Engels (herhaling)
1 / 29
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
IK
JIJ
HIJ
ZIJ
HET
JULLIE
ZIJ
I
YOU
HE
SHE
IT
WE
YOU
THEY
Slide 3 - Sleepvraag
They
To have
I
You
He/She/It
We
You
They
have
have
has
have
have
have
Slide 4 - Sleepvraag
To do
I
You
She/He/It
We
You
They
do
do
do
does
do
do
Slide 5 - Sleepvraag
To be
I
You
She/He/It
We
You
They
are
are
are
is
am
are
Slide 6 - Sleepvraag
Timmy
in C1X.
They
never on time.
That dog
very fast.
I
always early for school.
Those boys
very noisy.
are
is
is
are
am
Slide 7 - Sleepvraag
Do/ does you like tigers?
A
Do
B
Does
Slide 8 - Quizvraag
Do/ does Maggy like cats?
A
Do
B
Does
Slide 9 - Quizvraag
Do/ does the lion bite?
A
Do
B
Does
Slide 10 - Quizvraag
Do/ does Brutus eat meat?
A
Do
B
Does
Slide 11 - Quizvraag
Do/ does your parents cook dinner together?
A
Do
B
Does
Slide 12 - Quizvraag
....... Ann always call Sam?
A
do
B
does
Slide 13 - Quizvraag
______ you walk to school?
A
Do
B
Does
Slide 14 - Quizvraag
....... Mary do her homework?
A
do
B
does
Slide 15 - Quizvraag
______ Ria have a cat?
A
Do
B
Does
Slide 16 - Quizvraag
Maak een vraagzin
Gebruik 'Do' of 'Does'
You have a sister.
Gebruik 'Do' of 'Does'
You have a sister.
Slide 17 - Open vraag
Maak een vraagzin.
Gebruik 'Do' of 'Does'
They study a lot.
Gebruik 'Do' of 'Does'
They study a lot.
Slide 18 - Open vraag
Maak een vraagzin.
Gebruik 'Do' of 'Does
He uses his notebook
Gebruik 'Do' of 'Does
He uses his notebook
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Tekstslide
De shit-regel hoort bij?
A
Present Simple
B
Present Continuous
Slide 21 - Quizvraag
Wat is goed?
A
He eat
B
He eats
Slide 22 - Quizvraag
Wat is goed?
A
I eat
B
I eats
Slide 23 - Quizvraag
Wat is goed?
A
They eat
B
They eats
Slide 24 - Quizvraag
Wanneer gebruik je do in een vraagzin en wanneer does?
Slide 25 - Woordweb
Schrijf iets op van deze les wat je nog wist van de vorige lessen...
Slide 26 - Open vraag
Schrijf iets op van deze les waar je nog graag extra uitleg over wilt...
