • Evaluatie

Slide 2 - Tekstslide

Wat waren ook alweer de 6 p's?

Slide 3 - Open vraag

Een kleine samenvatting...
  • Productbeleid -> Wat voor product verkoop ik?
  • Prijsbeleid -> Voor welke prijs verkoop ik en waarom?
  • Plaatsbeleid -> Waar verkoop ik en waarom?
  • Promotiebeleid -> Waar maak ik promotie en waarom?
  • Personeelsbeleid -> Wat voor personeel heb ik nodig en waarom?
  • Presentatiebeleid -> Hoe presenteer ik mijn product een waarom?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Sociale beïnvloeding
  • Mijn vrienden hebben een macbook. Zij hebben mij sociaal beïnvloed.

Slide 6 - Tekstslide

Commerciële beïnvloeding
  • Een verkoper of reclame heeft jouw beïnvloed

Slide 7 - Tekstslide

ideële reclame

Slide 8 - Tekstslide

Nakijken
Kijk paragraaf 1.2 na.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Hoe heb je je huiswerk gemaakt?2
A
B
C

Slide 11 - Quizvraag

Lesdoelen
Aan het einde van de les...
  • Kan je uitleggen wat voor soorten inkomsten en uitgaven er zijn
  • Kan je uitleggen wat budgetteren is en hoe je een begroting maakt
  • Kan je berekeningen maken die je nodig hebt tijdens het budgetteren

Slide 12 - Tekstslide

Budgetteren

Slide 13 - Woordweb

Slide 14 - Tekstslide

Budgetteren en begroten
  • Budgetteren -> Inkomsten en uitgaven op elkaar afstemmen
  • Begroting ->  Een overzicht van je inkomsten en uitgaven

Slide 15 - Tekstslide

Een begroting 
Een begroting is een overzicht van je verwachte inkomsten en verwachte uitgaven voor de komende periode. 

Slide 16 - Tekstslide

Wat voor soorten inkomens zijn er?

Slide 17 - Woordweb

Soorten inkomens
  • Inkomen uit arbeid -> tegenprestatie
  • Inkomen uit bezit -> bezit genereert geld
  • Overdrachtsinkomen -> geen tegenprestatie

Slide 18 - Tekstslide

Waar geef jij je geld aan uit?

Slide 19 - Woordweb

Soorten uitgaven
  • Huishoudelijke uitgaven -> elke dag van toepassing -> variabel
  • Vaste lasten -> elke maand terugkerende kosten -> vast bedrag per maand
  • Incidentele uitgaven -> komen niet vaak voor -> koelkast, telefoon etc. 








Slide 20 - Tekstslide

Incidentele uitgaven
Huishoudelijke uitgaven
Vaste lasten

Slide 21 - Sleepvraag

Verwacht je grote uitgaven?
  • Voor de incidentele uitgaven kun je het beste geld reserveren
  • Dat is geld opzij zetten waarvan je later bepaalde uitgaven kunt betalen.

Slide 22 - Tekstslide

Hoe ziet het er dan uit?
Inkomsten
Uitgaven
Inkomen uit arbeid
(bijv. salaris)

Inkomen uit bezit

Overdrachtsinkomen
(bijv. zakgeld of een uitkering)

Huishoudelijke uitgaven
(bijv. eten, kapper)

Vaste lasten

Incidentele uitgaven

Reserveringen


Slide 23 - Tekstslide

Reserveren
Reserveren = geld opzij zetten voor grotere uitgaven.
Vooral voor incidentele uitgaven moet je vaak reserveren.


Slide 24 - Tekstslide

Reservering berekenen
Reservering per maand = benodigd bedrag : aantal maanden

Voorbeeld:
Je wilt volgend jaar een scooter kopen van 1.700 euro. Je ouders betalen 200 euro mee. Hoeveel moet je per maand reserveren?

Slide 25 - Tekstslide


Als je geld gaat reserveren, dan zet je ieder dag een bedrag apart om over een bepaalde periode een grote uitgave te doen.
Je wil over 4 jaar een nieuwe auto kopen van EUR 16.000. De restwaarde van je huidige auto zal dan EUR 3.000 zijn. Hoeveel EUR moet je iedere maand reserveren?

Slide 26 - Open vraag

Aan de slag
Maken H1.3 
Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen
Klaar? 1.2 afmaken of herhalingsopdrachten maken
Niet af? Huiswerk!
Tot 5 minuten voor tijd

Slide 27 - Tekstslide

Welke soorten inkomsten + voorbeeld

Slide 28 - Open vraag

Welke soorten uitgaven+ voorbeeld

Slide 29 - Open vraag

Welkom
3 MAVO ||  2025-2026


Hoofdstuk 1
Hoe groot is jouw welvaart


Slide 30 - Tekstslide

Programma

  • Lesdoelen
  • Theorie
  • Aan de slag
  • Evaluatie

Slide 31 - Tekstslide

Aan het einde van de les:
Kan je verschillende soorten inkomsten uitgaven onderscheiden
Kan je rekenen met dagen, weken en maanden

Slide 32 - Tekstslide

Noem de drie soorten inkomsten

Slide 33 - Open vraag

Soorten inkomens
  • Inkomen uit arbeid -> tegenprestatie
  • Inkomen uit bezit -> bezit genereert geld
  • Overdrachtsinkomen -> geen tegenprestatie

Slide 34 - Tekstslide

Soorten uitgaven
  • Huishoudelijke uitgaven -> elke dag van toepassing -> variabel
  • Vaste lasten -> elke maand terugkerende kosten -> vast bedrag per maand
  • Incidentele uitgaven -> komen niet vaak voor -> koelkast, telefoon etc. 








Slide 35 - Tekstslide

Reserveren
Reserveren = geld opzij zetten voor grotere uitgaven.
Vooral voor incidentele uitgaven moet je vaak reserveren.


Slide 36 - Tekstslide


Als je geld gaat reserveren, dan zet je ieder dag een bedrag apart om over een bepaalde periode een grote uitgave te doen.
Je wil over 2 jaar een nieuwe auto kopen van EUR 19.000. De restwaarde van je huidige auto zal dan EUR 6.000 zijn. Hoeveel EUR moet je iedere maand reserveren?

Slide 37 - Open vraag

Rekenen tussen periodes
Jaar
Kwartaal
Maand
Dag
Week
x365

:365

:4

x4

:12        x12
x52       :52

Slide 38 - Tekstslide

118 euro per week = ......euro per maand
396 per maand = ..... euro per week

Slide 39 - Open vraag

Aan de slag
Maken H1.3 
Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen
Klaar? 1.2 afmaken of herhalingsopdrachten maken
Niet af? Huiswerk!
Tot 5 minuten voor tijd

Slide 40 - Tekstslide