Toets hoofdstuk 5 (§1-4) waarneming

Toets thema 5 - Waarneming
Basisstof 1 - Je omgeving waarnemen
Basisstof 2 - Voelen, ruiken en proeven
Basisstof 3 - Horen en zien
Basisstof 4 - Het zenuwstelsel
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Toets thema 5 - Waarneming
Basisstof 1 - Je omgeving waarnemen
Basisstof 2 - Voelen, ruiken en proeven
Basisstof 3 - Horen en zien
Basisstof 4 - Het zenuwstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Een zintuig is een orgaan dat impulsen opvangt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quizvraag

De hoornlaag beschermt je huid tegen uitdroging.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Bloedvaten komen voor in de kiemlaag van de huid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

De oogspieren zitten vast aan het harde oogvlies
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Een mens heeft meer typen reukzintuigcellen dan typen smaakzintuigcellen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Annette pakt haar pen op.
Zij voelt haar pen, doordat in de tastzintuigen impulsen ontstaan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Nieuwe cellen ontstaan in de lederhuid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Barbara heeft bruine ogen.
Dat komt doordat haar pupillen bruingekleurd zijn.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Als je verkouden bent, kun je niet goed proeven of er suiker in je thee zit
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

De buis van Eustachius verbindt de trommelholte met de keelholte.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Eliah dekt één van zijn ogen af met zijn hand. Met het andere oog kijkt hij rond. De pupillen van zijn ogen zijn nu niet even groot.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

In je bovenbeen vind je een deel van het centrale zenuwstelsel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Als je minder eet dan nodig is, wordt er reservevoedsel (vet) gebruikt.
Waar zit dat vet in je lichaam?

A
In de hoornlaag
B
In de kiemlaag
C
In de lederhuid
D
In het onderhuidse bindweefsel

Slide 14 - Quizvraag

Buiten op straat kun je veel verschillende geuren tegenkomen. Bij een tankstation ruik je bijvoorbeeld benzine en bij de bakker ruik je gebak. Doordat benzine uit andere stoffen bestaat dan gebak ruiken ze allebei verschillend.
Hoe neemt je lichaam waar dat benzine en gebak verschillend ruiken?
A
Doordat de geur van benzine ook je pijnpunten prikkelt en de geur van gebak niet.
B
Doordat de geur van benzine via een andere reukzenuw je hersenen binnenkomt dan de geur van gebak.
C
Doordat de geur van gebak andere reukzintuigcellen prikkelt dan de geur van benzine.
D
Doordat de geur van gebak ook je smaakzintuigcellen prikkelt en de geur van benzine niet.

Slide 15 - Quizvraag

In een oor kunnen geluidstrillingen door onder andere de gehoorbeentjes, de gehoorgang en het trommelvlies gaan.
Wat is de juiste volgorde van deze delen, van buiten het oor naar binnen?
A
Gehoorbeentjes – gehoorgang – trommelvlies
B
Gehoorgang – gehoorbeentjes – trommelvlies
C
Gehoorgang – trommelvlies – gehoorbeentjes
D
Trommelvlies – gehoorgang – gehoorbeentjes

Slide 16 - Quizvraag

Sommige mensen moeten niezen als ze in heel fel licht kijken. Zelfs als ze heel erg hun best doen, kunnen ze het niezen niet tegenhouden.
Job zegt dat dit een voorbeeld is van een reflex. Line zegt dat het niezen in dit geval een reactie is op een inwendige prikkel.
Wie heeft er gelijk?
A
Alleen Job heeft gelijk.
B
Alleen Line heeft gelijk.
C
Job en Line hebben allebei gelijk.
D
Geen van beiden heeft gelijk.

Slide 17 - Quizvraag

Welk deel van het oog zorgt ervoor dat er impulsen naar de hersenen worden gestuurd, zodat je kunt zien?
A
Het hoornvlies
B
De iris
C
Het netvlies
D
Het vaatvlies

Slide 18 - Quizvraag

In de afbeelding is een doorsnede van een deel van het hoofd schematisch getekend.
Bevinden zich in orgaan P koudezintuigen?
En pijnpunten?

A
Zowel koudezintuigen als pijnpunten.
B
Alleen koudezintuigen.
C
Alleen pijnpunten.
D
Geen koudezintuigen en geen pijnpunten.

Slide 19 - Quizvraag

De degenslikker moet leren niet te braken als het metaal zachtjes langs de keel naar de slokdarm en de maag wordt gebracht.
Welke zintuigen worden daar geprikkeld?
A
Drukzintuigen
B
Reukzintuigen
C
Smaakzintuigen
D
Tastzintuigen

Slide 20 - Quizvraag

Olifanten zijn slimme dieren die allerlei kunstjes kunnen uitvoeren. Buba treedt ook op, de olifant die beroemd is geworden door haar optreden in de film 'Knetter' met Carice van Houten
De trainer moet de olifant prikkelen.
Welk zintuig is het sterkst ontwikkeld bij de olifant?
A
Smaakzintuig
B
Gezichtszintuig
C
Reukzintuig
D
Tastzintuig

Slide 21 - Quizvraag

Vier leerlingen doen een uitspraak over de afbeelding.
Anja zegt dat in die afbeelding een deel van de tong is getekend.
Boris zegt dat in die afbeelding een deel van de huid is getekend.
Caspar zegt dat P een smaakknopje aangeeft.
Diane zegt dat P een tastknopje aangeeft.

Welke leerlingen hebben gelijk?
A
Anja en Casper
B
Boris en Casper
C
Anja en Diane
D
Boris en Diane

Slide 22 - Quizvraag

Welk nummer is GEEN onderdeel van het centrale zenuwstelsel?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 23 - Quizvraag

Welk deel van het oog of het gezicht kunnen het netvlies beschermen tegen te fel licht?
A
Hoornvlies
B
Lens
C
Wenkbrauwen
D
Wimpers

Slide 24 - Quizvraag

Hoe heet onderdeel 5? En wat is de functie?

Slide 25 - Open vraag

John is bij een duik in het zwembad heel ongelukkig terechtgekomen. Daardoor is er een breuk in zijn ruggenmerg ontstaan, zodat dit geheel doormidden is.
Wat is het gevolg voor het deel van zijn lichaam beneden de breuk?

Slide 26 - Open vraag

Zet in de juiste volgorde.
1.
2.
3.
4.
Een impuls gaat naar de hersenen.
Een lage temperatuur bereikt de koudezintuigen.
Het meisje voelt dat het water koud is.
Koudezintuigen zetten prikkels om in impulsen

Slide 27 - Sleepvraag

Hoe heet onderdeel 12?

Slide 28 - Open vraag

Hoe heet onderdeel 9?

Slide 29 - Open vraag

Wat is de weg van het geluid naar je hersenen?
gehoorbeentjes trillen
vocht in het slakkenhuis trilt
zintuigcellen zetten prikkel om in impulsen
impulsen gaan naar hersenen
geluid zorgt voor trillingen in de lucht
trommelvlies gaat trillen

Slide 30 - Sleepvraag

Zintuigen
Prikkels
ogen
oren
neus
tong
huid
muziek luisteren
Parfum ruiken
vuurwerk kijken
deken voelen

Slide 31 - Sleepvraag

Hoe heet onderdeel 6?

Slide 32 - Open vraag

Een roofvogel heeft een extra grote gele vlek.
Wat is het voordeel daarvan?

Slide 33 - Open vraag

In de afbeelding is een doorsnede van de huid en van het onderhuidse bindweefsel schematisch getekend.
Met welk nummer is een zweetklier aangegeven?

Slide 34 - Open vraag

Iemand heeft snel last van vet haar.
Welke stof wordt bij deze persoon veel geproduceerd door de hoofdhuid?

Slide 35 - Open vraag

Koppel het juiste begrip aan het juiste voorbeeld.
Geluid
Elektrisch signaaltje
Gehoorzenuw
Smaakknopje
Oor
Zenuw
Zintuig
Impuls
Prikkel
Zintuigcel

Slide 36 - Sleepvraag

Ella wordt geknepen door haar zusje, ze trekt haar arm terug.
Zet de woorden in de juiste volgorde.
Ruggenmerg
Ruggenmerg
Spieren
Bewustwording
Zintuigcel
Hersenen
Impulsen in zenuwen
Impulsen in zenuwen
Prikkel

Slide 37 - Sleepvraag

Lieke vertelt aan haar vriendin dat ze haar ogen heeft laten testen en dat ze bijziend is.
Leg uit wat bijziend is.

Slide 38 - Open vraag

Isabella is geboren met een oogafwijking, waarbij de spiertjes in haar iris niet goed werken.
Hierdoor kan zij bijna niet zien in het donker.
Leg uit waarom zij in het donker niet goed kan zien.

Slide 39 - Open vraag

In de afbeelding zie je een afbeelding van een Boxer en een Duitse Dog. Hoe goed een hond
kan ruiken, verschilt per ras.

Welke van deze twee hondenrassen kan beter ruiken, de boxer of de Duitse Dog? Leg je antwoord uit.

Slide 40 - Open vraag