Thema 3 burgers en stoommachines

• Maatschappijleer
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 2

Tijdzaken 

Thema 3

 burgers en stoommachines 

Vandaag

- Lees/ luister mee. De samenvatting wordt voorgelezen

- we bekijken de belangrijkste woorden 

- stel vragen als je die hebt!

- we maken de toets! Iedereen haalt een voldoende

De stoommachine! 

Dankzij de stoommachine konden mensen sneller werken

De stoommachine staat in het KETELHUIS en zorgt ervoor dat anderen machines werken

Stoommachine

Fabrikant

Fabrikant: eigenaar van de fabriek= rijk! 

De fabrikant heeft personeel.  Zij doen het huishouden

Veel nieuwe uitvindingen

Fonograaf

De arbeiders

Veel mensen op het platteland zijn arm!

Daarom werken ze extra : HUISNIJVERHEID ,

spinnen en weven om extra geld te verdienen

Soms verhuisden ze naar de stad, 

omdat daar meer werk is

Kunstmest 

In fabrieken wordt kunstmest gemaakt. Dat was goed voor de oogst.

Kunstmest was belangrijk voor boeren want zij waren erg arm.

arbeidsomstandigheden

- lange werkdagen

- weinig loon

- veel lawaai

- vieze lucht

- er werken ook kinderen!

(kinderarbeid) 

de arbeiderswijk 

Arbeiders uit de fabriek wonen dichtbij de fabriek. Het is hier druk, vaak vies en er zijn smalle straten. De mensen hier zijn arm

Voertuigen 1900

stoomtrein en de eerste auto's ! 

Leerplicht 1901

Kinderen tot 12 jaar moeten naar school 

Klaar voor de toets 

-Neem de tijd en lees alle vragen goed! 

-Leeshulp nodig? Vraag ons !

Veel