Unit 2 les 2 Past simple

Lesson goals:
By the end of this lesson you know:

How to explain that something  happened in the past ( verleden tijd)

Words that make it possible to describe the appearance of things.


1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lesson goals:
By the end of this lesson you know:

How to explain that something  happened in the past ( verleden tijd)

Words that make it possible to describe the appearance of things.


Slide 1 - Tekstslide

Words

Page 80
Words

Slide 2 - Tekstslide

Homework Lesson 2.2

Check exercises 1 to 4
Do 5 and 6  in your book 


Slide 3 - Tekstslide

Past simple

Slide 4 - Tekstslide

Past Simple
You use the past simple when something happened in the past and is finished.

The past simple is what in Dutch is called the "verleden tijd".

Slide 5 - Tekstslide

Waaraan zie je dat het om een verleden tijd gaat ? 
'signaalwoorden"
Deze woorden helpen je om te herkennen dat het om een verleden tijd gaat:

  • yesterday
  • last week/year
  • a month ago
  • when I was young

Slide 6 - Tekstslide

Regelmatige werkwoorden 
+   Voeg - ed toe aan de stam van het werkwoord. 
?  Did + stam van het werkwoord
-   Didn't + stam van het werkwoord

Yesterday he walked in the rain ( dus geen S bij he/she/it ). walk -> walked

Slide 7 - Tekstslide

 Let op spelling

Als een werkwoord eindigt op een medeklinker + Y >  dan verandert de -y in -ie: I carry - I carried

Let op, er verandert niets als het werkwoord eindigt op klinker + -y: I play - I played

Slide 8 - Tekstslide

              let op SPELLING   

Als een werkwoord eindigt op -e, dan komt er in de past simple alleen een -d achter: I live - I lived

De laatste medeklinker wordt verdubbeld als er één klinker voor staat: I drop - I dropped

Slide 9 - Tekstslide

Verleden tijd - onregelmatige werkwoorden
 Ik LOOP -> ik LIEP   (niet ik LOOPTE)

Ook in het Engels hebben sommige werkwoorden in de verleden tijd hun eigen vorm:



Slide 10 - Tekstslide

Onregelmatige werkwoorden 
Er zijn geen regels  voor de onregelmatige werkwoorden. Je moet ze gewoon uit het hoofd leren! 
BLZ 81 en 254

Samen: opdracht 5

Slide 11 - Tekstslide

Verleden tijd - Vragen 



Did + hele werkwoord 
Did you walk to school yesterday?
Let op: was en were gebruik je zonder 'did'
Verleden tijd- Ontkenningen



Didn't + hele werkwoord :
You didn't walk to school yesterday.
Let op: was en were > wasn't en weren't

Slide 12 - Tekstslide

Onregelmatige werkwoorden > LEREN!!!!!!!
Let op het werkwoord to be:
Dit heeft 2 vormen in de verleden tijd:

  • was bij  enkelvoud: He wasn't at school yesterday
  • were bij meervoud : Were you at school yesterday?

Hierbij hoef je dus GEEN did of didn't  te gebruiken bij vraagzinnen of ontkenningen !!!!!!!

Slide 13 - Tekstslide

Homework 

               Exercises 8 and 9 together in your book  10 , 11 12 ( or 13)  ONLINE
              Done? Test yourself !

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide