Geld

Geld deel 2
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Geld deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Na vandaag
In eigen woorden uitleggen wat 
de functie is van geld in de maatschappij.

Een samenvatting geven van de 
ontstaansgeschiedenis van geld.

Ten minste drie maatschappelijke en persoonlijke gevolgen noemen van een financiële crisis,

Beargumenteren welke financiële keuzes 
jij maakt in het dagelijks leven,

Kan de meest voorkomende vormen van digitale oplichting benoemen en weet hoe je jezelf daartegen beschermt.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Welk geldtype kwam er bij jou uit?

Slide 4 - Woordweb

Wat is de grootst groeiende
reden voor schulden onder jongeren?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Video

Stel je voor; je krijgt opeens 2,000 euro
Wat is het eerste dat met dat geld doet?

Slide 7 - Woordweb


Soorten inkomsten

Slide 8 - Tekstslide

Op welke manieren kan je aan geld komen?

Slide 9 - Woordweb


Soorten inkomsten
Loon 
(werken voor een baas)

Slide 10 - Tekstslide


Soorten inkomsten
Loon 
(werken voor een baas)

Winst
(inkomen uit je eigen bedrijf)


Slide 11 - Tekstslide


Soorten inkomsten
Loon 
(werken voor een baas)

Winst
(inkomen uit je eigen bedrijf)

Winst op eigen vermogen
(rente over spaargeld of aandelen)


Slide 12 - Tekstslide


Soorten inkomsten
Loon 
(werken voor een baas)

Winst
(inkomen uit je eigen bedrijf)

Winst op eigen vermogen
(rente over spaargeld of aandelen)

Uitkering
(geld gekregen van de staat)


Slide 13 - Tekstslide


Soorten inkomsten
Loon 
(werken voor een baas)

Winst
(inkomen uit je eigen bedrijf)

Winst op eigen vermogen
(rente over spaargeld of aandelen)

Uitkering
(geld gekregen van de staat)

Erfenis
(geld of onroerend goed gekregen vanuit familie)

Slide 14 - Tekstslide


Soorten uitgaven

Slide 15 - Tekstslide

Waar moet/kan je allemaal geld aan uitgeven?

Slide 16 - Woordweb


Soorten uitgaven

Vaste lasten
(Lasten waar je niet aan ontkomt, huur, 
abbonomenten, zorgverzekering)



Slide 17 - Tekstslide


Soorten uitgaven

Vaste lasten
(Lasten waar je niet aan ontkomt, huur, 
abbonomenten, zorgverzekering)

Dagelijkse uitgaven
(Uitgaven die "bijna" dagelijks voorkomen, eten, vervoer, schoonmaakspullen, hondenbrokkies)


Slide 18 - Tekstslide


Soorten uitgaven

Vaste lasten
(Lasten waar je niet aan ontkomt, huur, 
abbonomenten, zorgverzekering)

Dagelijkse uitgaven
(Uitgaven die "bijna" dagelijks voorkomen, eten, vervoer, schoonmaakspullen, hondenbrokkies)

Incidentele uitgaven
(Iets gaat kapot, gespaard voor een computer, vakantie)

Slide 19 - Tekstslide

Wat zijn de tips om
gelukkig te worden van geld?

Slide 20 - Woordweb

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Wat zou jij allemaal kopen/doen na
het winnen van de loterij?

Slide 23 - Woordweb

Slide 24 - Link

Stelling
Als je jonger dan 18 bent, 
zou je niet mee mogen doen aan loterijen.

Slide 25 - Tekstslide


Opdracht
Je onderzoekt jouw geldtype nog verder. Weet je nog wat je bent? Jij bent: een superspaarder, rekenmaster, geld-chaoot of big spender!
Je bekijkt waar jouw geld naartoe gaat
Je kijkt kritisch of je daar wel zo gelukkig mee bent…
En je maakt een maandbegroting voor jezelf

De opdracht staat in Teams. 
Daar staat ook een excel document bij voor de begroting,


timer
30:00

Slide 26 - Tekstslide