Gezondheid Les 6: Afweer in de fout

Afweer in de fout!
§12.5 Als het misgaat
Hfst. 12 Gezondheid
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Afweer in de fout!
§12.5 Als het misgaat
Hfst. 12 Gezondheid

Slide 1 - Tekstslide

Je weet hoe het afweersysteem werkt
1e linie: huid, slijmvliezen
2e linie: fagocyten
3e: humorale of cellulaire afweer

Slide 2 - Tekstslide

Maar wat als het mis gaat?
- Waarom kan je lichaam kanker niet genezen?
- Waarom reageer het lichaam bij allergieën zo erg?
- Auto-immuunziektes, antistoffen tegen lichaamseigen allergenen.

Slide 3 - Tekstslide

Auto-immuun
Bij auto-immuunziekte valt lichaam eigen antigenen aan: geen goed onderscheid in lichaamseigen en lichaamsvreemde antigenen. 

Afweersysteem onderdrukkende medicijnen.

Slide 4 - Tekstslide

Auto-immuunziekte
In de afbeelding voorbeeld hoe diabetes type 1 ontstaat.

Antigenen op alvleeskliercellen worden niet herkent als lichaamseigen. 

Gevolg: lichaam valt deze cellen aan.

Slide 5 - Tekstslide

Transplantatie
Bij transplantatie werkt afweersysteem goed. Maar we willen afweerreactie voorkomen/ onderdrukken.

Bij transplantatie wordt daarom op HLA-antigenen gelet. 

Zo wordt afweerreactie voorkomen. 

Ook hier: afweersysteem onderdrukken.

Slide 6 - Tekstslide

Allergie
Bij allergieën afweerreactie tegen een deel (antigeen) van een voedingsmiddel/pollen/ huidschilvers huisdieren.

Mestcellen, reageren op allergeen: ontstekingsreactie.

Slide 7 - Tekstslide

Allergie
Bij zeer heftige reactie: anafylatische shock.

Bloedvaten openen zich (zwelling) en bloeddruk valt weg.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Kanker
Kanker zijn lichaamseigen cellen die ongeremd delen.

Celcyclus en omgeving houden cel niet onder controle. Mutaties in: Proto-oncogenen en tumorsuppressorgenen.

Mutaties > tumorcel > tumor > metastase

Slide 10 - Tekstslide

Kanker
Als cellen een gezwel vormen, wordt dit een tumor genoemd.

Als cellen ook niet bij elkaar blijven (weefsel) dan spreek je van uitzaaiing.

Slide 11 - Tekstslide

Virussen

Slide 12 - Tekstslide

DNA 'aanpassen'
Het leesbaar of onleesbaar maken. 
Methylering: toevoegen methylgroepen aan DNA > minder leesbaar (bruikbaar). 

Acetylering: toevoegen acetylgroepen > beter leesbaar.

Slide 13 - Tekstslide

Welke behoort tot de niet-specifieke afweer?
A
T-helpercel
B
cytotoxische T cel
C
natural killercellen
D
plasmacellen

Slide 14 - Quizvraag

Mensen maken ook gebruik van mechanische en chemische afweer. Wat is een voorbeeld van chemische afweer?
A
huid
B
vloeistofstroom in urinewegen
C
maagzuur
D
slijmlaag in vagina

Slide 15 - Quizvraag

De specifieke afweer heeft twee typen: cellulaire en humorale afweer.
Bij welke worden T-geheugencellen gemaakt?
A
cellulaire afweer
B
humorale afweer

Slide 16 - Quizvraag

Welke vorm van afweer bouw je pas na de geboorte (=verworven afweer) op?
A
specifieke afweer
B
aspecifieke afweer
C
mechanische afweer
D
chemische afweer

Slide 17 - Quizvraag

Wat is aspecifieke afweer?
A
Houdt 1 ziekteverwekker tegen
B
Macrofagen zijn hierbij betrokken
C
Kan meerdere ziekteverwekkers aanvallen
D
antistofcellen zijn hierbij betrokken.

Slide 18 - Quizvraag

HIV infecteert de T-helpercellen. Welke afweer wordt daardoor geremd?
A
De a-specifieke afweer
B
De specifieke afweer
C
beide
D
geen van beide

Slide 19 - Quizvraag