Pijn

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat ik zou willen leren of bespreken over pijn is.....
timer
1:00

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Pijn

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Pijnmodel van Loeser

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omstandigheden die invloed
hebben op pijngewaarwording

Slide 16 - Woordweb

Afleiding
Pijnstillers
Aandoeningen, zoals MS, CVA, neuropathie
Omstandigheden die invloed
hebben op pijnbeleving

Slide 17 - Woordweb

Eerdere ervaringen met pijn
Gedachten over oorzaak en verloop
Invloed op dagelijks leven/ activiteiten
Pijngedrag
Door pijn gaan mensen zich anders gedragen. Soms is dit noodgedwongen, omdat de pijn de mogelijkheden van iemand beperkt of bepaalde handelingen noodzakelijk maakt. Bijv. bij een gekneusde enkel kun je minder ver lopen en wanneer je je hand in het vuur steekt moet je ‘m terugtrekken. 
Soms is er sprake van een gekozen gedragsverandering. Bijv. als je een pijnlijke knie hebt, zul je iemand uit je omgeving vragen om iets uit een andere kamer te pakken, terwijl je nog wel jezelf in de badkamer kunt wassen/ douchen. De belasting voor de knie is groter bij het wassen/ douchen dan bij het heen en weer lopen naar een andere kamer, maar het is ‘makkelijk’ om iemand voor je te laten lopen, terwijl het ‘vervelend’ is om geholpen te moeten worden bij het wassen/ douchen.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pijngedrag; situatie-schetsen
- Peter (5 jr) valt tijdens een potje tikkertje. Hij staat snel op en rent verder. Even later wordt hij getikt. Peter begint te huilen en grijpt naar zijn knie. Hij wil niet meer verder spelen en bij zijn moeder op schoot. Het vraagt om een knuffel. Peter kalmeert. Echter, wanneer zijn broertje ook om aandacht vraagt, begint hij weer te huilen en kruipt dichter tegen zijn moeder aan. 
- Michael de Groot heeft 2 maanden geleden een hernia gehad. Hij is daaraan geopereerd en volgens de artsen is de hernia weg. Toch houdt Michael een zeurende pijn in zijn rug. Hij werkt in het magazijn van een warenhuisketen. Sinds 3 weken werkt hij weer halve dagen. Zijn collega's merken dat dit hem best zwaar valt; aan het eind van de ochtend laat hij het tilwerk aan zijn collega's over, omdat zijn rug zeer doet. De collega's waren dan ook verbaasd toen Michael afgelopen maandag foto's van het weekend liet zien waarop hij zijn zoontje van 3 op zijn nek had zitten.   

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Acute pijn
Chronische pijn
Korter dan 3-6 maanden
Langer dan 3-6 maanden
Lichamelijke invloed op pijn is het grootst.
Psychische en sociale factoren hebben vaak ook invloed op de pijn.
Pijn is functioneel (heeft nut)
Pijn is niet functioneel (heeft geen nut)

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nadelige gevolgen
van pijn

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Nadelige gevolgen van (postoperatieve) pijn
Naast de psychische stress (pijn is niet fijn), ook mogelijke lichamelijke complicaties:
  • Niet goed kunnen doorademen, waardoor pneumonie en/of slechtere wondgenezing door zuurstofgebrek.
  • Stresshormonen verhogen de bloeddruk, waardoor hartfalen kan ontstaan of verergeren.
  • Diarree (door stress) of obstipatie (door inactiviteit)
  • Verkramping van spieren (door pijn)
  • Afname van spiermassa en spierkracht (door inactiviteit en productie van cortisol)
  • Vertraagde wondgenezing (door productie van cortisol)
  • Postoperatief chronisch pijnsyndroom: pijn houdt langer aan / is heviger dan op grond van schade verwacht mag worden.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet-medicamenteuze
pijnstilling

Slide 27 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Niet medicamenteuze pijnstilling
  • Alle medicamenteuze pijnstilling heeft (meer of minder) bijwerkingen.
  • De nadelige gevolgen van pijn zijn echter nóg groter, dus adequate pijnstilling is belangrijk.

  • Vaak kunnen niet-medicamenteuze interventies (een deel van) de pijn verminderen.
            - Erkenning, begrip en aandacht (TLC)
            - Afleiding
            - Houding en ligging
            - Ademhaling
            - Comfort en rust
             - Warmte en kou

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet wat de pijnladder is.
Ja
Ongeveer
Nee

Slide 29 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Centrale pijnstillers
  • Verminderen de doorgifte van het pijnsignaal in het centrale zenuwstelsel.
  • Medicijnen in deze groep worden opioïden genoemd. Morfine is het bekendste medicijn uit deze groep.
  • Bijwerkingen zijn o.a.: sufheid, verminderd reactievermogen, obstipatie, misselijkheid/braken. Bij te snel te veel morfine kunnen ademhalingsproblemen ontstaan.
  • Bij gebruik als pijnstiller is morfine niet verslavend. Bij gebruik als genotsmiddel is het wel verslavend.
  • Indien morfine langer gebruikt is, kan het niet in één keer gestopt worden, maar moet worden afgebouwd.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overige behandelingen
Wanneer voorgaande maatregelen (medicamenteus en niet-medicamenteus) bij chronische pijn onvoldoende effect hebben, kunnen onderstaande behandelingen mogelijk geprobeerd worden.
- zenuw- of plexusblokkade
- spinally administered narcotics (SAN)
- neurostimulatie 
                          (SCS, TENS)
- electroforese

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mw Berntz mag zo nodig 3 dd PCM vanwege artrose. Tot vorige week vroeg ze daar zelden om. Nu komt ze regelmatig om haar medicatie vragen. Er is geen duidelijke lichamelijke reden voor pijntoename.
Ze komt nu naar jou en vraagt om paracetamol. Het is 15.00 en je ziet op de medicijnlijst dat ze vanmorgen om 8.30 voor het laatst paracetamol heeft gehad.
Wat doe je?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies