2TOP hv! Theorie + opdrachten BW

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Taalkundig ontleden 

BW

Bijwoord (BW)

Zegt iets over alles, behalve over een ZN

WW

- Hij rijdt hard.

! Het afgesplitste deel van het ww is géén VZ, maar een BW ! (Ga ik door naar de 2e klas?)

BN

- Hij is erg aardig.

Ander BW

- Dat is een heel erg rode auto.

TIJD

- toen, ooit, gisteren, morgen, ....

PLAATS

- daar, ...

waarom, waarmee, wanneer, hoe, hoeveel, ....

Noem 2 verschillen tussen een BN en een BW.

Maak 2 zinnen met het woord 'mooi'.
zin 1: mooi = BN
zin 2: mooi = BW

Maak 2 zinnen met het woord 'afschuwelijk:
zin 1: afschuwelijk = BN
zin 2: afschuwelijk is BW

Goed of fout? Leg ook uit waarom.
Dat zijn hele mooie kleuren.

Noteer de bijwoorden:
Misschien kun je morgen weer met ons meedoen.

Maak een zin die voldoet aan de volgende woordsoorten: AV - ZN - VW - ZN - HWW - PSV - ZWW

Maak een zin waarin een wederkerend werkwoord en wederkerend voornaamwoord voorkomen.