10.3 Wortelverband

Hoofdstuk 10
Verbanden
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 10
Verbanden

Slide 1 - Tekstslide

Programma van de les
Herhaling paragraaf 10.1 &10.2

Uitleg paragraaf 10.3

Aan het werk! 

Slide 2 - Tekstslide

Hoort er bij deze tabel een lineair verband? Zo ja, leg uit waarom

x
0
1
2
3
4
5
y
100
98
96
94
92
90

Slide 3 - Open vraag

Geeft het startgetal en hellingsgetal
x
0
1
2
3
4
y
3
18
33
48
62
A
Hellingsgetal (a) = 3 Startgetal (b) = 0
B
Hellingsgetal (a) = 5 Startgetal (b) = 3
C
Hellingsgetal (a) = 15 Startgetal (b) = 3
D
Hellingsgetal (a) = 3 Startgetal (b) = 15

Slide 4 - Quizvraag

Geef het startgetal en hellingsgetal

x
5
10
15
20
25
30
y
13
23
33
43
53
63
A
Hellingsgetal (a) = 10 Startgetal (b) = 13
B
Hellingsgetal (a) = 10 Startgetal (b) = 10
C
Hellingsgetal (a) = 2 Startgetal (b) = 13
D
Hellingsgetal (a) = 2 Startgetal (b) = 3

Slide 5 - Quizvraag

Wat kan je nog vertellen over kwadraten?

Slide 6 - Open vraag

Welke vorm heeft de grafiek?
A
Dal parabool
B
Berg parabool

Slide 7 - Quizvraag

Sleep de formule naar de juiste parabool

Slide 8 - Sleepvraag

Doel van de les 
  • Je kunt een wortelformule herkennen
  • Je kunt een grafiek bij een wortelformule tekenen

Slide 9 - Tekstslide

§10.3 Wortelverbanden
Een ander verband is het verband tegenover het kwadraat: de wortel. 

Dit kun je herkennen als je een formule hebt met een "wortel"-teken erin. 

Slide 10 - Tekstslide

§10.3
De grafiek van een wortel-
verband ziet er zo uit.

vraag: Waarom kan deze
grafiek niet in de min?

Slide 11 - Tekstslide

§10.3 Wortelverbanden
Formules met wortels
  • Je leert hoe je de formule moet invullen op je rekenmachine.
  • Van formule ---->tabel ---->grafiek
Neem b.v. snelheid in km/h =       125r ----> je weet dat als er een cijfer voor een letter staat dat dit 125 x r betekent. 
De r is de remweg in meters. Stel de politie meet een remweg van 60 meter. Hoe snel reed deze auto dan?

Slide 12 - Tekstslide

§10.3 Wortelverbanden
als r = 60 krijg je       125xr en dan rekent je machine eerst de wortel van 125 uit en vermenigvuldigd dit met 60. Dan klopt je som niet. 
Je vult het op je rekenmachine als volgt in. 
       (125 x 60) = 86,6 km/h
       

Slide 13 - Tekstslide

§10.3 Wortelverbanden
Van formule naar tabel.          (125 x r)



Reken nu de rest van de tabel uit en rond af op gehele km. 

       
0
10
20
30
40
50
80
0
35

Slide 14 - Tekstslide

§10.3 Wortelverbanden
Van formule naar grafiek .      (125 x r)





       

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

§10.3
Als je een wortelgrafiek moet tekenen, maak je eerst een tabel. Let op: je kunt nooit de wortel van een negatief getal nemen, wat onder de wortel staat moet dus positief zijn.


Slide 17 - Tekstslide

Wat voor grafiek zie je?
A
omgekeerd evenredig verband
B
wortel verband
C
periodieke verband

Slide 18 - Quizvraag

Welk verband hoort er bij de volgende formule?

(4x+3)
A
Lineair verband
B
Kwadratisch verband
C
Wortel verband
D
Weet ik niet

Slide 19 - Quizvraag

Aan het werk
Kies 1 van de volgende routes:

Ik vind het lastig:  dan maak je de ondersteunende route. 
Het is te doen: je maakt de doorlopende route
Mavo:  je maakt de uitdagende route
Volgende les verder met § 10.4

Slide 20 - Tekstslide