Formativer Test Wörterliste Supermarkt
1. Zoekt u iets specifieks? Fruit, kaas, drinken?
2. De groente-afdeling vindt u achter in de winkel, naast de vlees-afdeling.
3. Slaat u eerst rechts af, dan rechtdoor en dan ziet u het rek met de pasta om de hoek.
4. Hoeveel kaas wilt u?
5. Zal ik het voor u snijden?
6. Vandaag hebben de aardbeien in de aanbieding.
7. Wilt u een plastic tas of een papieren tas? Een plastic tas kost 30 cent. Een papieren tas is gratis (kostenlos)
8. Samen maakt dat zeven euro negenennegentig.
9. Het spijt me. Ik breng u direct een schoon bord.
10. Ja, dat is een goede ontmoetingsplek.