Orthopedagogiek - Hechting en automutilatie

Zelfbeschadiging
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
VPROMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Zelfbeschadiging

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
  • Doelen van vandaag 
  • Zelfbeschadiging 
  • Hechtingsstoornis 
  • Toevoegen digitale leeromgeving en afronden

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen

Aan het einde van de les:

- Weet jij wat zelfbeschadiging inhoudt

- Weet jij wat redenen en gevolgen kunnen zijn van zelfbeschadiging

Ken jij het verschil tussen een hechtingsstoornis en hechtingsproblematiek

- Ken jij de risico- en beschermingsfactoren van hechting 


Persoonlijk doel: Wat zou jij willen leren over dit onderwerp?

Slide 3 - Tekstslide

Wie kan er iets vertellen over zelfbeschadiging? Ervaringen/verhalen

Slide 4 - Open vraag

Wat is een ander woord voor zelfverwonding of zelfbeschadiging?
A
agressie
B
automutilatie
C
rumineren
D
stereotyp gedrag

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Vragen fragment YES we can!
Vragen fragment YES we can!

 

Schrijf individueel op:
1. Wat valt je op aan deze dames?
2. Wat zijn de redenen van de jongedames mbt zelfbeschadiging?
3. Welke redenen kun jij nog meer bedenken?
4. Is zelfbeschadiging een oorzaak of een gevolg van deze meiden? en waarom?











timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

Automutilatie
  • Het zichzelf beschadigen en pijn doen, soms met behulp van hulpmiddelen. 

  • Het is een vorm van dwangmatig, zelf verwondend gedrag'

  • Bij meer dan de helft van de mensen met een ernstige verstandelijke beperking komt automutilatie voor.

  • Hoe ernstiger de verstandelijke beperking, hoe groter de kans

  • Samenhang van automutilatie en niveau van communicatie, taalontwikkeling en zelfredzaamheid  

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Waarom automutilatie?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

De belangrijkste oorzaak of reden van automutileren is een gebrek aan probleem oplossend vermogen

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Stel; jij werkt als persoonlijk begeleider met deze doelgroep, wat zal belangrijk zijn in de begeleiding?

Slide 15 - Open vraag

Persoonlijk begeleider; hoe ga je ermee om?

                                                               Wat moet je vooral niet doen................?
  • maar ook......niet staren naar de zelfbeschadiging !!
  • Erkennen, herkennen en bespreken problematiek​
  • Vertrouwensband opbouwen
  • Dagboek bijhouden: trend wanneer het plaatsvindt​
  • Ontdekken welke stressmomenten bepalend zijn​
  • Aanbieden van dagbesteding
  • Stichting Zelfbeschadiging -> 355 alternatieven​
  • O.a. omgaan met woede, ontspanningsoefeningen, hulp leren vragen, schrijven fysieke uitdagingen, bewustwording​






Slide 16 - Tekstslide

HECHTING

Slide 17 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij het woord hechting?

Slide 18 - Woordweb

Wat is hechting?
Hechting is de duurzame emotionele band tussen ouder en kind die ontstaat in het eerste levensjaar​


Kind voelt zich vertrouwd​
Maakt vaak contact met ouder/verzorger​
Laten zich snel door hen geruststellen​
Durft van alles te onderzoeken

Twee pijlers: ​
Veilige basis: Kind weet en voelt in onbekende situaties terug te kunnen gaan naar zijn ouder​

Veilige haven​: ​Kind heeft contact met de ouder als hij/zij een onbekende ruimte aan het verkennen is (bv. via oogcontact, zwaaien o.i.d.).












Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Onveilige hechting

3 indelingen:​

Vermijdend gehechte kinderen​
‘te enthousiast’ op onderzoek uit, geen contact ouder, denken het zelf te moeten oppakken​

Ambivalent of afwerend gehechte kinderen​
Onderzoeken hun omgeving juist te weinig, accepteren geen troost​

Gedesoriënteerde gehechtheid​
Kind lijkt doelloos te handelen 







Slide 22 - Tekstslide

Hechtingsproblematiek vs. hechtingsstoornis
  • Kind/jongere die niet goed gehecht is heeft niet meteen een hechtingsstoornis. 
  • 25 - 30 % van de Nederlandse bevolking is niet volledig veilig gehecht, 1 % van de Nederlandse bevolking heeft een hechtingsstoornis. 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Voorwaarden voor veilige hechting
  1. Sensitief reageren: ouder staat open voor signalen van het kind, begrijpt de signalen en reageert snel en agequaat. 
  2. Continuïteit: er is continuïteit in de aanwezigheid van de gehechtheidspersoon nodig. 
  3. Mentaliseren: ouder verplaatst zich in het perspectief van het kind en verwoordt dat ook. 

Slide 26 - Tekstslide

Risicofactoren tijdens het hechtingsproces

Slide 27 - Tekstslide

Beschermende factoren tijdens het hechtingsproces

Slide 28 - Tekstslide

Schrijf op:
1. Hoe is de band met je ouder(s)/verzorger(s)? 

2. Schrijf een situatie op waarin de hechting/band met je ouder(s)/verzorger(s) (even) verstoord was. Wat maakte dat de hechting/band (even) verstoord was? 

3. Is deze hechting/band wel/niet weer hersteld? Waardoor kwam dit denk je? 

timer
5:00

Slide 29 - Tekstslide

psychopaat of Sociopaat
Sociopaten hebben, in tegenstelling tot psychopaten, wel het vermogen om verbinding met anderen te maken, maar passen hier hun gedrag niet of nauwelijks op aan. Ze laten zich dan ook veel vaker leiden door hun korte lontje dan door een kilheid of gevoelloosheid zoals je die bij psychopaten ziet.

Slide 30 - Tekstslide

Antisociale persoonlijkheidsstoornis 2
  • Begint in de jeugd met ODD
  • Ooit werden termen psychopaat of sociopaat (nadruk ligt dan op sociale afwijking) gebruikt 
  • Het antisociale of criminele gedrag neemt af rond 40e jaar maar de persoonlijkheidskenmerken blijven.  

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Link

Slide 33 - Video

psychopaat
wat weet je

Slide 34 - Woordweb

sociopaat diagnose wat nu?
Een sociopaat heeft meestal geen gezin, geen werk en niet of nauwelijks vriendschappen. Omdat ze manipulatief en onbetrouwbaar zijn en geen inlevingsvermogen hebben, is het vrijwel onmogelijk voor sociopaten om relaties op te bouwen. Als ze wel een relatie hebben met iemand is dat vaak voor hun persoonlijke gewin. 4.

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Depressie

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

volgende onderwerpen
depressie
narcisme 

Slide 39 - Tekstslide