3.1 zintuigen en prikkels

Hoofdstuk 3
Waarnemen
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3
Waarnemen

Slide 1 - Tekstslide

3.1 Zintuigen en prikkels

Slide 2 - Tekstslide

Planning

Leerdoelen
Theorie
Zelfstandig werken

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen 3.1 
Je kunt uitleggen welke zintuigen je hebt en op welke prikkel ze reageren.
Je kunt de 5 organen benoemen waarmee je prikkels uit de omgeving opvangt.
Je kunt uitleggen welke zintuigen een mens heeft.
Je kunt uitleggen welke prikkels de verschillende zintuigen kunnen waarnemen.

Je kunt uitleggen hoe je reageert op een prikkel.
Je kunt in je eigen woorden uitleggen wat een impuls is.
Je kunt uitleggen via welke stappen je je bewust wordt van een prikkel.
Je kunt uitleggen via welke stappen je reageert.

Je kent de opbouw van het zenuwstelsel.
Je kunt uitleggen hoe impulsen in de hersenen verwerkt worden.
Je kunt in je eigen woorden uitleggen wat een hersencentrum is.
Je kunt het verschil uitleggen tussen gevoelszenuwen en bewegingszenuwen.



Slide 4 - Tekstslide

Je kunt uitleggen welke zintuigen je hebt en op welke prikkel ze reageren.

Je kunt de 5 organen benoemen waarmee je prikkels uit de omgeving opvangt.
Je kunt uitleggen welke zintuigen een mens heeft.
Je kunt uitleggen welke prikkels de verschillende zintuigen kunnen waarnemen.

Slide 5 - Tekstslide

Een organisme merkt wat er in de omgeving gebeurt

Slide 6 - Tekstslide

Organen waarmee je de omgeving waarneemt

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Tekstslide

Je kunt uitleggen welke zintuigen je hebt en op welke prikkel ze reageren.

Je kunt de 5 organen benoemen waarmee je prikkels uit de omgeving opvangt.
Je kunt uitleggen welke zintuigen een mens heeft.
Je kunt uitleggen welke prikkels de verschillende zintuigen kunnen waarnemen.

Slide 9 - Tekstslide

Zintuigen

In de 5 organen zitten zintuigcellen! 

oor
gehoorzintuig
oog
lichtzintuig
neus
reukzintuig
tong
smaakzintuig
huid
warmtezintuig
koudezintuig 
tastzintuig
pijnzintuigen

Slide 10 - Tekstslide

Huid
Je hoeft de zintuigen niet te kunnen herkennen

Slide 11 - Tekstslide

Prikkel
waarnemen: een organisme merkt wat er in de omgeving gebeurt
prikkel: is informatie uit de omgeving



Slide 12 - Tekstslide

prikkels

Slide 13 - Woordweb

Prikkels worden opgevangen door je ZINTUIGCELLEN

Slide 14 - Tekstslide

Bron 2: heel goed leren!!

Slide 15 - Tekstslide

Samenvatting
Waarnemen betekent dat een organisme merkt wat er in de omgeving gebeurt, de mens gebruikt hiervoor 5 organen. Deze organen hebben speciale zintuigcellen. 
Deze zintuigcellen kunnen prikkels uit de omgeving opvangen. 
Iedere zintuigcel heeft zijn eigen prikkel. 

Slide 16 - Tekstslide

Je kunt uitleggen hoe je reageert op een prikkel.
Je kunt in je eigen woorden uitleggen wat een impuls is.
Je kunt uitleggen via welke stappen je je bewust wordt van een prikkel.
Je kunt uitleggen via welke stappen je reageert.

Je kent de opbouw van het zenuwstelsel.
Je kunt uitleggen hoe impulsen in de hersenen verwerkt worden.
Je kunt in je eigen woorden uitleggen wat een hersencentrum is.
Je kunt het verschil uitleggen tussen gevoelszenuwen en bewegingszenuwen.


Slide 17 - Tekstslide

Je kunt uitleggen hoe je reageert op een prikkel

Slide 18 - Tekstslide

Prikkels worden opgevangen door je ZINTUIGCELLEN
Zintuigcellen geven de informatie door aan het zenuwstelsel

Slide 19 - Tekstslide

Zenuwstelsel
Daarna neemt het zenuwstelsel het over, dit is een ORGAANSTELSEL

cel - weefsel - orgaan - orgaanstelsel -organisme

zenuwcel-zenuwweefsel-  zenuw-  zenuwstelsel
                                          hersenen



Slide 20 - Tekstslide

Zelfstandig werken

Huiswerk maken
3.1, opdracht 1 t/m 7


timer
13:00

Slide 21 - Tekstslide

3.1 Zintuigen en prikkels
les 2

Slide 22 - Tekstslide

van prikkel naar reactie

Zintuigen (zintuigcellen) zetten prikkels om in impulsen.
Impulsen gaan via zenuwen naar je hersenen
Daar word je je bewust van je waarnemingen.
Via zenuwen sturen je hersenen impulsen terug naar je lichaam (spieren). 
Je lichaam reageert.



Slide 23 - Tekstslide

Hersenen

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

kijkvraag
welke twee verschillende soorten zenuwen heb je ?

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

kijkvraag
welke twee verschillende soorten zenuwen heb je ?

Slide 28 - Tekstslide

zelfstandig werken
Huiswerkopdrachten maken 7 tm 10
en begin aan de stripverhaalopdracht.

Slide 29 - Tekstslide

Opdracht: Nieuw stripverhaal met 5 plaatjes
KLAAR? Leer par. 3.1

Slide 30 - Tekstslide