,

PA 2 Capítulo 3 'Y tú, ¿cómo eres?'

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Installeer de LessonUp app



Plan de clase 18-1
* Wat weten jullie nog over.....?
* Klinkerwisseling o/u --> ue

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

El examen...
Jueves el 11 de febrero
Capítulo 3; vocabulario, gramática, frases clave           
Online o en papel
Telt mee voor een cijfer!       

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vocabulario
describir personas
(ogen, haar, postuur)

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Koppel de tegenovergestelde woorden aan elkaar
rizado
caro
mucho
largo
alto
corto
liso
bajo
barato
poco

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vocabulario
la ropa

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Vul in:
Tengo los zapatos _____________ (rood)

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul in:
Mi amigo tiene una barba ________ (kort)

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Llevo una chaqueta ________ (oud)
A
feo
B
fea
C
vieja
D
viejo

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mi madre tiene ______ ropa (te veel)

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Es.....
Lleva.....
Tiene.....

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Bron G - Klinkerwisseling
Cap.2     e --- ie: pensar=denken, empezar=beginnen, perder=verliezen, querer=willen/houden van, preferir=liever willen

Cap.3    o/u --- ue:     poder=kunnen/mogen, contar=vertellen, dormir=slapen, mostrar=laten zien, encontrarse=elkaar ontmoeten, volver=teruggaan, jugar=spelen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verbos con klinkerwisseling
  • ¿Por qué se llama 'klinkerwisseling'?
  • Hay 4 grupos:
    e>ie        querer > quiero... 
    o>ue       poder > puedo...
    u>ue       jugar > juego...

    e>i           pedir > pido...
  • Klinker wisselt bij alle personen behalve nosotros & vosotros

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

deberes para mañana (19-1)
* vocabulario 3.3 t/m esquiar
* ejercicio 26 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plan de clase
  1. Klinkerwisseling +
    ejercicio 21
  2. Repasar vocabulario
  3. Deberes 

Slide 15 - Tekstslide

Les in twee delen 
El examen...
Jueves el 11 de febrero
Capítulo 3; vocabulario, gramática, frases clave           
Online o en papel
Telt mee voor een cijfer!       

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verbos con klinkerwisseling
  • ¿Por qué se llama 'klinkerwisseling'?
  • Hay 4 grupos:
    e>ie        querer > quiero... 
    o>ue       poder > puedo...
    u>ue       jugar > juego...

    e>i           pedir > pido...
  • Klinker wisselt bij alle personen behalve nosotros & vosotros

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bron G - Klinkerwisseling
Cap.2     e --- ie: pensar=denken, empezar=beginnen, perder=verliezen, querer=willen/houden van, preferir=liever willen

Cap.3    o/u --- ue:     poder=kunnen/mogen, contar=vertellen, dormir=slapen, mostrar=laten zien, encontrarse=elkaar ontmoeten, volver=teruggaan, jugar=spelen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

willen/houden van   kunnen/mogen   spelen 
            =                   =                         = 

yo
él/ella/usted

nosotros/-as
vosotros/-as
ellos/ellas/ustedes
poder (ue)
puedo
puedes
puede

podemos
podéis
pueden
querer (ie)
quiero
quieres
quiere

queremos
queréis
quieren
jugar (ue)
juego
juegas
juega

jugamos
jugáis
juegan

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conjuga en la misma manera
el verbo 'dormir'
timer
1:30

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

timer
0:40
Yo
Él / ella / usted
Nosotros/-as
Vosotros/-as
Ellos / ellas / ustedes
juego
juegas
juega
jugamos
jugáis
juegan

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

AHORA... ¡A TRABAJAR!

Paso Adelante Online 
Bron G
Ejercicios 21 b+c+d



timer
5:00

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Deberes para el martes 26-1



* Vocabulario 3.3 t/m al año
* Afmaken ejercicio 21
* Ejercicios 22 - 23 - 24

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Cómo se dice en español?:
Ze draagt veel sportieve kleding.
A
Lleva mucho ropa deportivo.
B
Lleva mucha deportiva ropa.
C
Lleva mucha ropa deportiva.
D
Lleva mucha ropa deportivo.

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Cómo se dice en español?:
Mijn vriendin heeft blond haar en bruine ogen.
A
Mi amiga tiene el pelo rubio y los ojos marrones.
B
Mi amiga tiene el pelo castaño y los ojos marrones.
C
Mi amiga tiene el pelo rubio y los ojos marrones.
D
Mi amiga tiene el pelo rubia y los ojos verdes.

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


  1. Alexia es pelirroja
  2. Tú eres alto.
  3. Maluma tiene los ojos negros.
  4. Maluma tiene el pelo corto
  5. Messi lleva gafas de sol.
  6. Ellos llevan zapatos nuevos

a
b
c
d
e

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Completa con la forma correcta:
Nuria tiene unas zapatillas (amarillo)_____ .
timer
0:20

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Completa con la forma correcta:
María tiene el pelo (rubio) ______.
timer
0:20

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

ejercicios 22-23-24

Bron H 'Ven a disfrutar de Sierra Nevada'

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plan de clase 21-1

  1. Repasar vocabulario
  2. Frases clave 
  3. Ejercicios inleveren
  4. Deberes 

Slide 30 - Tekstslide

Les in twee delen 
¿Cuál es el orden correcto?:
pantalones / tengo / muchos
timer
1:00

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué significa......?

El senderismo
A
Het advies
B
De stijl
C
Het wielrennen
D
De kleding

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué significa......?

Schaatsen
A
Escalar
B
Patinar
C
Esquiar
D
Barranquismo

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué significa......?

Cortar
A
Korting
B
Scheuren
C
Knippen
D
Kapotmaken

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Traduce y completa:
'Mi madre lleva unas gafas muy (elegant) ____ .'
timer
0:20

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Traduce y completa:
Juan ha comprado una camiseta muy (duur) ______ .
timer
0:20

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

¡A trabajar!                                                         
1. Word Document via Teams chat 
2. Maak de twee opdrachten
3. Sla op als Ejercicio 21jan_[jouw naam]
4. Inleveren voor einde les
5. Inleveren via Teams chat
Fuente E

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Deberes para el lunes 25-1



* Vocabulario 3.3 tm perder (ie)
* Ejercicios 27 + 28

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies