Nederlands periode 4 les 4

Nederlands periode 4 les 4
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Nederlands periode 4 les 4

Slide 1 - Tekstslide

“Het leukste wat ik in de meivakantie heb gedaan is…”

“Een moment waarop ik echt moest lachen was…”

“Als mijn vakantie een emoji was, dan was het deze: 😎 / 😂 / 💤 / etc.”
Maak de zinnen af (allemaal mag, maar moet niet) 

Slide 2 - Tekstslide

Week 1 
Volledige uitleg tijdschrift, inschrijven examen schrijven
Week 2 
1.1 Betekenis afleiden uit de tekst 
Werken aan tijdschrift, uitleg indien nodig
Week 3 
1.2 Betekenis afleiden uit een woord 
Werken aan tijdschrift, uitleg indien nodig
Week 4 
1.3 Betekenis opzoeken / uitleg schrijfexamen
Werken aan tijdschrift, uitleg indien nodig: hoever ben je? 
Week 5 
1.4 Figuurlijk taalgebruik
Werken aan tijdschrift, uitleg indien nodig
Week 6 
Toets woordenschat
werken aan tijdschrift, uitleg indien nodig
Week 7 
Eventueel toets inhalen + afwerken tijdschrift + inleveren
Week 8 
Laatste les! Nederlands 6kamp!
Planning periode 4 

Slide 3 - Tekstslide

1️⃣ 😎 "Ik loop op schema, alles onder controle!"
2️⃣ 🤔 "Ik ben onderweg, maar heb nog wat te doen."
3️⃣ 😬 "Help! Ik loop achter en kan wel wat tips gebruiken."
4️⃣ 🚀 "Ik ben al (bijna) klaar, wie wil mijn supertip horen?"
Hoever ben je met de tijdschrift? 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

1.3 Betekenis opzoeken- opdracht 2
Opdracht 2: Bekijk het fragment uit het online woordenboek. De vragen zijn op het scherm te zien



Slide 13 - Tekstslide

Welke betekenis past bij deze zin?
Op deze foto kun je iedereen goed zien, behalve Zehra. Van haar zie je alleen het profiel.
A
betekenis 1
B
betekenis 2
C
betekenis 3
D
betekenis 4

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

In een vacature is vaak een functieprofiel opgenomen. Wat staat er in zo'n profiel?

Slide 16 - Open vraag

Welke betekenis van ‘profiel’ past het beste bij profielfoto en functieprofiel?

A
betekenis 1
B
betekenis 2
C
betekenis 3
D
betekenis 4

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Waarom is het belangrijk om het profiel van je wandelschoenen te controleren, voordat je een wandeling gaat maken op heuvelachtig terrein?

Slide 19 - Open vraag

Welke betekenis van ‘profiel’ past bij de vorige vraag?
A
Betekenis 1
B
Betekenis 2
C
Betekenis 3
D
Betekenis 4

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Maak in geplande taken woordenschat 1.3 en werk aan je vaktijdschrift 
timer
15:00

Slide 22 - Tekstslide