Meth les 6 rapporteren

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnBeroepsopleiding

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Objectief en subjectief 
Het verschil tussen objectief en subjectief is erg belangrijk 

Nog veel belangrijker is weten wanneer iemand objectieve of subjectieve argumenten geeft. 

Het is ook belangrijk om bij jezelf na te gaan of je in sommige situaties wel objectief bent.

Slide 10 - Tekstslide

SOAP methode
De SOAP/SOEP methode kan zorgen voor eenduidigheid
en kwaliteit in onze rapportages. Niet alle rapportages hoeven of kunnen volgens de SOAP uitgeschreven worden. Het kan ook voorkomen in een situatie dat niet alle letters ingevuld kunnen worden. 

Slide 11 - Tekstslide

Wat betekent elke letter?
Subjectief: Informatie afkomstig van de cliënt zelf: Wat zegt de cliënt over zijn/haar eigen belevingen (of wat zegt familie)?
Objectief: Directe observatie van de situatie door jou: het gedrag van de cliënt zoals jij dit waarneemt.
Analyse/Evaluatie: Conclusie getrokken uit subjectieve (S) en objectieve (O)
 gegevens die je hebt verzameld: wat denk je dat er aan de hand is?
Plan: Plan dat is uitgevoerd of uitgevoerd moet worden: wat ga je doen? Wat is de reactie van de cliënt hierop? Hoe moet er verder gehandeld worden?

Slide 12 - Tekstslide

Objectief 
  • op feiten gebaseerd
  • iemand wordt niet beïnvloed door gevoel, mening of vooroordeel
Subjectief 
  • op eigen mening gebaseerd
  • iemand wordt beïnvloed door gevoel, mening of vooroordeel (partijdig, bevooroordeeld)

Slide 13 - Tekstslide

Om 12 uur is er een inbraak gepleegd
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 14 - Quizvraag

De bewoners waren niet thuis op het moment van de inbraak.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 15 - Quizvraag

Het is het mooiste huis van de straat.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 16 - Quizvraag

Op de achterdeur zijn inbraaksporen zichtbaar.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 17 - Quizvraag

De jongens van de buurt hebben de inbraak waarschijnlijk gepleegd, want zij zijn altijd uit op rottigheid.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 18 - Quizvraag

Er is ingebroken in een huis aan de Aalsterweg
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Tips bij rapporteren 
• Schrijf respectvol over de cliënt en zijn/haar naaste(n);
• Vermeld wat je hebt afgesproken met de cliënt en/of naaste(n);
• Beschrijf alleen feiten en geef niet je eigen mening. Wil je
toch je mening geven, geef dan duidelijk aan dat het om
jouw mening gaat;
• Heeft een situatie je aangegrepen of ben je nog emotioneel
over een situatie, wacht dan even met rapporteren of spreek
een collega, zodat je wat later objectief kunt rapporteren;

• Schrijf kort, krachtig en volledig zodat navraag niet nodig is;

Slide 27 - Tekstslide

Tips bij rapporteren vervolg 1
• Trek geen conclusie/stel geen diagnose als je daartoe niet
bevoegd bent;
• Reageer op eerdere rapportages of op Tussentijdse
Wijzigingen;
• Gebruik geen afkortingen die niet gangbaar zijn in de
Nederlandse taal en vermijd vaktaal. Schrijf zodat iedereen
het kan begrijpen;
• Let op taal-, schrijf en typefouten. De automatische
correctie kan onbedoeld voor vreemde zinnen zorgen. 

Slide 28 - Tekstslide

Zijn er nog vragen? 
SOAP/SOEP gaan toepassen? Zo ja nog meer oefenen? 

Slide 29 - Tekstslide